29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

31 839 Jeugdzorg

Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2015

Met voorliggende brief voldoe ik aan mijn toezeggingen zoals gedaan in het debat over de decentralisatie jeugdhulp (van 29 april jl.) en het debat over de decentralisatie Wmo/Wlz (van 30 april jl.) om uw Kamer te informeren over de uitkomst van het overleg met de VNG over de budgetten Jeugdwet en Wmo 2015, in het bijzonder over het budget voor beschermd wonen.

Onderstaand geef ik een toelichting op hetgeen hedenochtend met de VNG is besproken. De financiële doorwerking daarvan zal worden verwerkt in de Voorjaarsnota 2015 en de meicirculaire 2015.

Stabiliteit

Het is van groot belang dat sprake is van rust en stabiliteit in de verhoudingen tussen Rijk en gemeenten. Gemeenten moeten zich optimaal kunnen richten op een goede uitvoering van hun nieuwe wettelijke verantwoordelijkheden. Gemeenten voeren deze nieuwe taken anders uit dan het Rijk voorheen deed. Zij hebben hiertoe ruimte nodig om integraal lokaal beleid te kunnen voeren. Hiervoor is het noodzakelijk dat meerjarig duidelijkheid bestaat over de budgetten die gemeenten ter beschikking staan. De meicirculaire 2015 bevat het bij de decentralisaties behorende budgettaire startpunt. Afgesproken is dat de budgetten van de Wmo 2015 en Jeugdwet niet direct gekoppeld zijn aan de uitgavenontwikkeling van de Wlz. Er is dus geen sprake van communicerende vaten.

Budget 2015

VNG en Rijk hebben samen vastgesteld dat het onwenselijk is om het budget 2015 aan te passen aan de AWBZ-realisatiecijfers over 2014. Dit vanwege lopende contracten jegens derden. Dit betekent dat het Rijk het budget 2015 niet neerwaarts zal aanpassen.

Budget 2016 en latere jaren

Gemeenten hebben in het licht van de decentralisaties een grote opgave.

Voor 2016 en latere jaren stelt het Rijk per saldo een meerjarig stabiel budget beschikbaar, waarmee gemeenten adequaat in staat zijn hun wettelijke taken en de transformatie uit te voeren, met inachtneming van de gemeentefonds-systematiek. Voorts ga ik met gemeenten en zorgkantoren in gesprek om de mogelijkheden te benutten voor «substitutie»: naarmate gemeenten er in slagen goede ondersteuning te bieden in de thuissituatie, kan minder snel intramurale zorg noodzakelijk zijn.

Beschermd wonen

Teneinde de verdeling van de middelen beschermd wonen te verbeteren zijn in de afgelopen periode door Rijk en gemeenten gezamenlijk enkele onderzoeken uitgevoerd, waaronder een inventarisatie van de verplichtingen die de centrumgemeenten zijn aangegaan. Met de VNG is afgesproken dat de budgetten voor 2015 worden herverdeeld volgens een nieuw model op basis van de bestanden van de gegevensoverdracht inclusief het effect van een – op verzoek van gemeenten – toegepaste «reality check». Elke centrumgemeente heeft daarnaast inkomsten uit eigen bijdragen. Als voor een centrumgemeente het totaal van de uitkering uit het model en de opbrengst uit eigen bijdragen lager is dan de verplichtingen, wordt de rijksuitkering opgehoogd tot het niveau van de geïnventariseerde verplichtingen. De middelen die daarvoor nodig zijn worden onttrokken aan de rijksuitkering van die gemeenten waarvan het begrote uitgavenniveau (zoals geïnventariseerd) lager is dan het totaal van de uitkering uit het model en de opbrengst uit eigen bijdragen. Door deze herverdeling kunnen alle centrumgemeenten hun aangegane verplichtingen nakomen en (indien aan de orde) hun inkoop voor de tweede helft van 2015 afronden. Deze verdeling zal in de meicirculaire worden gepubliceerd. Voorts is afgesproken dat er een nadere onafhankelijke toets op de verdeling plaats zal vinden. Op basis daarvan kunnen eventueel nog bijstellingen plaatsvinden, die vervolgens – bij overeenstemming – in de septembercirculaire kunnen worden verwerkt, op grond waarvan zal worden herverdeeld. De eerder gemaakte afspraak is herbevestigd dat indien alsnog zou blijken dat er sprake is van een macrotekort voor beschermd wonen, ik mijn verantwoordelijkheid zal nemen. Voor 2016 geldt voor de verdeling het nieuwe bovenbeschreven model met eventuele bijstellingen, conform de septembercirculaire 2015.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven