29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

Nr. 138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2012

Hierbij informeer ik u over de uitvoering van de motie-Wolbert/Voortman (TK 2011–2012, 33 000-XVI, nr. 35). In de motie wordt de regering verzocht om «de Wmo-werkplaatsen te continueren en zich nadrukkelijk te laten richten op het bestrijden van eenzaamheid». Ik heb u toegezegd u op de hoogte te stellen van de voortgang in de uitvoering van de motie in de brief van 16 december 2011 (TK 2011–2012, 33 000 XVI, nr. 134). Hiermee doe ik deze toezegging gestand.

Ik begin met een beschrijving van de functie van de Wmo werkplaatsen. Daarna volgt informatie over de opbrengst van de eerste 3-jarige projectperiode (2009–2012) en de plannen voor de volgende drie jaar (2012–2015).

Functie Wmo-werkplaatsen

Sinds september 2009 functioneren er zes Wmo-werkplaatsen. Die zijn opgericht naar aanleiding van het amendement van mevrouw Wolbert (TK 2009–2010, 31 700 XVI, nr. 35). In de werkplaatsen werken hogeschool c.q. lectoraat, gemeenten, instellingen en beroepsbeoefenaren samen aan de ontwikkeling van nieuwe aanpakken die de doelstellingen van de Wmo bevorderen: participatie, zelfredzaamheid, actief burgerschap en sociale cohesie. Ze hebben inmiddels een uitgebreid netwerk opgebouwd. De werkplaatsen richten zich vooral op het verwerven van praktische kennis die professionals goed kunnen toepassen in hun dagelijkse praktijk en die voor de cliënten een beter resultaat oplevert.

De aanpak van de werkplaatsen is dat ze elk vijf «praktijken» ontwikkelen. In een praktijk wordt een doelgroep door middel van een interventie gekoppeld aan een doel, bijvoorbeeld het bevorderen van maatschappelijke participatie van mensen met een verstandelijke handicap door middel van wijksteunpunten.

  • De doelgroepen bestaan uit mensen met een psychische, verstandelijke of lichamelijke beperking, al dan niet allochtoon, in alle leeftijdscategorieën, alleen, in gezinsverband of op straat wonend.

Verder mantelzorgers (het sociale netwerk van een cliënt) en vrijwilligers. En tenslotte professionals zelf.

  • Een interventie is een systematische manier van handelen / een beproefde methode om de oplossing van het probleem c.q. het gewenste resultaat voor de doelgroep te bereiken. Dit kunnen alle mogelijke aanpakken zijn.

  • De doelen zijn altijd de vergroting van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, zoveel mogelijk met ondersteuning van het eigen sociale netwerk; hieronder valt ook de bestrijding van sociaal isolement.

Verder de bevordering van actief burgerschap, de vergroting van effectiviteit van vrijwilligerswerk en de ondersteuning van mantelzorgers.

Ondergebracht in een matrix zijn er talloze combinaties mogelijk. In bovenstaand voorbeeld bieden de wijksteunpunten ontmoetingsruimte, waar zelfstandig wonende cliënten terecht kunnen voor een maaltijd, dagbesteding en begeleiding op maat. Doel is te onderzoeken hoe de informele ondersteuning door vrijwilligers uit de wijk of uit het sociale netwerk van cliënten effectiever kan worden georganiseerd. Een ander doel is te onderzoeken of en hoe ontkokerde hulp kan worden aangeboden door de ondersteuning aan te bieden aan gemengde doelgroepen, bijvoorbeeld niet alleen cliënten met een verstandelijke beperking, maar ook cliënten met psychiatrische problematiek.

Opbrengst van eerste en plannen voor tweede projectperiode

De praktijken resulteren in methodebeschrijvingen, beroepscompetenties en onderwijsmodulen.

De methodenbeschrijvingen worden opgenomen in de databank Effectieve Sociale Interventies van Movisie (www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies). Daarnaast wordt de nieuwe kennis aan het werkveld beschikbaar gesteld via studiedagen, symposia en via handreikingen en publicaties. De schriftelijke kennisproducten zijn allemaal gratis online beschikbaar.

Implementatie van de nieuwe kennis vindt plaats door middel van onderwijs-modulen. Het is lesmateriaal voor het initiële beroepsonderwijs en voor bijscholing van werkzame beroepskrachten en van vrijwilligers. De onderwijsmodulen vormen de belangrijkste opbrengst van de Wmo-werkplaatsen vanwege hun bijdrage aan de professionalisering van de beroepskrachten in de maatschappelijke ondersteuning en dus aan een betere uitvoering van de Wmo.

De oogst van de eerste drie jaar bestaat uit ongeveer 30 modulen gericht op het aanleren van competenties op het terrein van de versterking van de eigen regie, de inschakeling van sociale netwerken, vrijwilligerswerk, de samenwerking tussen formele en informele dienstverlening en van vraaggericht, outreachend en integraal werken. Daarnaast heeft ook de bestrijding van eenzaamheid al in de eerste fase aandacht gekregen.

Naar aanleiding van de motie Wolbert /Voortman heb ik middelen gereserveerd voor het continueren van de Wmo-werkplaatsen voor de periode 2012–2015. Voorts heb ik de lectoren verzocht om plannen uit te werken voor deze drie jaar waarbij ze nadrukkelijk aandacht dienen te schenken aan de ontwikkeling van competenties voor het bestrijden van eenzaamheid.

Door de vergrijzing en de technologische ontwikkeling neemt het aantal sociaal geïsoleerde mensen in de samenleving steeds verder toe. Omdat de huidige beleidsontwikkelingen juist sociale netwerken rondom burgers veronderstellen, vergt dit thema extra aandacht.

Tenslotte heb ik de aanzet gegeven voor de oprichting van een zevende Wmo-werkplaats in de regio Rotterdam om zo een min of meer landelijk dekkend netwerk van Wmo-werkplaatsen te krijgen. Ook deze werkplaats zal zich met eenzaamheidsbestrijding bezighouden.

De Wmo-werkplaatsen volgen bij het ontwikkelen van hun plannen voor de tweede periode een tweeledige strategie. Enerzijds bouwen zij voort op de innovaties die zij in de eerste periode hebben gerealiseerd, anderzijds ontwikkelen zij nieuwe werkwijzen voor maatschappelijke vraagstukken die gemeenten, burgers en instellingen op de agenda hebben gezet. Op deze manier willen de werkplaatsen voorkomen dat instellingen en gemeenten terecht komen in een projecten-carrousel waarvan weinig beklijft. Zij streven naar een structurele transformatie waarin vernieuwingsprocessen zichzelf instandhouden en versterken.

Behalve aan het tijdig signaleren, voorkomen en bestrijden van eenzaamheid zullen de werkplaatsen zich de komende drie jaar wijden aan de volgende onderwerpen:

  • de begeleiding van mensen met ernstige beperkingen voor wie herstel van zelfredzaamheid geen haalbaar doel is, maar wel een zo hoog mogelijke graad van welbevinden;

  • de samenwerking formeel-informeel, waaronder de inzet van mensen met ervaringsdeskundigheid;

  • het wijkgericht werken in sociale wijkteams en de ontwikkeling van een nieuw beroepscompetentieprofiel voor de sociale professional nieuwe stijl; dit is de breed inzetbare beroepskracht, ook wel frontlijnwerker of generalist genoemd;

  • de verdere verdieping van outreachend werken in de ondersteuning van moeilijk bereikbare doelgroepen;

  • de verbetering van governance, door onderzoek naar de bestuurlijke aanpak die het best de betrokkenheid en inbreng van burgers garandeert.

Uit dit overzicht blijkt dat de Wmo-werkplaatsen het hele veld van de Wmo bestrijken met daarbij nadrukkelijke aandacht voor de bestrijding van eenzaamheid en aldus een bijdrage leveren aan een slagvaardigere uitvoering van de Wmo.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven