29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

Nr. 134 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2011

Op 13 oktober 2011 aanvaardde uw Kamer de motie-Agema c.s. (kamerstuk 29 538, nr, 130). In deze motie verzoekt een meerderheid van uw Kamer de regering om voor 1 januari 2012 de Kamer te informeren over hoe de gegevensoverdacht vormgegeven gaat worden, welke maatregelen hiertoe getroffen dienen te worden en voor welke datum de gegevensoverdacht afgerond zal zijn, zodat gemeenten tijdig kunnen beschikken over juiste cliëntgegevens in het kader van de decentralisatie van begeleiding.

Gezien de kwetsbaarheid van de mensen die gevolgen ondervinden van de decentralisatie van extramurale begeleiding vind ik het nadrukkelijk mijn taak om de gemeenten en, waar mogelijk, de betrokken cliënten zoveel mogelijk te faciliteren zodat continuïteit van ondersteuning mogelijk is. De door uw Kamer aangenomen motie is daarmee in lijn.

Bij de invulling van die taak moet en zal uiteraard rekening worden gehouden met de wet- en regelgeving rondom privacy (Wet bescherming persoonsgegevens, Wbp).

In deze brief informeer ik u over de wijze waarop ik de gegevensoverdracht samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) vorm geef als onderdeel van de activiteiten van het Transitiebureau begeleiding. In de brief ga ik in op het verstrekken van beleidsinformatie, op de activiteiten die uitgevoerd worden om te komen tot de overdracht van gegevens en op de gegevensuitwisseling in de toekomst.

In de volgende voortgangsrapportage Langdurige zorg informeer ik u over de voortgang van dit proces.

Beleidsinformatie

Ik heb u met de voortgangsrapportage Langdurige zorg (Kamerstuk 30 597, nr. 218)) het stappenplan van het Transitiebureau begeleiding doen toekomen. Dat stappenplan is er op gericht gemeenten en aanbieders voor te bereiden op de decentralisatie van begeleiding vanaf 2013.

Het Transitiebureau heeft gemeenten en aanbieders geadviseerd om voor 1 januari 2012 de zogenaamde verkennende fase af te ronden en over te gaan op het maken van beleidskeuzes. Om dit te realiseren, hebben gemeenten beleidsinformatie nodig over o.a. het aantal personen dat begeleiding ontvangt en welk type begeleiding door welke aanbieders geleverd wordt. Hieraan is, en wordt, op de volgende wijze gevolg gegeven. Voorop staat dat gemeenten deze informatie deels zelf kunnen vergaren door in gesprek te gaan met aanbieders en cliënten en gebruik te maken van de handreikingen van het Transitiebureau.

In aanvulling daarop heb ik met de bronhouders van AWBZ-informatie of hun landelijke koepels, te weten CIZ, CAK, Jeugdzorg Nederland en Zorgverzekeraars Nederland landelijke afspraken gemaakt over de overdracht van – niet tot personen herleidbare – beleidsinformatie aan gemeenten.

Op grond van die afspraken heeft het CIZ in oktober 2011 per gemeente een rapport «Begeleiding in beeld» opgeleverd. Dit rapport is in te zien via http://ciz.databank.nl/report/begeleiding.htm. Afgesproken is dat het rapport twee keer per jaar wordt geactualiseerd.

Het CAK heeft in november 2011 per gemeente een overzicht opgeleverd met informatie over het geleverde aantal uren begeleiding. Afgesproken is dat gemeenten driemaandelijks een geactualiseerde rapportage ontvangen. De volgende actualisatie is op 1 april 2012.

De zorgkantoren hebben in november 2011 een overzicht per gemeente geleverd over de geleverde begeleiding. Het Transitiebureau, ZN, een aantal individuele zorgkantoren en gemeenten zijn gezamenlijk tot een basisset van gegevens gekomen. Op 1 april 2012 volgt een vervolgrapportage.

Met Jeugdzorg Nederland zijn afspraken gemaakt over de te leveren gegevens door de Bureau’s Jeugdzorg. De informatie wordt zo snel mogelijk aan gemeenten beschikbaar gesteld. Afgesproken is dat gemeenten op 1 april 2012 een update van deze beleidsinformatie ontvangen.

Gegevensoverdracht

De motie verzoekt gegevens over te dragen aan gemeenten. Zoals ik hierboven aangaf, moet daarbij rekening worden gehouden met de vereisten van de Wbp.

Wij kiezen voor een gefaseerde aanpak voor de gegevensoverdracht, die er, met inachtneming van de Wbp, toe zal leiden dat de gemeenten tijdig kunnen beschikken over de persoonsgegevens van degenen die op begeleiding zijn aangewezen.

De voorgenomen aanpak, die ik ook met de VNG heb besproken, zal bestaan uit enkele elementen. In eerste instantie zal van de zorgkantoren worden gevraagd alle verzekerden die extramurale begeleiding ontvangen, schriftelijk uitgebreid te informeren over de per 1 januari 2013 of daarna in de periode tot 1 januari 2014 voor hen optredende veranderingen. In die brief zal de nadruk worden gelegd op de inspanningen die de zorgkantoren, VWS en VNG via het Transitiebureau willen doen om de overgang van de AWBZ naar de Wmo voor de cliënten zo eenvoudig mogelijk te maken.

Daarbij zal het zorgkantoor de cliënten aanbieden dat het zorgkantoor, tenzij de cliënt aangeeft dat niet te wensen, de gemeente waar de cliënt woont tijdig zal inlichten over het feit dat de cliënt extramurale begeleiding op grond van de AWBZ ontvangt, zodat de gemeente daarna tijdig contact kan opnemen met de cliënt om ervoor te zorgen dat deze ook onder de Wmo de benodigde ondersteuning kan ontvangen.

Uiteraard zullen de zorgkantoren ervoor hebben te zorgen dat de cliënten op vragen naar aanleiding van die brief adequaat antwoord ontvangen. Het Transitiebureau zal de zorgkantoren daarbij daar waar mogelijk ondersteunen. Vervolgens zullen de zorgkantoren de betrokken gemeenten de vereiste informatie doen toekomen.

De brief van de zorgkantoren zal in de periode na indiening van het voorstel tot wijziging van de Wmo verzonden worden aan cliënten. Ik zal met de zorgkantoren afspreken, en hen daarbij ondersteunen, dat zij actuele en adequate gegevens overdragen aan gemeenten.

De gemeenten op hun beurt zullen in hun reguliere contacten met hun burgers aangeven dat ook zij de overgang voor de cliënt zo eenvoudig mogelijk willen maken.

Indien een cliënt de benodigde instemming niet wenst te geven, zal deze in het kader van de aanvraag van begeleiding zelf de benodigde informatie aan de gemeente moeten verstrekken.

Ik vind het belangrijk dat de gemeenten op tijd weten wie zij ondersteuning moeten bieden met ingang van 2013. Daarom worden in aanvulling op de afspraken met de zorgkantoren de koepels van de huidige AWBZ-aanbieders en MEE gevraagd hun personeel over deze werkwijze te informeren, zodat zij de cliënt adequaat kunnen informeren over de gang van zaken en kunnen benadrukken dat de gegevensoverdracht een bijdrage levert aan continuïteit van zorg.

Gegevensuitwisseling

De VNG heeft in haar brief van 22 september jl. aan uw Kamer aangegeven dat het voor gemeenten onder meer nodig zal zijn om te weten of de aanvrager van een Wmo-voorziening een intramurale indicatie heeft, omdat dat bepalend is of betrokkene onder de Wmo of de AWBZ valt. Ik heb toegezegd te onderzoeken op welke wijze het mogelijk is om te komen tot een goede structurele gegevensuitwisseling, uiteraard ook binnen de kaders van de privacywetgeving. Ik informeer u bij de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wmo nader.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven