29 532
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op de instelling van plusregio's (Wijzigingswet Wgr-plus)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 oktober 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel XVII wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt «met ingang van 1 januari 2005» vervangen door: met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet.

b. De eerste volzin van het derde lid komt te luiden: Het dagelijks bestuur van een openbaar lichaam, ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in het tweede lid, wijzigt binnen acht weken na inwerkingtreding van deze wet de gemeenschappelijke regeling voor zover dat noodzakelijk is in verband met de inwerkingtreding van deze wet.

2

Artikel XVIII komt te luiden:

ARTIKEL XVIII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

Toelichting

Vanwege de reële kans dat het onderhavige wetsvoorstel na 1 januari 2005 tot wet wordt verheven en in werking treedt, is bij koninklijke boodschap van 18 oktober 2004 ingediend het voorstel van wet tot extra verlenging van de gemeenschappelijke regelingen die krachtens de Kaderwet bestuur in verandering zijn getroffen (Kamerstukken II, 29 836, nr.1). Die wet maakt het mogelijk bij koninklijk besluit de geldigheid van de kaderwetregelingen te verlengen; zonder verlenging eindigt die geldigheid met ingang van 1 januari 2005.

In samenhang daarmee is het noodzakelijk de overgangsbepaling en de inwerkingtredingsbepaling van het onderhavige wetsvoorstel aan te passen, nu beide de datum van 1 januari 2005 bevatten. Onderdeel 1, onder a, en onderdeel 2 van deze (tweede) nota van wijziging strekken daartoe. Opgenomen is dat de inwerkingtreding bij koninklijk besluit geschiedt. Voor het geval inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2005 mogelijk blijkt, regelt de tweede volzin van artikel XVIII de relatie met de Tijdelijke referendumwet, die immers tot 1 januari 2005 van kracht is. Alsdan zal, afhankelijk van de voortgang, het hiervoor genoemde voorstel voor een verlengingswet worden ingetrokken of de bevoegdheid die de verlengingswet schept, niet worden gebruikt.

De nieuwe redactie van artikel XVII, derde lid, zoals opgenomen in onderdeel 1, onder b, zorgt voor een betere aansluiting op het tweede lid.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Naar boven