29 532
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op de instelling van plusregio's (Wijzigingswet Wgr-plus)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 28 september 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanhef «Artikel 88 van de Wet bodembescherming wordt als volgt gewijzigd:» wordt vervangen door:

De Wet bodembescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 88 wordt als volgt gewijzigd:.

b. In onderdeel 1 wordt in de nieuwe tekst van het tweede lid «artikel 76, eerste lid» vervangend door: artikel 76.

c. Na de tekst wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

B

In artikel 95, vierde lid, onder b, wordt « het regionaal openbaar lichaam» vervangen door: de plusregio.

2

Aan artikel VIII wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

In artikel 82, eerste lid, van de Woningwet wordt na «gemeenten» ingevoegd: , plusregio's als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

3

Na artikel XIV wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XIVa

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 maart 2004 ingediende voorstel van Wet BDU verkeer en vervoer (Kamerstukken II 2003/04, 29 469) tot wet is of wordt verheven, dan wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. De onderdelen b en c komen te luiden:

b. plusregio: een plusregio als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen die de gemeente of gemeenten Amsterdam, Arnhem en Nijmegen, Eindhoven en Helmond, Enschede en Hengelo, 's-Gravenhage, Rotterdam of Utrecht omvat;

c. inliggende gemeenten: gemeenten die zijn gelegen binnen een provincie en buiten een plusregio;.

b. Onderdeel d komt te vervallen.

c. De onderdelen e tot en met h worden geletterd d tot en met g.

B

Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

1. Onze Minister verstrekt jaarlijks voor het uitkeringsjaar aan een plusregio een brede doeluitkering ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoerbeleid.

C

In artikel 3, tweede lid, onder a, en artikel 8, tweede lid, wordt telkens «het samenwerkingsgebied» vervangen door: de plusregio.

D

In artikel 3, tweede lid, onder c, en artikel 8, eerste lid, wordt telkens «een samenwerkingsgebied» vervangen door: een plusregio

E

In artikel 5, tweede lid, wordt «voor ieder regionaal openbaar lichaam» vervangen door: voor iedere plusregio.

F

In de artikelen 9, tweede lid, 10, eerste lid, 11, eerste en derde lid, en 13, tweede lid, wordt «het regionaal openbaar lichaam» telkens vervangen door: de plusregio.

G

In artikel 11, tweede lid, wordt «het regionaal openbaar lichaam» vervangen door: het dagelijks bestuur.

4

Artikel XV, aanhef, komt te luiden:

Artikel 2 van de Wet op de jeugdzorg komt te luiden:.

5

Na artikel XV wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XVa

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen zeven jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Toelichting

Onderdeel 1

De wijziging in onderdeel b vloeit voort uit het voorstel van wet tot wijziging van de Wet bodembescherming en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het beleid inzake bodemsaneringen (Kamerstukken II, 2003/04, 29 462) waarbij het bestaande artikel 76 van de Wet bodembescherming (dat verschillende leden kent) wordt vervangen door een artikel zonder leden; de verwijzing in het onderhavige wetsvoorstel dient daarom aangepast te worden.

De wijziging in onderdeel c herstelt de omissie dat in artikel 95 van de Wet bodembescherming het begrip «regionaal openbaar lichaam» niet is vervangen door het begrip: plusregio. Per saldo worden er zodoende twee artikelen in de Wet bodembescherming gewijzigd, die ieder een eigen aanduiding behoeven; daarom is in onderdeel a de aanhef van artikel V gewijzigd.

Onderdeel 2

Artikel 82, eerste lid, van de Woningwet bevat de zinsnede «gemeenten en provincies», daarmee refererend aan de gelijkluidende zinsnede in artikel 81, eerste lid. De wijziging van laatstgenoemd artikellid, waarbij de plusregio's worden ingevoegd (zie onderdeel B van artikel VIII), noopt tot een gelijksoortige wijziging van artikel 82, eerste lid. Dit was in eerste instantie over het hoofd gezien.

Onderdeel 3

Zoals in de memorie van toelichting is opgemerkt, heeft een plusregio een «dubbele hoedanigheid»: het begrip heeft zowel betrekking op de juridische structuur als op het feitelijke gebied. Dit is niet bijzonder: voor gemeenten en provincies geldt hetzelfde. In het voorstel voor de Wet BDU verkeer en vervoer, ingediend op een moment dat het onderhavige voorstel nog in procedure is, is noodzakelijkerwijs aangesloten bij de «oude» terminologie. Het voorstel hanteert dan ook nog het onderscheid tussen «samenwerkingsgebied» en «regionaal openbaar lichaam». Na inwerkintreding van het onderhavige voorstel zal de terminologie in de Wet BDU verkeer en vervoer moeten worden aangepast. Onderdeel 3 van deze nota van wijziging voorziet daarin.

Onderdeel 4

De Wet op de Jeugdzorg (Stb. 2004, 306) is inmiddels (gedeeltelijk) in werking getreden (Stb. 2004, 420). De aanhef van artikel XV (waarin nog sprake was van een voorstel van wet) wordt met deze wijziging aan die ontwikkeling aangepast.

Onderdeel 5

Zoals aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II, 2003/04, 29 532, nr. 6, p. 24), wordt bepaald dat de Tweede Kamer binnen zeven jaar na inwerkingtreding van deze wet een evaluatieverslag zal ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Naar boven