nr. 20
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 13 december 2004
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 111, tweede lid, de zinsnede
«het algemeen bestuur» vervangen door: het algemeen bestuur van
een plusregio.
B
Artikel IX komt te luiden:
ARTIKEL IX
Artikel 16 van de Planwet verkeer en vervoer wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.
2. De aanhef komt te luiden: Voor de openbare lichamen als bedoeld in
het eerste lid is de onderhavige wet van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande, dat:.
3. Onderdeel c komt te luiden:
c. het in artikel 5 bedoelde provinciale verkeers- en vervoerplan uitsluitend
betrekking heeft op het gebied van een in de provincie gelegen regionaal openbaar
lichaam voor zover daarin essentiële onderdelen van beleid zijn opgenomen
die noodzakelijk zijn voor de bovenregionale samenhang en het bestuur van
de provincie over deze onderdelen overleg heeft gevoerd met het bestuur van
het betrokken regionaal openbaar lichaam;
4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een
puntkomma, komt onderdeel f te luiden:
f. de artikelen 8 tot en met 10 niet toepassing zijn;
5. Er wordt na onderdeel f een onderdeel ingevoegd, luidende:
g. voor de toepassing van artikel 11 het «gemeentebestuur»
en het «gemeentelijk verkeers- en vervoerplan» wordt vervangen
door: «het bestuur van een regionaal openbaar lichaam» respectievelijk
het «regionaal verkeers- en vervoerplan» en in de tweede volzin
van het eerste lid de aanwijzing van het provinciaal bestuur uitsluitend betrekking
heeft op de essentiële onderdelen van beleid van het provinciale verkeersen
vervoerplan die noodzakelijk zijn voor de bovenregionale samenhang.
6. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Het bestuur van een regionaal openbaar lichaam als bedoeld in artikel
104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dat de gemeente of gemeenten
Amsterdam, Arnhem en Nijmegen, Eindhoven en Helmond, Enschede en Hengelo,
's-Gravenhage, Rotterdam of Utrecht omvat, stelt een regionaal verkeers- en
vervoerplan vast, dat richting geeft aan de voor het gebied van dat regionaal
openbaar lichaam te nemen beslissingen inzake verkeer en vervoer. Het bestuur
neemt hierbij de essentiële onderdelen van het nationale verkeers- en
vervoerplan in acht, evenals de essentiële onderdelen van het provinciale
verkeeren vervoerplan, voor zover die betrekking hebben op de bovenregionale
samenhang.
C
In artikel XVa wordt de zinsnede «zeven jaar» vervangen door:
vijf jaar.
Toelichting
Onderdeel A van deze nota van wijziging bevat een terminologische verduidelijking.
Onderdeel B van deze nota van wijziging strekt ertoe de Planwet Verkeer
en Vervoer aan te passen in overeenstemming met de beleidsnotitie Wgr-plus.
Dat betekent dat op het punt van de bovenregionale samenhang een provincie,
waar nodig, kaderstellend kan optreden ten aanzien van de regionale verkeers-
en vervoerplannen van Wgr-plusregio's. Dit wordt geregeld door een wijziging
van artikel 16 van de Planwet. Deze wijziging houdt in dat een provincie de
bevoegdheid heeft om na overleg met het bestuur van de betrokken plusregio
in het provinciale verkeers- en vervoerplan te bepalen welke onderdelen, die
noodzakelijk zijn voor de bovenregionale samenhang, betrekking kunnen hebben
op het gebied van de desbetreffende Wgr-plusregio en aldus verplicht moeten
doorwerken in de verkeers-en vervoerplannen van die Wgr-plusregio's. Het provinciaal
bestuur heeft een aanwijzingsbevoegdheid voor het geval het bestuur van de
desbetreffende Wgr-plusregio nalaat een en ander te vertalen naar de eigen
verkeers- en vervoerplannen.
Onderdeel C van deze nota van wijziging komt voort uit de gedachtewisseling
met de Tweede Kamer, waarin bleek dat de Kamer hecht aan een eerdere evaluatie
van de wet dan oorspronkelijk opgenomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes