29 532
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op de instelling van plusregio's (Wijzigingswet Wgr-plus)

nr. 20
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 december 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 111, tweede lid, de zinsnede «het algemeen bestuur» vervangen door: het algemeen bestuur van een plusregio.

B

Artikel IX komt te luiden:

ARTIKEL IX

Artikel 16 van de Planwet verkeer en vervoer wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.

2. De aanhef komt te luiden: Voor de openbare lichamen als bedoeld in het eerste lid is de onderhavige wet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat:.

3. Onderdeel c komt te luiden:

c. het in artikel 5 bedoelde provinciale verkeers- en vervoerplan uitsluitend betrekking heeft op het gebied van een in de provincie gelegen regionaal openbaar lichaam voor zover daarin essentiële onderdelen van beleid zijn opgenomen die noodzakelijk zijn voor de bovenregionale samenhang en het bestuur van de provincie over deze onderdelen overleg heeft gevoerd met het bestuur van het betrokken regionaal openbaar lichaam;

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, komt onderdeel f te luiden:

f. de artikelen 8 tot en met 10 niet toepassing zijn;

5. Er wordt na onderdeel f een onderdeel ingevoegd, luidende:

g. voor de toepassing van artikel 11 het «gemeentebestuur» en het «gemeentelijk verkeers- en vervoerplan» wordt vervangen door: «het bestuur van een regionaal openbaar lichaam» respectievelijk het «regionaal verkeers- en vervoerplan» en in de tweede volzin van het eerste lid de aanwijzing van het provinciaal bestuur uitsluitend betrekking heeft op de essentiële onderdelen van beleid van het provinciale verkeersen vervoerplan die noodzakelijk zijn voor de bovenregionale samenhang.

6. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

1. Het bestuur van een regionaal openbaar lichaam als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dat de gemeente of gemeenten Amsterdam, Arnhem en Nijmegen, Eindhoven en Helmond, Enschede en Hengelo, 's-Gravenhage, Rotterdam of Utrecht omvat, stelt een regionaal verkeers- en vervoerplan vast, dat richting geeft aan de voor het gebied van dat regionaal openbaar lichaam te nemen beslissingen inzake verkeer en vervoer. Het bestuur neemt hierbij de essentiële onderdelen van het nationale verkeers- en vervoerplan in acht, evenals de essentiële onderdelen van het provinciale verkeeren vervoerplan, voor zover die betrekking hebben op de bovenregionale samenhang.

C

In artikel XVa wordt de zinsnede «zeven jaar» vervangen door: vijf jaar.

Toelichting

Onderdeel A van deze nota van wijziging bevat een terminologische verduidelijking.

Onderdeel B van deze nota van wijziging strekt ertoe de Planwet Verkeer en Vervoer aan te passen in overeenstemming met de beleidsnotitie Wgr-plus. Dat betekent dat op het punt van de bovenregionale samenhang een provincie, waar nodig, kaderstellend kan optreden ten aanzien van de regionale verkeers- en vervoerplannen van Wgr-plusregio's. Dit wordt geregeld door een wijziging van artikel 16 van de Planwet. Deze wijziging houdt in dat een provincie de bevoegdheid heeft om na overleg met het bestuur van de betrokken plusregio in het provinciale verkeers- en vervoerplan te bepalen welke onderdelen, die noodzakelijk zijn voor de bovenregionale samenhang, betrekking kunnen hebben op het gebied van de desbetreffende Wgr-plusregio en aldus verplicht moeten doorwerken in de verkeers-en vervoerplannen van die Wgr-plusregio's. Het provinciaal bestuur heeft een aanwijzingsbevoegdheid voor het geval het bestuur van de desbetreffende Wgr-plusregio nalaat een en ander te vertalen naar de eigen verkeers- en vervoerplannen.

Onderdeel C van deze nota van wijziging komt voort uit de gedachtewisseling met de Tweede Kamer, waarin bleek dat de Kamer hecht aan een eerdere evaluatie van de wet dan oorspronkelijk opgenomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Naar boven