29 532
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op de instelling van plusregio's (Wijzigingswet Wgr-plus)

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID BOELHOUWER

Ontvangen 9 december 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, komt artikel 11 te luiden:

Artikel 111

1. In afwijking van artikel 13, eerste lid, kan in een regeling worden bepaald dat:

a. de leden van het algemeen bestuur van de plusregio door de leden en de voorzitters van de raden en door de wethouders van de gemeenten die een plusregio vormen, gezamenlijk uit hun midden worden aangewezen;

b. als lid van het algemeen bestuur van het regionaal openbaar lichaam tevens kunnen worden aangewezen degenen die voorkomen op de kandidatenlijsten voor de laatst gehouden verkiezingen van de raden van de gemeenten die een plusregio vormen, maar niet raadslid zijn. Op deze bestuursleden zijn de artikelen 12 tot en met 15 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

2. In afwijking van artikel 13, negende lid, kan het algemeen bestuur van het regionaal openbaar lichaam een voorzitter aanwijzen van buiten de kring van het algemeen bestuur.

3. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel a, is artikel 13, tweede lid, niet van toepassing. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt van rechtswege zodra men ophoudt lid of voorzitter van de raad of wethouder te zijn in de gemeente waar men die functie bekleedde bij aanvang van het lidmaatschap van het algemeen bestuur.

4. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel a, is artikel 13, derde lid, niet van toepassing. In de regeling wordt het aantal leden van het algemeen bestuur vastgesteld.

5. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel a, is artikel 16, eerste en derde tot en met zesde lid, niet van toepassing, De regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop het algemeen bestuur de door een of meer leden van een raad van een aan de regeling deelnemende gemeente gevraagde inlichtingen aan die raad dient te verstrekken.

6. Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, is artikel 21 op de voorzitter niet van toepassing. Bij of krachtens regeling van het algemeen bestuur, wordt in ieder geval de bezoldiging van de voorzitter geregeld.

7. Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, zijn de artikelen 66, tweede tot en met vierde lid, en 67 tot en met 71 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Het voorliggende wetsvoorstel vervangt de Kaderwet bestuur in verandering. Wat niet is overgenomen in het wetsvoorstel, maar in de Kaderwet uitdrukkelijk als optie is opgenomen, is de mogelijkheid om het democratische tekort aan te vullen door een regioraad te kiezen op basis van een lijstenstelsel. Met dit amendement wordt deze optie weer uitdrukkelijk naar voren gehaald.

Op basis van een lijstenstelsel, kunnen alle raadsleden, wethouders en burgermeesters een stem uitbrengen op een lijst van politieke geestverwanten en ook gekozen worden om zo het algemeen bestuur van de plusregio uit hun midden te vormen. Dit beoogde lijststel is dus een indirecte verkiezing die het democratische fundament vormt van een plusregio. Hierbij gaat de voorkeur van de indiener uitdrukkelijk uit naar zittende gemeenteraadsleden, zoals ook beoogd door het amendement van de leden Spies en Van Beek (29 532, nr.14, gewijzigd gedrukt onder nr. 16).

Omdat de indiener van dit amendement de binding tussen een gemeenteraad en het Algemeen Bestuur (AB) van een plusregio van belang acht, beoogt het amendement eveneens een inlichtingenplicht te garanderen van het AB richting gemeenten waarvan mogelijk uit hun midden geen leden zitting hebben in het AB.

Boelhouwer

Naar boven