nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID BOELHOUWER
Ontvangen 9 december 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, komt artikel 11 te luiden:
Artikel 111
1. In afwijking van artikel 13, eerste lid, kan in een regeling worden
bepaald dat:
a. de leden van het algemeen bestuur van de plusregio door de leden en
de voorzitters van de raden en door de wethouders van de gemeenten die een
plusregio vormen, gezamenlijk uit hun midden worden aangewezen;
b. als lid van het algemeen bestuur van het regionaal openbaar lichaam
tevens kunnen worden aangewezen degenen die voorkomen op de kandidatenlijsten
voor de laatst gehouden verkiezingen van de raden van de gemeenten die een
plusregio vormen, maar niet raadslid zijn. Op deze bestuursleden zijn de artikelen
12 tot en met 15 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
2. In afwijking van artikel 13, negende lid, kan het algemeen bestuur
van het regionaal openbaar lichaam een voorzitter aanwijzen van buiten de
kring van het algemeen bestuur.
3. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel a, is
artikel 13, tweede lid, niet van toepassing. Het lidmaatschap van het algemeen
bestuur eindigt van rechtswege zodra men ophoudt lid of voorzitter van de
raad of wethouder te zijn in de gemeente waar men die functie bekleedde bij
aanvang van het lidmaatschap van het algemeen bestuur.
4. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel a, is
artikel 13, derde lid, niet van toepassing. In de regeling wordt het aantal
leden van het algemeen bestuur vastgesteld.
5. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel a, is
artikel 16, eerste en derde tot en met zesde lid, niet van toepassing, De
regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop het algemeen bestuur
de door een of meer leden van een raad van een aan de regeling deelnemende
gemeente gevraagde inlichtingen aan die raad dient te verstrekken.
6. Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, is artikel 21 op
de voorzitter niet van toepassing. Bij of krachtens regeling van het algemeen
bestuur, wordt in ieder geval de bezoldiging van de voorzitter geregeld.
7. Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, zijn de artikelen
66, tweede tot en met vierde lid, en 67 tot en met 71 van de Gemeentewet van
overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Het voorliggende wetsvoorstel vervangt de Kaderwet bestuur in verandering.
Wat niet is overgenomen in het wetsvoorstel, maar in de Kaderwet uitdrukkelijk
als optie is opgenomen, is de mogelijkheid om het democratische tekort aan
te vullen door een regioraad te kiezen op basis van een lijstenstelsel. Met
dit amendement wordt deze optie weer uitdrukkelijk naar voren gehaald.
Op basis van een lijstenstelsel, kunnen alle raadsleden, wethouders en
burgermeesters een stem uitbrengen op een lijst van politieke geestverwanten
en ook gekozen worden om zo het algemeen bestuur van de plusregio uit hun
midden te vormen. Dit beoogde lijststel is dus een indirecte verkiezing die
het democratische fundament vormt van een plusregio. Hierbij gaat de voorkeur
van de indiener uitdrukkelijk uit naar zittende gemeenteraadsleden, zoals
ook beoogd door het amendement van de leden Spies en Van Beek (29 532,
nr.14, gewijzigd gedrukt onder nr. 16).
Omdat de indiener van dit amendement de binding tussen een gemeenteraad
en het Algemeen Bestuur (AB) van een plusregio van belang acht, beoogt het
amendement eveneens een inlichtingenplicht te garanderen van het AB richting
gemeenten waarvan mogelijk uit hun midden geen leden zitting hebben in het
AB.
Boelhouwer