29 532
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op de instelling van plusregio's (Wijzigingswet Wgr-plus)

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID BOELHOUWER

Ontvangen 23 november 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt na artikel 110 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 110a

1. Het dagelijks bestuur van een plusregio, tot stand gekomen na inwerkingtreding van deze wet, en gedeputeerde staten stellen gezamenlijk binnen vijf jaar na het treffen van de gemeenschappelijke regeling een verslag op over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van die regeling.

2. Het dagelijks bestuur zendt het verslag aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die een afschrift zendt aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Toelichting

De bedoeling van dit amendement is, dat er, ter aanvulling van de algemene evaluatiebepaling, ook na de instelling van een nieuwe regio een vast evaluatiemoment komt. Het inbouwen van een evaluatiemoment is van belang omdat zelfevaluatie het meest instructief is voor betrokkenen uit de regio. Het is een moment van bezinning, waarin de vraagtrits «doorgaan, wijzigen of stoppen» aan de orde kan komen, opdat de instelling van een plusregio geen «eeuwigheidswaarde» veronderstelt. Hoewel er geen directe lijn loopt tussen de Tweede Kamer en de regio/provincie, is het hierbij de bedoeling dat de Tweede Kamer op de hoogte blijft. Dat gebeurt via de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die deze zelfevaluatie doorstuurt naar de Tweede Kamer.

Boelhouwer

Naar boven