29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 221 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 december 2013

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de brief van 16 oktober 2013 over de Eindevaluatie Nederlandse inzet in de antipiraterijoperaties Atalanta en Ocean Shield van september 2011 tot en met december 2012 (Kamerstuk 29 521, nr. 212).

De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 11 december 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De adjunct-griffier van de commissie, Dekker

1

Welk deel van Zuid en Centraal Somalië is nu in handen van de Al-Shabaab?

Het beeld is diffuus. In Zuid- en Centraal-Somalië zijn verschillende steden en grote delen van het platteland nog steeds in handen van Al-Shabaab. Banadir (Mogadishu) staat onder gezag van de federale regering.

In Zuid-Somalië is Lower Juba, waaronder Kismayo, voor het grootste gedeelte in handen van de Jubaland Forces en de Keniaanse strijdkrachten, die beiden aan de zijde staan van de federale regering. Middle Juba is voor het grootste gedeelte in handen van Al-Shabaab. Dit geldt ook voor de regio Bay, met uitzondering van de corridor tussen Mogadishu en Dolow die door Baidoa loopt. In Bakool is alleen het grensgebied met Ethiopië niet in handen van Al-Shabaab. In Gedo heeft Al-Shabaab relatief veel terrein verloren aan Keniaanse en Ethiopische strijdkrachten, en aan de overheid gelieerde milities. Het gaat om circa de helft van de regio. In Lower Shabelle is vanaf Merka richting Mogadishu en Afgoye het gezag hersteld.

In Centraal-Somalië is Hiraan grotendeels in handen van Al-Shabaab, met uitzondering van Beledweyne en het gebied ten noorden daarvan, dat in handen is van Ethiopische strijdkrachten en het Djibouti-contingent van AMISOM. Ook het zuiden van Galgadud en het noorden van Middle Shabelle zijn in handen van Al-Shabaab.

2

Is er inmiddels sprake van een Civilian Casualty Tracking and Analysis Reporting Cell binnen de African Union Mission in Somalia (AMISOM)?

Over de ontwikkelingen rondom de Civilian Casualty Tracking and Analysis Reporting Cell (CCTRC) wordt u afzonderlijk geïnformeerd.

3

Zijn en worden bij de inzet in de antipiraterijmissies de standaard uitzendregels gevolgd?

Ja.

4

Hebben de missies Atalanta en Ocean Shield ook bijgedragen aan het stabiliseren van Somalië? Zo ja, waar blijkt dit uit?

Er is geen direct verband te leggen tussen de maritieme operaties Atalanta en Ocean Shield en de stabilisering van Somalië. Met behulp van militaire operaties en de maatregelen van reders en koopvaardijschepen is de dreiging van piraterij succesvol ingeperkt. Verdachten van piraterij gaan echter door met hun operaties, ook al gebeurt dit kleinschaliger en op minder succesvolle wijze.

De dreiging van piraterij wordt met de huidige inspanningen beheerst, maar is niet verdwenen. Indien de militaire operaties stoppen, blijft de kans op nieuwe kapingen aanwezig zolang de achterliggende oorzaken van het piraterijprobleem niet zijn weggenomen. Lange tijd verhinderde instabiliteit in de fragiele staat Somalië de opbouw van regionale capaciteiten om piraterij zelfstandig te bestrijden.

Sinds augustus 2012 staat Somalië voor het eerst in 21 jaar weer onder legitiem centraal gezag. Dit biedt de internationale gemeenschap aanknopingspunten om de Somalische autoriteiten te ondersteunen bij de (weder)opbouw van hun land. Dit biedt kansen voor een duurzame oplossing van het piraterijvraagstuk op het land. Nederland levert daarom bijdragen aan de EU-missies EUTM Somalië en EUCAP Nestor om de opbouw van de veiligheidssector in Somalië te ondersteunen.

5

Zijn er aanwijzingen dat de opbrengsten van piraterij opgaan aan terrorisme? Zo ja, kunt u hier cijfers van geven?

Op lokaal niveau is sprake van samenwerking tussen piraten en Al-Shabaab. In het verleden hebben piraten een deel van hun losgeld afgestaan aan Al-Shabaab. Het is onbekend om welke bedragen het ging en op welke wijze Al-Shabaab het geld heeft aangewend.

6

Hoe staat de stelling, dat het aantal kapingen nu weliswaar afneemt maar dat de grondoorzaken van piraterij nog niet zijn weggenomen, tot de mededeling over de beperkte intensivering van Nederlandse 3D ontwikkelingsactiviteiten in Somalië?

De oorzaken van piraterij, in brede zin, zijn armoede, werkloosheid, straffeloosheid en uitzichtloosheid voor jongeren, vooral in kustgemeenschappen. Het wegnemen van die oorzaken is een langdurig proces dat allereerst vraagt om veiligheid en stabiliteit in Somalië. Dit zijn voorwaarden voor een effectief staatsvormings- en wederopbouwproces. De Nederlandse middelen om hieraan bij te dragen zijn relatief beperkt, maar worden zo doelgericht mogelijk ingezet.

7

Wat moet de regering van Somalië doen om haar gezag te doen gelden?

De wederopbouw van een failed state, zoals Somalië ruim 21 jaar is geweest, vergt grote inspanningen op diverse terreinen. Ten eerste staat de regering voor de taak om, samen met AMISOM, te zorgen voor meer veiligheid en haar gezag in heel Somalië te vestigen. Ten tweede dient de regering toenadering te zoeken tot alle regio’s van het land en constructieve gesprekken te beginnen over de federale structuur van het nieuwe Somalië. Ten derde moet de regering het vertrouwen van de bevolking zien te winnen door publieke dienstverlening op te bouwen (scholen, gezondheidszorg, wegenbouw, rechtssysteem en politie).

8

Welke instrumenten staan de Somalische regering ter beschikking? Zijn die instrumenten geloofwaardig en effectief?

De regering beschikt over politieke, financiële en militaire middelen. Het transparante proces waarmee de huidige regering tot stand is gekomen, versterkt de interne legitimiteit en daarmee de inzet van politieke middelen. Dit komt ook de steun van de internationale gemeenschap ten goede. De Somalische regering wordt door de internationale gemeenschap ondersteund met financiële middelen. Tijdens een conferentie in Brussel op 16 september jl. hebben donoren € 1,8 miljard aan steun toegezegd. Qua militaire middelen heeft de Somalische regering de Afrikaanse troepenmacht AMISOM en een eigen krijgsmacht in opbouw ter beschikking. Zowel AMISOM als de Somali National Army (SNA) helpt de territoriale zeggenschap uit te breiden en te handhaven. De VN Veiligheidsraad gaf op 12 november jl. goedkeuring om AMISOM van 17.731 naar 22.126 militairen uit te breiden. Ook het leger neemt in omvang toe, maar functioneert nog niet zonder steun van AMISOM en de internationale gemeenschap.

De beschikbaarheid van bovenstaande instrumenten stelt de Somalische overheid in staat het wederopbouwproces voort te zetten. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar de vestiging van veiligheid en gezag in heel Somalië, alsmede een effectieve federale structuur. De bestrijding van corruptie en de overbrugging van clantegenstellingen zijn belangrijke speerpunten. Voor de geloofwaardigheid van de regering is het daarnaast van belang dat zij de bevolking concrete resultaten kan laten zien ten aanzien van de veiligheid, het onderwijs, de infrastructuur en de economische ontwikkeling.

9

Is de Somalische regering bereid het beschikbare instrumentarium in te zetten?

Die bereidheid is er. De regering beschikt echter nog niet in alle gevallen over de capaciteit om de instrumenten effectief in te zetten. Haar huidige gezag beperkt zich tot slechts een klein deel van het land. Verder wordt veel hulp indirect verleend, waardoor de federale regering onvoldoende in staat is krediet op te bouwen voor de resultaten ervan. De zorg over corruptie is hier mede debet aan. Donoren eisen garanties dat het geld goed terechtkomt. Dit werkt in de praktijk vaak vertragend. Daarnaast wordt de politiek in Somalië nog steeds grotendeels bepaald door individuele en clanloyaliteiten en te weinig door inhoudelijke beleidsprioriteiten.

10

Is er concreet zicht op een effectieve aanpak van de grondoorzaken op het land? Zo ja, waarop is dat concrete zicht gebaseerd?

De oorzaken van piraterij in Somalië worden doelgericht aangepakt. Dat gebeurt op basis van de New Deal for Fragile States. De New Deal is in september 2013 in Brussel ondertekend door de Somalische president en richt zich op het creëren van een veilige omgeving, de opbouw van een rechtstaat, verzoening via «inclusive politics» en een herstart van de economie. Somalië is het eerste land waarmee de internationale gemeenschap een dergelijke New Deal heeft afgesloten.

Nederland heeft € 21 miljoen beschikbaar gesteld voor dit proces voor de periode 2014–2017: € 15 miljoen in het kader van het Meerjarig Strategisch Plan voor de Hoorn van Afrika en € 6 miljoen uit het Stabiliteitsfonds.

11

Waarom wordt de bilaterale hulprelatie met Somalië geïntensiveerd terwijl dit geen partnerland in ontwikkelingssamenwerking is? Om welke zaken gaat het en waarom kon dit niet in EU- of VN-verband?

De Hoorn van Afrika is voor Nederland een belangrijke geopolitieke regio in Afrika. Instabiliteit in Somalië, veroorzaakt door terrorisme en piraterij, heeft een destabiliserend effect op de gehele regio. De Nederlandse aandacht voor deze regio (bijvoorbeeld voor het aanpakken van de oorzaken van piraterij), kan niet uitsluitend vanuit de OS-programma’s in Kenia en Ethiopië worden vormgegeven. Om die reden is een Meerjarig Strategisch Plan voor de Hoorn van Afrika 2014–2017 geformuleerd. In het kader van dit plan besteedt de Nederlandse ambassade in Nairobi in de komende vier jaar € 15 miljoen euro aan OS-activiteiten in Somalië. Daarnaast is de komende drie jaar € 6 miljoen euro beschikbaar uit het Stabiliteitsfonds voor activiteiten op het snijvlak van vrede en veiligheid in Somalië. Nederland besteedt de additionele middelen voornamelijk aan activiteiten binnen het speerpunt Veiligheid en Rechtsorde. Een groot deel van de Nederlandse middelen wordt ingezet via multilaterale of NGO-kanalen, in nauwe samenwerking met de EU, de VN en de Somalische overheid.

12

Hoeveel contacten zijn er met burgers in Somalië geweest om begrip voor de missie te creëren?

Bij de operaties Atalanta en Ocean Shield is geen sprake van «boots on the ground». Er zijn wel indirecte contacten met burgers geweest via de Key Leadership Engagement activiteiten van Atalanta. In dat kader werden Somalische leiders voor gesprekken uitgenodigd aan boord van schepen van Atalanta. Verder zijn er media-activiteiten geweest van Atalanta, gericht op het Somalische publiek. Ook wordt via de Contact Group on Piracy off the Coast of Somalia (CGPCS) counter-piracy messaging uitgevoerd. Hierbij worden de negatieve effecten van piraterij onder de aandacht van de Somalische gemeenschap gebracht. Deze communicatie wordt zoveel mogelijk gecoördineerd en afgestemd met de Somalische autoriteiten, die hier in eerste instantie verantwoordelijk voor zijn.

13

Wat betekent de primaire verantwoordelijkheid van Somalië voor piraterijbestrijding in de praktijk?

Somalië is als staat zelf primair verantwoordelijk voor de handhaving van orde op het eigen grondgebied. Dit geldt ook voor de bestrijding van piraterij. Somalië heeft vooralsnog echter onvoldoende capaciteit om dit zelf te doen. Het wordt daarom, zowel bij bestrijding van piraterij op zee als bij de aanpak van grondoorzaken op land, ondersteund door de internationale gemeenschap.

Dat Somalië eerstverantwoordelijke is voor onder andere piraterijbestrijding en daarbij wordt ondersteund door de internationale gemeenschap, wordt ook onderstreept in de New Deal for Somalia. Een van de pijlers van de New Deal is de implementatie van een Somali Maritime Resource and Security Strategy. De Somalische president onderstreepte in een videoboodschap aan de Contact Group on Piracy off the Coast off Somalia (CGPCS) in mei 2013 het belang van implementatie van deze strategie.

14

Is er een termijn gesteld wanneer Somalië als een soevereine staat zelf de piraterijbestrijding aanpakt?

Er is geen termijn gesteld waarbinnen Somalië zonder hulp van de internationale gemeenschap piraterij moet kunnen bestrijden.

15

Wat is de verhouding van de Nederlandse uitgaven per jaar aan de 3D benadering in deze regio?

De onderlinge verwevenheid van problemen in de Hoorn van Afrika vraagt om een geïntegreerde en regionale aanpak, ook door Nederland. Het Meerjaren Strategisch Plan voor de Hoorn van Afrika, dat momenteel wordt opgesteld, biedt het beleidskader voor deze geïntegreerde en regionale aanpak. De Nederlandse inzet in Somalië krijgt vorm in het kader van dit Meerjarig Strategisch Plan.

16

Welke acties onderneemt Atalanta om de visserijactiviteiten voor de kust van Somalië te monitoren?

De Atalanta-eenheden die opereren in de nabijheid van Somalië rapporteren aan het Force Headquarters (HQ) over de visserijactiviteiten. Het Force HQ rapporteert daarover op zijn beurt aan het Operational HQ in Northwood.

17

Zijn er reeds concrete gevolgen voor de Somalische vissers identificeerbaar van de inzet van de internationale gemeenschap voor het monitoren van visserijactiviteiten? Zo ja, welke? Zo nee, hoe kan de inzet van de internationale gemeenschap op dit punt verbeterd worden zodat het wel concrete gevolgen heeft voor de Somalische vissers?

De monitoring heeft op zichzelf geen direct positief effect op de visserij. Bestrijding van illegale visserij valt niet binnen het mandaat van Atalanta. Wel maakt de internationale maritieme aanwezigheid in de wateren voor de kust van Somalië deze wateren in algemene zin veiliger, wat indirect ook positieve gevolgen heeft voor de lokale vissers.

18

Hoe vaak is gebruik gemaakt van het verruimde mandaat van Atalanta om ook effecten op het land te bereiken?

Op 3 april 2012 is het operatieplan aangepast, zodat voortaan ook vanuit de lucht logistieke opslagplaatsen van de piraten op de Somalische kust kunnen worden aangepakt. Tot dusver is één keer een dergelijke aanval gedaan.

19

Welk percentage van de koopvaardijschepen in de International Recommended Transit Corridor (IRCT) voer in konvooi? Werden deze konvooien beschermd? Zo ja, door welke marines? Vindt er overleg plaats met de marines die buiten Atalanta, Ocean Shield of de Combined Maritime Forces (CMF) vallen? Wordt met deze marines ook de bescherming van de koopvaardijvloot afgestemd?

20

In hoeverre dragen de landen die zelfstandig in het gebied daadwerkelijk bij aan het handhaven van de internationale rechtsorde, of konvooieerden zij vooral schepen van de eigen nationaliteit?

34

Wat is militair de meest effectieve manier om de koopvaardijvaart in de Indische Oceaan te beschermen: konvooivaart of opsporing van de piraten? Wordt er in de Indische Oceaan gebruik gemaakt van konvooivaart? Zo ja, welk percentage van de koopvaardijschepen valt daaronder? Zo nee, waarom niet?

Uit de cijfers van het Maritime Security Centre Horn of Africa (MSCHOA) in Northwood blijkt dat in 2012 gemiddeld twaalf procent van de schepen aansluit bij een konvooi. Hierbij wordt aangetekend dat niet alle schepen zich melden bij het MSCHOA. China, Japan, India en Zuid-Korea beschermen de konvooien structureel met zogenaamde «independent deployers». Rusland, Thailand en Maleisië doen dit incidenteel. Deze landen stellen primair hun nationale belangen veilig door middel van konvooivaart, maar andere nationaliteiten kunnen ook bij deze konvooien aansluiten. De staven van Atalanta, Ocean Shield, de Combined Maritime Forces (CMF) en de independent deployers overleggen regelmatig. Dat gebeurt zodra commandoschepen bij elkaar in de buurt zijn. Ook nemen independent deployers deel aan de Shared Awareness and Deconfliction (SHADE) bijeenkomsten in Bahrein.

Voor de bescherming van de koopvaardij in de Indische Oceaan worden verschillende militaire middelen ingezet, waaronder konvooivaart en de begeleiding van schepen door marines en independent deployers. De effectiviteit van deze middelen is niet afzonderlijk te duiden. De bescherming van de koopvaardij is vooral effectief door het feit dat er onafgebroken maatwerk wordt geleverd door alle betrokken partijen.

21

Wat is het verschil tussen het mandaat van Ocean Shield en de CMF?

De rechtsbasis voor zowel Ocean Shield als de CMF wordt gevormd door het internationale zeerecht, in het bijzonder het VN-Zeerechtverdrag en VN-Veiligheidsraadresoluties. Beide operaties richten zich primair op de bescherming van koopvaardijschepen in de Internationally Recommended Transit Corridor (IRTC) en op de uitvoering van patrouilles. Daarnaast worden gerichte acties uitgevoerd om piraten af te schrikken en zo nodig piratenaanvallen te verstoren. Operatie Ocean Shield staat onder commando van de NAVO. Schepen die worden ingezet door CMF opereren onder CTF-151, de taakgroep die zich, als één van de drie taakgroepen onder de CMF, richt op piraterijbestrijding. Zowel de NAVO als de CMF neemt deel in Shared Awareness and Deconfliction (SHADE) vergaderingen. Ook wisselen het hoofdkwartier van de NAVO en het hoofdkwartier van de CMF te Bahrein informatie uit.

22

Wat is de operationele en internationale politieke impact als de red card holder daadwerkelijk een operatie blokkeert?

Dit hangt af van de operatie die zou worden geblokkeerd. In het algemeen zijn de betrokken planningsstaven op de hoogte van nationale restricties van deelnemende landen. Hiermee houden zij bij de planning al rekening.

23

Wat is de discretionaire ruimte die de red card holder heeft om die onverenigbaarheid vast te stellen en daadwerkelijk te sanctioneren?

De Directeur Operaties van de Defensiestaf kan zelfstandig gebruik maken van zijn bevoegdheid als red card holder. Hij doet dit in geval van onverenigbaarheid van opdrachten met het mandaat of met Nederlandse voorbehouden.

24

Zijn er voorbeelden in andere of eerdere missies waarin een red card holder een missie geblokkeerd heeft? Zo ja, wat waren de operationele en internationale politieke gevolgen van die beslissing?

In Ocean Shield en Atalanta is dit nog niet gebeurd.

25

Wordt de gewijzigde wijze van optreden, die onder Nederlands bevel over Combined Task Force (CTF) 508 is doorgevoerd, doorgezet door de opvolgende bevelhebbers?

Ja.

26

Hoe heeft de verruiming van het mandaat van Atalanta, zodat er ook effecten op het land bereikt konden worden, bijgedragen aan de verandering in het operatiepatroon van de piraten waardoor grote logistieke ondersteuningspunten op de wal minder intensief gebruikt werden?

Na de verruiming van het mandaat van Atalanta hebben piraten hun logistieke ondersteuningspunten van de stranden verwijderd.

27

In hoeverre is het Nederlandse materieel kennelijk niet het meest geschikte materieel voor de uitvoering van taken onder alle omstandigheden, gezien de uitdagingen voor de koeling van de scheepssystemen door de hoge zeewatertemperatuur en het extra onderhoud aan het materieel door de hoge luchttemperatuur? Welke lessen trekt u hieruit voor de ontwikkeling en verwerving van nieuw defensiematerieel?

De hoge zeewatertemperatuur en de hoge luchttemperatuur, in combinatie met de hoge luchtvochtigheid, vergen extra onderhoudsinspanningen. Deze extra inspanningen, bijvoorbeeld extra onderhoud aan zwaarder belaste apparatuur, het regelmatiger vervangen van filters of uitvoeren van extra schilderwerkzaamheden, kunnen met de beschikbare bemanning aan boord worden opgevangen. Dit belemmert de voortgang van de antipiraterijoperaties niet.

Bij het opstellen van eisen voor nieuw maritiem materieel, bijvoorbeeld omgevingscondities waarin operaties worden uitgevoerd, worden deze ervaringen meegenomen en verwerkt. Deze eisen zijn zodanig dat Defensie haar taken zelfstandig, wereldwijd, langdurig en onder alle weersomstandigheden kan uitvoeren.

28

Uit welk begrotingsartikel worden de extra kosten voor het onderhoud van het materieel betaald?

De additionele kosten van het onderhoud van het materieel dat valt binnen de evaluatieperiode worden gefinancierd uit de HGIS-voorziening op de defensiebegroting (artikel 1 – Inzet).

29

Hoe zou het probleem van niet goed in kaart gebrachte kustgebieden opgelost zijn als dit systeem niet door Nederland beschikbaar was gesteld?

Het in kaart brengen van kustgebieden is een belangrijke randvoorwaarde voor het functioneren van kustwachten in de regio. De activiteit zou onderdeel moeten zijn van het Regional Maritime Capacity Building plan. Zonder de Nederlandse bijdrage zou het probleem niet zijn opgelost of zou de oplossing langer op zich hebben laten wachten.

30

Wat is het gewenste aantal patrouillevliegtuigen voor operatie Ocean Shield? Hoeveel waren er hiervan beschikbaar?

31

Wat is het gewenste aantal patrouillevliegtuigen voor operatie Atalanta? Hoeveel waren er hiervan beschikbaar?

32

Welke mogelijkheden zijn er om het aantal patrouillevliegtuigen voor Atalanta en Ocean Shield op het gewenste niveau te krijgen?

Over het gewenste aantal patrouillevliegtuigen voor operaties Ocean Shield en Atalanta kunnen om operationele redenen geen mededelingen worden gedaan. Wel kan worden gesteld dat het aantal beschikbaar gestelde patrouillevliegtuigen achterblijft bij de gewenste aantallen.

Om deze situatie op te lossen zouden de aan Atalanta en Ocean Shield deelnemende landen meer patrouillevliegtuigen beschikbaar moeten stellen. Verder zouden de Navo en de EU vliegtuigen kunnen leasen. Zo heeft Luxemburg vroeg in de operatie Atalanta een geleased vliegtuig aangeboden.

33

Welke mogelijkheden zijn er om de tekorten aan bevoorradingsschepen in de missies Atalanta en Ocean Shield op te lossen?

Er is een tekort aan bevoorradingsschepen bij maritieme operaties, zeker in een uitgestrekt gebied als het Somalische bassin. Door nauwe samenwerking met andere marines en operaties, zijn commandanten in staat het tekort te verminderen.

35

In hoeverre kunnen extra onbemande vliegtuigjes de verkenningstaken opvangen van patrouillevliegtuigen voor toekomstige vergelijkbare operaties?

Maritieme patrouillevliegtuigen zijn uitgerust met geavanceerde sensorsystemen en kennen een hoge vliegsnelheid. Hierdoor zijn ze in staat grote zeegebieden of lange kustlijnen effectief en met grote nauwkeurigheid te doorzoeken. Onbemande vliegtuigjes die vanaf schepen opereren, beschikken over minder gevoelige sensoren. In combinatie met de lage vliegsnelheid zijn zij in staat een kleiner zeegebied te doorzoeken. Deze onbemande verkenningsvliegtuigjes kunnen de verkenningstaken van een patrouillevliegtuig slechts voor een deel opvangen.

Een Medium Altitude Long Endurance (MALE) UAV heeft een groter bereik en kan met verschillende sensoren worden uitgerust. Met grondgebonden MALE UAV’s kan een groot deel van de verkenningstaken van een patrouillevliegtuig worden opgevangen.

36

Worden de punten van zorg (de schaarse capaciteit aan bevoorradingsschepen, schepen met een uitgebreide medische capaciteit (Role 2) en vliegend materieel) veroorzaakt doordat de benodigde capaciteiten niet binnen de NAVO beschikbaar zijn of weigeren landen die capaciteiten beschikbaar te stellen? Wat is er nodig om deze capaciteiten wel beschikbaar te krijgen?

37

Kunt u schetsen wat het perspectief is voor de schaarse capaciteit aan bevoorradingsschepen, schepen met een uitgebreide medische capaciteit (role 2) en vliegend materieel in beide operaties?

Het gaat inderdaad om schaarse capaciteiten. Hierin zal waarschijnlijk geen verandering komen. De inzet van schaarse capaciteiten zal dus ook in de toekomst zorgvuldig moeten worden gepland. Internationale samenwerking en overleg zijn hierbij van groot belang.

38

Tot op welke hoogte heeft de afwezigheid van voldoende helikopters geleid tot problemen?

De afwezigheid van voldoende helikopters heeft niet geleid tot problemen maar wel tot een andere inzet van eenheden door de commandant van de taakgroep.

39

Nemen de autonome Vessel Protection Detachments (VPD's) de gehele taak van de bescherming van de World Food Programme (WFP)- en AMISOM-transporten over van de Atalanta-schepen? Zo nee, waarom niet?

Nee, de inzet van AVPD’s is een aanvulling op de inzet van marineschepen. Hierdoor kunnen deze andere taken van Atalanta uitvoeren. Zo worden de effectiviteit en de doelmatigheid van de operatie vergroot.

40

Hoeveel kosten zijn er per aangehouden verdachte van piraterij gemaakt?

De operaties dienen primair ter afschrikking van piraten. Zo worden aanvallen op koopvaardijschepen voorkomen en kan humanitaire hulp veilig Somalië bereiken. Het aanhouden van verdachten is een nevenactiviteit van de antipiraterijoperaties. De kosten per aangehouden verdachte lopen sterk uiteen. De totale additionele kosten die door Defensie zijn gemaakt voor de overgedragen verdachten van piraterij bedragen circa € 387.000.

41

Kunt u toelichten welke rol de Transitional Federal Government had bij de besluitvorming van de operatie Atalanta om effecten op het land te bereiken? Is de rol veranderd met het aantreden van de Somali National Government en het veranderde politieke klimaat?

De Transitional Federal Government (TFG) heeft bij aanvang van de EU-operatie Atalanta een officiële uitnodigingsbrief verstuurd aan de EU en daarnaast de VN geïnformeerd over haar instemming met deze operatie. De uitbreiding van het mandaat van EU-operatie Atalanta om ook operaties met effect op land te kunnen uitvoeren, is uitgebreid besproken met de TFG. De TFG stond achter de uitbreiding van het mandaat. Ten tijde van het aantreden van de Somali National Government (SNG) was de uitbreiding van het mandaat al een gegeven. De contacten zijn op goede voet voortgezet.

42

Wat wordt er precies bedoeld/beoogd als het gaat om aanpassen van de Rules of Engagement (ROE)?

44

Welke elementen van de ROE knelden met de veranderende praktijk?

45

Wat is de aard van de wijzigingen waaraan wordt gewerkt?

47

Tot op welke hoogte zijn er verschillen in de geweldsinstructie tussen de EU- en de NAVO-missie?

48

Welke factoren van de veranderende aard van de piraterijbestrijding geven aanleiding om de ROE van Ocean Shield aan te passen?

49

Kunt u toelichten hoe de veranderingen in de ROE van Ocean Shield aansluiten bij de veranderende aard van piraterijbestrijding?

De wijze van optreden van de piraten verandert doorlopend, mede als gevolg van de activiteiten van de operaties Atalanta en Ocean Shield. Daarom is het van tijd tot tijd nodig te bezien of de Rules of Engagement (ROE) nog voldoende zijn om effectief op te treden tegen de veranderde werkwijze van de piraten. Binnen operatie Ocean Shield zijn dit jaar de ROE herzien en aangepast aan de huidige omstandigheden. Om veiligheidsredenen worden geen inhoudelijke mededelingen gedaan over de ROE.

43

Wat zijn de posities van andere deelnemende landen aan Ocean Shield en Atalanta als het gaat om wijzigingen in de ROE, met name met betrekking tot operaties op of boven land?

Op 3 april 2012 is het operatieplan van operatie Atalanta aangepast om operaties met effect op land mogelijk te maken. De deelnemende lidstaten hebben met deze aanpassing ingestemd. Operaties op of boven land vallen niet binnen het mandaat van Ocean Shield.

46

Bieden de aangepaste ROE nog steeds voldoende mogelijkheden om robuust en met escalatiedominantie op te treden tegen piraten?

Ja.

50

Wat is het precieze juridische verschil tussen Full Command en Operational Control?

Full Command blijft altijd bij de zendstaat. In de praktijk houdt Full Command voor Nederland in dat de Commandant der Strijdkrachten de Nederlandse schepen ieder moment kan terugbrengen onder zijn bevel. Bij Operational Control kan de taakgroepcommandant bepalen hoe hij of zij een eenheid inzet in een bepaald operatiegebied. Uw Kamer is op 31 oktober 2000 uitgebreid geïnformeerd over bevelsbevoegdheden in vredesoperaties (Kamerstuk 26 454, nr. 18).

51

Welke mogelijkheden zijn er voor een advanced resuscitatie (chirurgische) capaciteit op een Oceangoing Patrol Vessel (OPV)?

De mogelijkheden voor advanced resuscitatie (chirurgische) capaciteit op een OPV zijn ruimer dan op het M-fregat. De exacte wijze van inpassing is onderdeel van het planningsproces dat voorafgaat aan de inzet van het eerste OPV.

52

Ziet u, gelet op het feit dat de samenwerking met de Maltese mariniers goed is bevallen, mogelijkheden om structureler samen op te trekken met Malta in bijvoorbeeld trainingen en de inzet van mariniers bij dergelijke operaties?

De gemeenschappelijke inzet van Maltese en Nederlandse maritieme capaciteiten in Atalanta biedt inderdaad mogelijkheden om de samenwerking voort te zetten. Momenteel worden toekomstige inzetmogelijkheden in Atalanta en structurele samenwerkingsvormen tussen de Maltese strijdkrachten en Defensie verkend.

53

Wat waren de problemen met de ScanEagle? Wat betekent dat voor volgende missies? Welke lessen worden hieruit getrokken voor toekomstige ontwikkelings- en verwervingsprojecten voor Remotely Piloted Aircraft systems?

Er is tijdens de operatie een nieuwe nachtcamera aangeschaft vanwege de tegenvallende resultaten van de originele camera.

54

Wat waren de ROE voor de inzet van de ScanEagle?

Om veiligheidsredenen kunnen geen inhoudelijke mededelingen worden gedaan over de ROE.

55

Heeft de Somalische regering toestemming verleend voor de inzet van de ScanEagle boven land?

Het operatiegebied van Ocean Shield eindigt bij de Somalische kust (waterlijn). Als gevolg hiervan was inzet van de ScanEagle boven land niet aan de orde.

56

In hoeverre vervangen de trainingen die, als gevolg van de prioriteitstelling, tijdens de reis naar het operatiegebied uitgevoerd worden de reguliere samengestelde trainingen?

Het lukt niet altijd om alle eenheden voorafgaand aan een operatie samen te laten oefenen. Sommige trainingen worden daarom tijdens de reis naar het operatiegebied uitgevoerd. Die trainingen zijn echter geen vervanging voor trainingen van de regulier samengestelde eenheden. De gereedstelling van een schip staat los van enige missie en is gericht op de inzetbaarheid in de breedste zin van het woord. Initieel gebeurt dit op eenheidsniveau, gevolgd door samengestelde training als dat mogelijk is. Missie-specifieke training richt zich op te verwachten situaties in het missiegebied. De eenheid wordt daartoe versterkt met capaciteiten, zoals boordhelikopters, enhanced boarding elements, medische teams, inlichtingenteams en joint ISTAR. Deze capaciteiten worden geïntegreerd aan boord. Pre-deployment training verzekert een veilige en effectieve uitvoering van de missie.

57

Welke maatregelen heeft u, sinds de vorige eindevaluatie antipiraterijmissies, genomen om zeker te stellen dat voor vertrek naar het missiegebied een geïntegreerd opwerktraject doorlopen wordt?

59

Welke lessen worden geleerd als het gaat om steeds verdere gezamenlijke samenwerking tussen de krijgsmachtdelen en wat betekent het voor opleiden, oefenen en optreden?

Voor de samenwerking van eenheden van de verschillende krijgsmachtdelen worden schaarse joint middelen ingezet. Voorbeelden van deze samenwerking in het opwerktraject naar een missie of operatie zijn

inlichtingencapaciteiten, expertise op het gebied van explosievenopruiming, vuursteun, medische capaciteiten en helikopters,. De toewijzing van deze capaciteiten gebeurt onder centrale regie. De opleidingen om te kunnen opereren met deze joint capaciteiten zijn centraal ingericht.

Bij de vorige eindevaluatie antipiraterijmissies is duidelijk geworden dat het belangrijk is om met de toegewezen boordvliegtuigploeg, boardingteams en andere toegevoegde elementen een geïntegreerd opwerktraject uit te voeren. Tijdens de afgelopen evaluatieperiode heeft Zr.Ms. Rotterdam voorafgaand aan de operatie daarom samen met de versterkte marinierseenheid en het Cougar-detachement deelgenomen aan de grote oefening Cold Response in Noorwegen.

Het lukt niet altijd om alle eenheden voorafgaand aan een operatie samen te laten oefenen. Sommige trainingen worden daarom tijdens de reis naar het operatiegebied uitgevoerd.

58

Kunt u toelichten welke trainingen tijdens de reis naar het operatiegebied uitgevoerd worden?

Tijdens de reis naar het operatiegebied voert een eenheid pre-deployment training uit. Deze training is erop gericht een eenheid met al haar toegevoegde capaciteiten effectief en veilig te kunnen laten optreden. De toegevoegde capaciteiten embarkeren soms kort voor vertrek en hebben niet met het schip de generieke gereedstelling doorlopen. De capaciteiten kunnen bestaan uit een of meer boordhelikopters, boarding teams, medische specialisten, inlichtingenteams en joint ISTAR.

Het programma bevat oefeningen in een toenemende complexiteit en tijdsdruk. De belangrijkste onderdelen van een pre-deployment training zijn:

  • het onderscheppen, visiteren en doorzoeken van een doelschip;

  • leiding geven (Command and Control) aan alle elementen vanaf het moederschip;

  • het ontwikkelen en presenteren van het plan voor een voorgenomen actie (Concept of Operation);

  • het bespreken en testen van de ROE;

  • het gecoördineerd, effectief en veilig vuursteun geven vanaf het schip, boten en helikopter;

  • het verzamelen en behandelen van bewijslast;

  • het opvangen, behandelen en vasthouden van gedetineerden;

  • het beproeven van de medische afvoerketen.

60

Wat betekent het multidisciplinaire karakter van piraterij voor ontwikkelen, verwerven, onderhouden en inzetten van materieel door de verschillende krijgsmachtdelen? Met andere woorden: wat betekent het voor de interoperabiliteit en is er verdere versterking mogelijk?

Antipiraterijoperaties hebben een joint en combined karakter. Nederlandse eenheden werken samen met andere varende en vliegende eenheden en met civiele autoriteiten. Tevens wisselen eenheden operationele en tactische informatie uit. Eenheden worden vanuit land en seabased hoofdkwartieren aangestuurd. Om effectief te kunnen opereren in een dergelijke genetwerkte omgeving is interoperabiliteit een vereiste. Ter verzekering van de interoperabiliteit berusten de ontwikkeling, de verwerving, het onderhoud en de inzet van defensiematerieel in grote mate op Standing NATO Agreements en joint combined protocollen.

Voor nieuwe innovatieve systemen worden in internationaal verband nieuwe interoperabiliteitsprotocollen ontwikkeld.

61

Welke factoren hebben ervoor gezorgd dat er een lager aantal vlieguren met de boordhelikopter zijn gemaakt dan verwacht?

Het beperkte aantal vlieguren met de boordhelikopter is het gevolg van de verminderde materiële beschikbaarheid van de inmiddels uitgefaseerde Lynx-helikopter.

62

Wat zijn de totale uitgaven aan piraterijbestrijding door marines in de Indische Oceaan van alle betrokken landen? Hoe verhoudt dit zich tot de uitgaven van de rederijen om zich te beschermen tegen piraten? Uit welke posten bestaan de kosten van de rederijen?

De totale additionele uitgaven in verband met de militaire piraterijbestrijdingsoperaties tegen Somalische piraterij in 2012 worden geschat op $ 1,09 miljard. De uitgaven van de reders om zich te beschermen werden in 2012 geschat op $ 4,23 miljard. Dit betreft uitgaven voor veiligheidsapparatuur, beveiligers, extra brandstof en verzekeringskosten (bron: rapport «The Economic Cost of Somali Piracy 2012» van Oceans Beyond Piracy, 2013).

63

Betekenen de constateringen dat er sinds mei 2012 geen koopvaardijschepen zijn gekaapt en dat het onderhouden van de relatie met de plaatselijke bevolking en autoriteiten een steeds belangrijkere plaats in neemt, dat het doel van de militaire operaties gerealiseerd is en dat het einde van de militaire antipiraterij missie in dit gebied aanstaande is? Zo nee, wat zijn de condities waaronder deze militaire missie wel (kan) eindigen?

Nee, zolang de oorzaken van piraterij nog niet zijn weggenomen blijft de positieve trend omkeerbaar. De maritieme aanwezigheid in het zeegebied nabij Somalië blijft daarom noodzakelijk. De daling van het aantal kapingen zal naar verwachting in de toekomst zijn weerslag hebben op de vorm en de omvang van de missies.

64

Hoe verhoudt deze evaluatie zich tot de geplande beleidsdoorlichting?

Deze evaluatie is uitgevoerd op grond van het toetsingskader (Kamerstuk 29 521, nr. 191 van 9 juli 2012). Na iedere inzet waarover de Kamer is geïnformeerd met een artikel 100-brief (in dit geval Kamerstuk 29 521, nr. 168 van 1 juni 2011), wordt een evaluatie opgesteld. De beleidsdoorlichting «Bescherming kwetsbare scheepvaart nabij Somalië» heeft een ander karakter en heeft betrekking op de begrotingsjaren 2006 tot en met 2012. Ze brengt de effecten in kaart van de deelneming van Defensie aan de internationale maritieme operaties en de inzet van VPD’s.

De beleidsdoorlichting wordt uitgevoerd met gebruikmaking van eerdere evaluaties. De evaluatie van 16 oktober jl. is een van de evaluaties die binnen de afbakening van de beleidsdoorlichting valt.

65

Wat is de planning voor de beoogde beleidsdoorlichting?

De Kamer zal tijdig voor de behandeling van het jaarverslag in mei 2014 kunnen beschikken over de beleidsdoorlichting «Bescherming kwetsbare scheepvaart nabij Somalië».

66

Nemen de operationele mogelijkheden voor deze operaties toe bij het in de vaart komen van de Karel Doorman en grotere beschikbaarheid van NH-90 helikopters en onbemande vliegtuigjes de komende jaren?

Ja. Meer middelen vergroten de operationele mogelijkheden.

Naar boven