29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2016

Met het oog op het Algemeen Overleg Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg op 10 november 2016 informeer ik uw Kamer over de door uw Kamer voor dit Algemeen Overleg geagendeerde onderwerpen. Tevens ga ik in op de afspraken met het Veiligheidsberaad over het informeren en het alarmeren van de bevolking en over het pilotonderzoek van de Inspectie Veiligheid en Justitie naar de repressieve brandweerzorg in de regio Gooi en Vechtstreek.

Steunpunt Brandweer

Ik ben verheugd uw Kamer te kunnen melden dat op 26 september 2016 het Steunpunt Brandweer officieel is geopend. Het Steunpunt Brandweer is een landelijke voorziening die professionele ondersteuning, advies en hulp biedt bij psychosociale klachten aan (voormalig) brandweerpersoneel en hun familieleden. Ook leidinggevenden en anderen die zich zorgen maken over een collega kunnen hier terecht. Vooral incidenten waarbij slachtoffers vallen of waarbij kinderen betrokken zijn, hebben veel impact en vragen veel veerkracht van hulpverleners. Het steunpunt is afgelopen zomer van start gegaan en heeft al diverse malen hulp geboden. De verwachting is dat tegen het einde van dit jaar enkele tientallen mensen worden begeleid. De komende drie jaren zullen data hierover worden bijgehouden om inzicht te verkrijgen in de problematiek die bij de brandweer op dit vlak speelt. In 2018 wordt door Brandweer Nederland geëvalueerd op welke wijze hier verder invulling aan kan worden gegeven.

Het Steunpunt Brandweer is ondergebracht bij Stichting de Basis die soortgelijke steunpunten voor Politie en Defensie huisvest. Hierdoor kan optimaal gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en ervaringen in de aanpak van psychotrauma. Dit is in lijn met de intentie die is uitgesproken tijdens de bijeenkomst op 7 maart 2016 over de bestrijding van verzuim en psychotrauma, om regelmatig kennis en ervaringen uit te wisselen tussen Brandweer, Ambulance, Politie en Defensie. Ik heb uw Kamer per brief van 29 maart 2016 over de uitkomsten van deze bijeenkomst geïnformeerd.1 Met het openen van dit laagdrempelig, landelijk loket is een belangrijke stap gezet om de juiste psychosociale zorg voor brandweerlieden, hun gezinsleden en hun directe omgeving toegankelijker te maken. Dit landelijk Steunpunt Brandweer is een waardevolle aanvulling op de reguliere collegiale nazorg op de werkvloer.

Voortgang uitvoering motie leden Tellegen en Kooiman over Reddingsbrigade Nederland

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft mij per brief van 16 september 2016 verzocht uw Kamer te informeren over het overleg dat is gevoerd met het Dagelijks Bestuur van het Veiligheidsberaad op 26 mei 2016, naar aanleiding van de motie leden Tellegen (VVD) en Kooiman (SP) over Reddingsbrigade Nederland.2 Met mijn brief van 4 juli 2016 heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd.3 De Raad Directeuren Veiligheidsregio (RDVR) is inmiddels op verzoek van het Veiligheidsberaad een onderzoek gestart. Gekeken wordt naar de wijze waarop de waterhulpverlening binnen de veiligheidsregio’s is georganiseerd, of de regio’s hierin een aanvullende behoefte hebben (ten aanzien van bijstand van waterhulpverleners) en zo ja, welke. Na afronding van het onderzoek vindt bespreking van de resultaten daarvan in het voorjaar 2017 plaats in het Veiligheidsberaad. Daarna worden Reddingsbrigade Nederland en ik van de uitkomsten op de hoogte gebracht. Aansluitend zal ik uw Kamer hierover informeren.

Ik heb de voorzitter van Reddingsbrigade Nederland per brief van 4 juli 2016 verzocht medewerking te verlenen aan dit onderzoek, gezien het belang dat Reddingsbrigade Nederland heeft bij structurele afspraken met de veiligheidsregio’s. In een gesprek met Reddingsbrigade Nederland op 1 september 2016 heb ik de oproep gedaan om de veiligheidsregio’s duidelijk te maken wat de toegevoegde waarde van Reddingsbrigade Nederland is bij de uitvoering van de waterhulpverleningstaak door de regio’s bij rampen en crises.

In het vervolg hierop heeft de voorzitter van Reddingsbrigade Nederland mij per brief van 23 september 2016 geïnformeerd over de activiteiten die deze organisatie ontplooit om de samenwerking met de veiligheidsregio’s te versterken. Het verlenen van een constructieve medewerking aan het onderzoek maakt daar deel van uit. Reddingsbrigade Nederland is positief gestemd over de mogelijke oplossingsrichtingen, maar heeft desondanks een verzoek bij mij neergelegd om wederom meerjarig garant te staan voor de financiering van hun vlettenvloot. In overeenstemming met de in 2011 gemaakte afspraken en het ingezette proces, dat recht doet aan de verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio’s voor de waterhulpverlening bij rampen en crises, heb ik de voorzitter van Reddingsbrigade Nederland per brief van 25 oktober 2016 (bijlage 1)4 laten weten niet in dit verzoek te zullen voorzien. De komende maanden blijf ik dit proces nauwgezet volgen.

Alarmeren en informeren van de bevolking

De verantwoordelijkheid voor het alarmeren en het informeren van de bevolking bij grootschalige incidenten, rampen en crises is decentraal belegd. Samen met de veiligheidsregio´s werk ik aan een samenhangend geheel van eigentijdse crisiscommunicatiemiddelen. De rijksoverheid stelt enkele middelen beschikbaar aan het decentrale gezag, te weten: NL-Alert, het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS), maar ook www.crisis.nl en het publieksinformatienummer 0800–1351. Het WAS wordt uitgefaseerd omdat de technologische mogelijkheden om de bevolking te bereiken de afgelopen twintig jaar enorm zijn verbeterd, gecombineerd met het gegeven dat het WAS een beperkte operationele inzetwaarde kent en de kosten voor continuering hoog zijn. Uw Kamer heeft hier met de motie Wolbert een aantal overwegingen bij geformuleerd.5

Het uitfaseren van het WAS is ook onderwerp van mijn gesprek met het Veiligheidsberaad. Het Veiligheidsberaad heeft haar steun uitgesproken voor uitfasering, onder enkele randvoorwaarden. De daadwerkelijke uitschakeling en ontmanteling van het WAS heeft hiermee een nieuwe voorgenomen ingangsdatum gekregen van 1 januari 2020. Hierover heb ik het Veiligheidsberaad per brief van 6 september 2016 geïnformeerd (bijlage 2)6. Een belangrijk aandachtspunt, zowel vanuit uw Kamer als vanuit het Veiligheidsberaad maar ook voor mij, is de alarmering van kwetsbare groepen. Nadere definiëring van wat kwetsbare groepen zijn in de context van het alarmeren van de bevolking is van belang en daarom heb ik het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) opdracht gegeven hier onderzoek naar te verrichten. De uitkomsten verwacht ik in het voorjaar van 2017. Bij de doorontwikkeling van NL-Alert7 bekijk ik momenteel de mogelijkheden om enkele specifieke doelgroepen beter te bedienen. Meerdere additionele technieken worden bekeken, waarvan op de kortste termijn de verspreiding van NL-Alert via vaste telefonie.

Vrijwilligersbeleid Brandweer

Tijdens het Algemeen Overleg Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg op 30 maart 20168 sprak ik met uw Kamer over de betekenis van de inzet van vrijwilligers voor de Brandweer. Uw Kamer heeft hierbij geopperd dat werkgevers gestimuleerd zouden moeten worden werknemers de gelegenheid te bieden als brandweervrijwilliger actief te zijn. Via het Veiligheidsberaad heb ik aandacht gevraagd voor deze thematiek. Daarnaast heb ik de besturen van de veiligheidsregio’s opgeroepen om vanuit hun (werkgevers)verantwoordelijkheid nadere invulling aan het vrijwilligersbeleid te geven.

Onderzoek Inspectie VenJ naar kwaliteit repressieve brandweerzorg

Bij de beantwoording van vragen over brandweerzorg (ingezonden 26 januari 2016)9 heb ik uw Kamer geïnformeerd – antwoord 15 – dat de Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna: Inspectie VenJ) een onderzoek start naar de repressieve brandweerzorg in de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Daarbij heb ik toegezegd het rapport aan uw Kamer toe te sturen zodra het inspectieonderzoek is afgerond. Hierbij wil ik uw Kamer informeren over de stand van zaken van dit onderzoek.

De Inspectie VenJ heeft inmiddels onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de brandweerzorg in de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Dit onderzoek in Gooi en Vechtstreek vormt de pilot voor het landelijk onderzoek dat de Inspectie VenJ gestart is naar de kwaliteit van de inrichting van de repressieve brandweerzorg in alle veiligheidsregio’s. Met dit bredere onderzoek wordt de onderlinge vergelijkbaarheid tussen de veiligheidsregio’s geborgd en wordt dieper ingegaan op de thema’s opkomsttijden en variabele voertuigbezetting. Daarnaast is ook nadrukkelijk de beschikbaarheid van repressief personeel onderdeel van het onderzoek. De bevindingen van het onderzoek in Gooi en Vechtstreek vormen een integraal onderdeel van het landelijk onderzoek. De Inspectie VenJ ziet geen aanleiding een afzonderlijk rapport over Gooi en Vechtstreek uit te brengen.

De Inspectie VenJ verwacht voor de zomer 2017 het landelijk onderzoek af te ronden. Zodra het landelijk inspectieonderzoek is afgerond zal ik uw Kamer het rapport toesturen.

Onderzoek Brandweerpersoneel

Tijdens het eerder genoemd Algemeen Overleg op 30 maart 2016 heb ik uw Kamer toegezegd het Veiligheidsberaad te verzoeken in het onderzoek naar het personeel van de brandweer, naast een landelijk beeld, ook een beeld per regio te schetsen. Daarnaast heeft uw Kamer aangegeven dat het belangrijk is om in het onderzoek een onderscheid te maken tussen beroeps en vrijwillig personeel. De voorzitter van het Veiligheidsberaad heeft mij verzekerd dat bovenstaande onderdeel is van de onderzoeksopdracht. Dit onderzoek naar beleving van het brandweerpersoneel en brandweerstatistiek wordt uitgevoerd door een onafhankelijke partij. De portefeuillehouder brandweer van het Veiligheidsberaad is voorzitter van de stuurgroep van het onderzoek. De stuurgroep bestaat daarnaast onder andere uit vertegenwoordigers van de vakbonden en de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV). In het onderzoek komen verschillende thema’s aan de orde waaronder regionalisering, Uitruk op Maat, vrijwilligersbeleid, opkomsttijden, arbeidsveiligheid en verhouding management/werkvloer. Het Veiligheidsberaad en Brandweer Nederland hechten veel belang aan draagvlak voor het onderzoek en de uitkomsten. Het Veiligheidsberaad heeft mij geïnformeerd dat hierdoor de voorziene oplevering is opgeschoven van begin 2017 naar de zomer van 2017.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Kamerstuk 25 883, nr. 270

X Noot
2

Kamerstuk 30 821, nr. 31

X Noot
3

Kamerstuk 29 517, nr. 115

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 29 628, nr. 529.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
7

Sinds de introductie van NL-Alert in 2012 is het meer dan 120 keer regionaal ingezet bij een noodsituatie. Daarnaast wordt er twee keer per jaar een NL-Alert controlebericht uitgezonden. Het laatste controlebericht (juni 2016) is door 55 procent van de bevolking van 12 jaar en ouder op de eigen mobiele telefoon ontvangen. Dit bereik groeit de komende jaren verder door. Omdat mensen elkaar bij noodsituaties informeren, is het indirecte bereik van NL-Alert zeer hoog.

X Noot
8

Kamerstuk 29 517, nr. 113

X Noot
9

Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 1550

Naar boven