Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 29453 nr. 372 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 29453 nr. 372 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2015
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de aanvullende vragen van de commissie voor Wonen en Rijksdienst inzake de Autoriteit woningcorporaties, gesteld bij brief d.d. 2 april 2015.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok
Antwoorden op aanvullende vragen commissie Wonen en Rijksdienst inzake Autoriteit Woningcorporaties (brief d.d. 2 april 2015)
De fractie van Vliet is teleurgesteld over de toegezonden brief. Volgens de fractie van Vliet leidt het optuigen van de woonautoriteit onder de ILT niet tot een onafhankelijke, integrale toezichthouder zoals aanbevolen door de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties en het amendement Verhoeven (Kamerstuk 33 966, nr. 27). De brief geeft geen gedegen organogram weer; het geeft een grove schematische weergave van het huidige en het toekomstige toezicht in zijn algemeenheid. Tijdens het AO is duidelijk aangestuurd op een organogram waaruit zou moeten blijken dat de Minister het extern toezicht niet kan beïnvloeden en niet sturend zal optreden. Bent u bereid alsnog een organogram in voornoemde zin naar de Kamer te sturen? Met andere woorden, een schematisch overzicht van de functies in de nieuwe organisatie en de daarbij behorende relaties tussen die functies (inclusief benoeming en wijze van aansturing van werkzaamheden)? Kunt u hierbij tevens aangeven op welke wijze volkshuisvestelijk en financieel toezicht gaan samenwerken?
Rijksinspecties werken onder ministeriële verantwoordelijkheid en maken per definitie onderdeel uit van de rijksdienst en zijn ingebed in een departementale organisatie. Juist daarom worden waarborgen voor onafhankelijke taakuitoefening door rijksinspecties in wetten en mandaatbesluiten geregeld. In het geval van de Autoriteit woningcorporaties zijn de waarborgen voor onafhankelijke taakuitoefening via het amendement-Verhoeven helder in de wet neergelegd, zoals:
– Aanwijzingen van de Minister dienen schriftelijk te geschieden en hiervan wordt het parlement in kennis gesteld;
– Aanwijzingen kunnen geen betrekking hebben op toezichtbeoordelingen, noch op de wijze waarop en de methoden waarmee deze oordelen tot stand komen;
– Rapporten van de toezichthouder zijn openbaar en worden door de Minister onverwijld en in ongewijzigde vorm door de Minister naar de Tweede Kamer gestuurd of door de autoriteit zelf openbaar gemaakt;
– De autoriteit krijgt handhavingsbevoegdheden gemandateerd zodat deze zelfstandig kan ingrijpen bij corporaties.
De precieze functies in de nieuwe autoriteit zijn op dit moment nog niet bekend. Per 1 juli 2015 zal immers gestart worden met een tijdelijke werkorganisatie tot 1 januari 2016, waarna de definitieve organisatie vorm zal krijgen. Wel is reeds bekend dat de Autoriteit woningcorporaties vanaf 1 januari 2016 een apart domein zal worden binnen de ILT. Het organogram van de ILT ziet er per 1 januari 2016 als volgt uit:
In de nieuwe autoriteit zal niet zozeer sprake zijn van «samenwerking» tussen volkshuisvestelijk en financieel toezicht zoals nu het geval is met afzonderlijke organisaties, maar van integraal toezicht op corporaties vanuit verschillende invalshoeken en aspecten. Voor dit meer integrale toezicht zal de autoriteit een nieuwe toezichtvisie ontwikkelen, die vervolgens leidend is voor de ontwikkeling van de organisatie in de komende jaren.
Conform het hierboven gestelde heeft het er alle schijn van dat er niet gehandeld wordt in de geest van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties en het amendement Verhoeven (Kamerstuk 33 966, nr. 27), namelijk dat de integrale autoriteit onafhankelijk gepositioneerd wordt en haar taken uitoefent. Kunt u op deze stelling reageren? Indien u het niet eens bent met deze stelling, kunt u dan aangeven waaruit blijkt dat er geen gevaar dreigt op het gebied van onafhankelijkheid wat betreft positionering en taakuitoefening van de autoriteit?
Op de borging van de onafhankelijke taakuitoefening is in het antwoord op de vorige vraag ingegaan. In organisatorische zin is bij amendement-Verhoeven bepaald dat de autoriteit «in organisatie en aansturing gescheiden wordt gepositioneerd van het beleidsonderdeel van het departement en rechtstreeks toegang heeft tot de Minister». Door positionering van de autoriteit bij de ILT wordt hieraan optimaal tegemoet gekomen. De autoriteit is niet alleen los geplaatst van het beleidsonderdeel van het departement, maar zelfs buiten het beleidsdepartement als onderdeel van een grotere, gevestigde rijksinspectie met een lange traditie van onafhankelijk optreden. Hierdoor ontstaat als vanzelf afstand tot de Minister en het beleid en wordt een professionalisering en verzakelijking van de onderlinge verhoudingen bevorderd.
In uw brief staat te lezen dat «de betrokkenheid van de Minister voor Wonen en Rijksdienst bij het functioneren van de ILT, voor zover het om de taken van de autoriteit gaat, verder wordt vormgegeven door medeverantwoordelijkheid bij het benoemen van de IG en van de betreffende directeur». Kunt u nader specificeren hoe deze medeverantwoordelijkheid precies wordt vormgegeven? Met andere woorden, kunt u de exacte benoemingsprocedure van de IG en de betreffende directeur uitwerken?
De benoemingsprocedure voor de IG ILT en de directeur van de autoriteit zal verlopen volgens de gebruikelijke procedures van respectievelijk de Top Management Groep (TMG) en de Algemene Bestuursdienst (ABD).1 Aan het einde van deze procedure, waartoe ook een gesprek met een bewindspersoon kan behoren, stelt de ministerraad (TMG) respectievelijk de vakminister (ABD) de benoeming vast. De Minister voor Wonen en Rijksdienst zal betrokken worden waar het gaat om de benoeming van de IG ILT en de directeur van de autoriteit.
U stelt in uw brief dat «de Autoriteit woningcorporaties, in afwachting van de structurele positionering en plaatsing van personeel per 1 januari 2016, vanaf 1 juli 2015 de volgende positionering met eenduidige aansturing en heldere aanspreekbaarheid kent», waarop het organogram wordt getoond. Kunt u, wanneer u de Kamer een hernieuwd en uitgebreider organogram stuurt hierbij tevens aangeven wat hierin per 1 januari 2016 gaat veranderen?
Per 1 januari 2016 zal de tijdelijke werkorganisatie Autoriteit woningcorporaties overgaan als een apart domein binnen de ILT. Wat verder per die datum verandert is dat het personeel een definitieve plaatsing krijgt in de nieuwe organisatie en dat er een gezamenlijke kantoorlocatie voor de autoriteit in Utrecht komt.
Kunt u aangeven waar u op gaat letten bij de instemming van het meerjarenplan en het jaarverslag?
In het voorstel voor een meerjarenplan zal de autoriteit op grond van de wettelijke taken en risico-analyses aangeven met welke middelen en welke prioriteiten zij het toezicht op corporaties in de komende jaren wil gaan uitvoeren. Als Minister zal ik daarbij toetsen of dit past binnen de budgettaire kaders en of het voldoende aansluit bij de politieke prioriteiten vanuit parlement en kabinet. Daarbij kan ik geen onderzoeksvoorstellen van de autoriteit blokkeren, maar wel de autoriteit verzoeken aanvullende onderzoeken uit te voeren. Ten aanzien van het jaarverslag zal ik met name toetsen of de resultaten zijn behaald die in de begroting werden beoogd en of binnen de budgettaire kaders is gebleven.
Een uitgebreide toelichting op deze procedures is te vinden op www.algemenebestuursdienst.nl
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29453-372.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.