29 452 Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel

Nr. 211 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2017

Hierbij bied ik u het rapport «Tussentijds toezicht onderzoek Contrabande in FPC’s aan1. De Inspectie van Veiligheid en Justitie (hierna de Inspectie) heeft getoetst hoe de aanbevelingen uit haar eerdere onderzoek naar het invoeren en intern overdragen van contrabande in de forensisch psychiatrische centra (fpc’s) en de maatregelen uit het plan van aanpak van de klinieken zelf, in de praktijk zijn opgepakt. De bevindingen van de Inspectie vindt u in dit rapport.

Achtergrond

De Inspectie heeft tussen medio 2014 en begin 2015 bij de fpc’s onderzocht welke risico’s op invoer en aanwezigheid van contrabande zich voordoen en welke maatregelen de klinieken treffen om de beschikbaarheid van contrabande binnen de klinieken te voorkomen. Dit onderzoek is in september 2015 aangeboden aan uw Kamer2. Het onderzoek richtte zich met name op omtrekbeveiliging, de toegangscontrole en het (toe)zicht op woon- en werkafdelingen. Een belangrijke conclusie was dat er bij vijf van de zeven fpc’s niet voldoende zicht bestond op de risico’s op invoer van contrabande door onbegeleide tbs-gestelden doordat zij ongecontroleerd toegang verkregen tot de inrichting, dan wel contrabande konden doorgeven aan anderen voordat zij gecontroleerd werden. De Inspectie heeft verschillende aanbevelingen gedaan, waaronder de aanbeveling in gezamenlijkheid te komen tot een effectievere aanpak van de invoer en beschikbaarheid van contrabande.

In reactie op dit rapport hebben de fpc’s een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld, dat begin januari 2016 aan uw Kamer is aangeboden3. Het plan van aanpak beschrijft op de verschillende onderdelen, zoals toegangscontroles, controle van niet-metaalhoudende contrabande en interne controles, welke stappen de klinieken gezamenlijk nemen om de invoer en handel van contrabande verder te verminderen. Hierna was het aan de klinieken om deze plannen uit te voeren. Ik heb de Inspectie gevraagd eind 2016 onaangekondigd en steekproefsgewijs bij de fpc’s te toetsen hoe het staat met de uitvoering van deze plannen.

Inhoud rapport «Tussentijds toezicht onderzoek Contrabande in FPC’s»

Eind 2016 en begin 2017 heeft de Inspectie onderzocht in hoeverre de aanbevelingen uit haar eerdere rapport en de maatregelen uit het plan van aanpak van de fpc’s zijn opgepakt. In het nieuwe rapport zijn de uitkomsten van dit onderzoek te vinden.

De Inspectie concludeert dat vergeleken met 2015 verschillende maatregelen door de klinieken zijn getroffen die kunnen bijdragen aan de beperking van de invoer en aanwezigheid van contrabande. Zo zijn de risico’s op de invoer van metaalhoudende contrabande sterk verkleind door het realiseren van technische beveiligingsvoorzieningen. Verder concludeert de Inspectie dat een effectieve bestrijding van drugs (niet-metaalhoudende contrabande) blijvende aandacht vraagt.

Enkele belangrijke bevindingen van de Inspectie zijn:

  • De fpc’s hebben substantieel geïnvesteerd in het verder verbeteren van de omtrekbeveiliging. De Inspectie adviseert ten aanzien van de omtrekbeveiliging om continu alert te blijven op (nieuwe) risico’s;

  • ook de controle van personen op metaalhoudende contrabande is verbeterd. De sector heeft de aanbeveling om met DJI een gemeenschappelijke minimumnorm af te spreken voor steekproefsgewijze controle van personeel, echter niet opgepakt. Daarnaast zijn er enkele fpc’s die de aanbevelingen van de IVenJ rondom de controle van tbs-gestelden en bezoekers niet volledig hebben gerealiseerd en/of de maatregelen uit het plan van aanpak niet (volledig) navolgen;

  • de Inspectie is positief over het initiatief van enkele fpc’s om tbs-gestelden bij terugkomst in de inrichting steekproefsgewijs te fouilleren – wat verder gaat dan het plan van aanpak – en vindt dat dit voorbeeld navolging verdient van de overige fpc’s;

  • effectief en gericht investeren in het tegengaan van contrabande kan alleen indien de problematiek inzichtelijk is, met behulp van managementinformatie uit urine- en kamercontroles. Dit blijkt onvoldoende het geval. Gelet op het belang van een effectieve drugsaanpak had de Inspectie ten aanzien van het oppakken van deze aanbeveling meer voortvarendheid verwacht.

Vervolg

Gelet op het feit dat contrabande risico’s opleveren voor de veiligheid van het personeel en de patiënten, vind ik het van belang dat het effectief bestrijden van contrabande in de kliniek blijvende aandacht krijgt. Ik hecht er daarom aan dat alle aanbevelingen van de Inspectie en de acties van het plan van aanpak door alle klinieken daadkrachtig worden opgepakt. Daar waar deze aanbevelingen en acties nog niet voldoende zijn gerealiseerd, verzoek ik partijen dit zo spoedig mogelijk op te pakken. In dat kader heb ik DJI gevraagd dit najaar nog met het veld een gemeenschappelijke minimumnorm (een percentage) voor steekproefsgewijze controle van personeel vast te stellen. De fpc’s die nog geen gehoor hebben gegeven aan de maatregelen uit het plan van aanpak omtrent toegangscontroles wordt verzocht dit zo spoedig mogelijk, niet later dan dit najaar, te doen. Als laatste vraag ik DJI om met het veld te komen met een uniform plan om goede informatie over urine- en kamercontroles te ontsluiten, te delen en te analyseren en hieraan concrete interventies te koppelen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 29 452, nr. 193.

X Noot
3

Kamerstuk 29 452, nr. 198.

Naar boven