29 452 Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel

Nr. 143 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2011

Zoals ik per brief van 11 oktober jl. (Kamerstuk 29 452, nr. 142) aan u heb toegezegd, zend ik u hierbij nadere informatie over forensisch psychiatrische kliniek De Woenselse Poort te Eindhoven. Aanleiding is de uitzending van het tv-programma «Undercover in Nederland», waarin te zien was hoe in de kliniek een patiënt met een camera het beveiligde terrein kon betreden. Ook was te zien hoe hij drugs kocht van een andere patiënt. Beide patiënten in kwestie zijn overigens geen tbs-gestelden. Het aangekondigde toedrachtsonderzoek is inmiddels afgerond. Daarnaast heeft de Inspectie voor de Sanctietoepassing in de zomer van dit jaar een doorlichtingsonderzoek uitgevoerd, waarvan de resultaten recentelijk zijn opgeleverd. Aangezien de bevindingen uit beide rapporten voor een belangrijk deel overeenkomen, worden beide onderzoeken in deze brief behandeld. De belangrijkste punten heb ik overigens al met uw Kamer gewisseld in het Algemeen Overleg d.d. 9 november jl. inzake de veiligheid in justitiële inrichtingen.

Toedrachtsonderzoek

Het toedrachtsonderzoek is direct gestart na de uitzending van «Undercover in Nederland». Hierin is onderzocht hoe het beleid ten aanzien van toegangscontrole en middelengebruik is uitgevoerd en op welke punten dit dient te worden aangescherpt om dit soort incidenten in de toekomst te voorkomen. Uit de analyse blijkt dat er op twee punten fouten zijn gemaakt, namelijk in de bestrijding van contrabande in en de toegang tot de beveiligde zone. Met betrekking tot de bestrijding van contrabande heeft de commissie vastgesteld dat de controlemaatregelen onvoldoende zijn om de aanwezigheid van drugs en andere contrabande binnen de beveiligde zone zoveel als mogelijk uit te sluiten. Ten aanzien van de toegangscontrole blijkt dat het niet alle medewerkers duidelijk was dat iedere patiënt, ongeacht zijn status of het verlofsoort, bij binnenkomst van de beveiligde zone moet worden gecontroleerd conform de procedure toegangsbeheer van de instelling.

ISt-doorlichting

De Inspectie is over het geheel genomen redelijk te spreken over De Woenselse Poort. De Woenselse Poort is een moderne en goed toegeruste inrichting; de statische beveiliging functioneert naar behoren en de uitvoering van de verlofpraktijk is nagenoeg in orde. Ook zijn de protocollen en instructies actueel en is de evaluatie van processen goed geregeld. Ook ten aanzien van de rechtspositie – een vast onderdeel van de doorlichtingen van de ISt – voldoet De Woenselse Poort aan de gestelde eisen.

Niettemin is de Inspectie kritisch over de wijze waarop de tbs-maatregel ten uitvoer wordt gelegd, met name op het aspect interne veiligheid. De interne veiligheidsvoorzieningen voldoen overwegend aan de gestelde eisen, maar de wijze waarop de kliniek onderlinge agressie en drugsgebruik bestrijdt voldoet slechts beperkt aan de eisen die de Inspectie stelt. Met het oog op de bestrijding van onderlinge agressie voert de inrichting op het binnenterrein van de beveiligde zone onvoldoende toezicht uit. Er bestaan bovendien gevoelens van onveiligheid onder tbs-gestelden. Het afdelingspersoneel is vanwege andere werkzaamheden te weinig op de afdeling en blijft soms langere tijd ongetraind in agressiebeheersing.

Aanbevelingen en maatregelen

De directie van De Woenselse Poort, met wie ik intussen in gesprek ben gegaan over de uitkomsten van het toedrachtsonderzoek en van de ISt-doorlichting, onderschrijft de verbeterpunten. Aan de hand van de aanbevelingen van beide onderzoeken, die grotendeels overeenkomen, heeft De Woenselse Poort een plan van aanpak ontwikkeld. Dit plan van aanpak omvat een viertal hoofddoelen waarbinnen uitvoering wordt gegeven aan de aanbevelingen.

  • 1. Het vergroten van het veiligheidsbewustzijn van alle medewerkers van De Woenselse Poort;

  • 2. Een goede balans bewerkstelligen tussen beveiligen en behandelen;

  • 3. De maatregelen in het kader van beveiliging beter borgen en controleerbaar maken;

  • 4. De herpositionering van het team Veiligheid.

Deze aanbevelingen zijn en worden reeds tot uitvoering gebracht. Na de uitzending is direct een aantal maatregelen getroffen door de kliniek om de invoer en beschikbaarheid van contrabande in de kliniek tegen te gaan. Ten eerste zijn de toegangscontroles aangescherpt; ten tweede is de controle op de aanwezigheid van contrabande geïntensiveerd door het ophogen van de frequentie van kamer- en kastcontroles en het inzetten van een drugshond; ten derde is het toezicht binnen de beveiligde zone geïntensiveerd door het vermeerderen van het aantal surveillanten. Met deze maatregelen is de invoer van contrabande aangepakt en is het acute risico op invoer geweken.

Eerder dit jaar heeft het management van de kliniek een ontwikkel- en verandertraject in gang gezet. Onderdeel van deze reorganisatie is het creëren van een fysiek onderscheid tussen besloten en gesloten afdelingen binnen De Woenselse Poort. De gesloten afdelingen vormen de behandelafdelingen voor de fpk en de tbs-gestelden. De besloten afdelingen vormen de resocialisatieafdeling, een afdeling voor verstandelijk gehandicapten en een dubbeldiagnoseafdeling.Waar de patiënten van de besloten afdelingen nu nog de binnentuin van de gesloten afdelingen kunnen betreden, is dat na de reorganisatie onmogelijk. Beide onderdelen van De Woenselse Poort krijgen per januari 2012 een eigen ingang.

Tenslotte zal De Woenselse Poort laten auditen waar knelpunten liggen als het gaat om patiëntveiligheid en medewerkersveiligheid. Ze nemen hiermee de aanbeveling over van de Inspectie die het van belang acht dat de inrichting de gevoelens van onveiligheid onder tbs-gestelden nader onderzoekt.

Tot slot

Zoals ik in het AO van 9 november reeds heb uiteengezet, is een kritisch rapport van de Inspectie voor de Sanctietoepassing zowel een reden tot zorg als een kans voor verbetering. Nu De Woenselse Poort een plan van aanpak heeft ontwikkeld aan de hand waarvan de aanbevelingen worden doorgevoerd, laat ik het dan ook aan de Inspectie om door middel van tussentijds toezicht en een eventueel vervolgonderzoek vast te stellen of de kliniek na implementatie weer aan de gestelde eisen voldoet.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven