29 427 ILO-verdragen

Nr. 81 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 maart 2012

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van de brief van 26 januari 2012 inzake IAO verdragen en de herziene code inzake sociale zekerheid (Kamerstuk 29 427, nr. 80).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 29 februari 2012.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Gent

Adjunct-griffier van de commissie, Dekker

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het overzicht van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de door Nederland bekrachtigde verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Deze leden hebben in het bijzonder enkele vragen over de genoemde bijeenkomst te Straatsburg begin juni 2010.

In de brief van de regering staat vermeld dat uitdrukkelijk is aangegeven bij de landen, die zijn aangesloten bij de Raad van Europa, dat Nederland op 22 december 2009 als enige land de Herziene Code heeft geratificeerd. In het zeer gedetailleerd verslag van deze bijeenkomst staat echter slechts summier vermeld dat Nederland dit aan de orde heeft gesteld2.

1.

Kan de regering toelichten op welke wijze dit Nederlandse standpunt precies is toegelicht?

2.

Op welke wijze is er een appel gedaan op andere landen?

3.

Is Nederland toch akkoord gegaan met de vaststelling van de notulen van de bijeenkomst van begin juni 2010? Welke overwegingen hebben hieraan ten grondslag gelegen?

4.

Verder zijn de leden van de CDA-fractie verbaasd over de opmerking dat de Code nog steeds van toepassing is op Nederland. Laat Nederland zich dan nog aan de hand van een code, die met stoom en kokend water is opgezegd na een rechterlijke uitspraak over eigen bijdragen van mensen met beroepsziekten, toetsen en zijn de rechterlijke uitspraken op basis van de code nog steeds geldig?

II Reactie van de minister

1.

Tijdens de vergadering in juni 2010 in Straatsburg heeft Nederland gemeld dat Nederland de Herziene Code heeft geratificeerd maar dat de Herziene Code pas in werking kan treden wanneer ten minste twee landen de Herziene Code hebben geratificeerd. Nederland heeft de andere landen opgeroepen te willen onderzoeken of één of meerdere Delen van de Herziene Code geratificeerd kunnen worden. Daarbij heeft Nederland aangegeven dat het niet de bedoeling kan zijn dat de Herziene Code die is ontwikkeld als de opvolger van de Code nu niet in werking kan treden omdat er geen tweede land is dat die Herziene Code wil ratificeren.

2.

Nederland heeft niet alleen tijdens de vergadering maar ook en marge daarvan met landen hierover gesproken. Nederland heeft aangegeven dat de Herziene Code een moderner instrument is dan de Code (bijvoorbeeld vanwege de opheffing van ongelijke behandeling tussen mannen en vrouwen) en dat de normen van de Herziene Code in het algemeen weliswaar hoger liggen dan die van de Code maar dat de Herziene Code op een aantal punten ook flexibeler is dan de Code. Die flexibiliteit kan belangrijk zijn bij aanpassingen van sociale verzekeringen op nationaal niveau. Ook is er op gewezen dat een land kan volstaan met het ratificeren van één Deel van de Herziene Code met betrekking tot een specifiek type sociale verzekeringen cq. volksgezondheidsregelingen en dat het dus niet zo is dat alle Delen geratificeerd moeten worden. Nederland heeft ook ondersteuning aan andere landen aangeboden wat betreft het verstrekken van informatie en advies over ratificatie en implementatie van de Herziene Code.

De Raad van Europa heeft zeer recent laten weten dat IJsland serieus geïnteresseerd is in het ratificeren van de Delen II (medische zorg), III (uitkeringen bij ziekte) en VI (uitkeringen en verstrekkingen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten) van de Herziene Code en daar ook aan werkt. Nederland heeft laten weten ondersteuning (wat betreft informatie en advies over ratificatie en implementatie) te willen bieden als IJsland daar prijs op stelt.

3.

De notulen geven correct weer wat ter vergadering is besproken. De activiteiten van Nederland hebben zich echter niet beperkt tot deze vergadering. Ook buiten de vergadering heeft Nederland zich de afgelopen jaren op het internationale toneel actief opgesteld als pleitbezorger van ratificatie door en richting andere landen. In december 2007 heeft Nederland een internationaal seminar georganiseerd over de Herziene Code (aanwezige landen: Oostenrijk, Cyprus, Denemarken, Duitsland, IJsland, Noorwegen, Portugal en Zweden) waarbij uitgebreid is stilgestaan bij het ratificeren van de Herziene Code. Sinds 2008 (toen in Nederland het wetgevingsproces liep) is het onderwerp van ratificatie van de Herziene Code elk jaar aan de orde gekomen zowel tijdens de vergadering van het betreffende comité van de Raad van Europa als en marge van die vergadering.

4.

De Code bestaat uit meerdere Delen. Nederland heeft in 2007 Deel VI (uitkeringen en verstrekkingen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten) van de Code opgezegd. Aanleiding daarvoor was een uitspraak (2006) van de Centrale Raad van Beroep dat het vragen van een eigen bijdrage in de AWBZ (wanneer de zorg het gevolg is van een arbeidsongeval of beroepsziekte) niet verenigbaar is met dit Deel van de Code. Nederland is door de opzegging niet meer aan Deel VI van de Code gebonden, rechters kunnen er derhalve niet meer aan toetsen.

Zolang de Herziene Code niet in werking treedt, dient Nederland de overige Delen van de Code na te komen.

Op het moment dat de Herziene Code – die dezelfde indeling in Delen kent als de Code – in werking treedt, komen de betreffende Delen van de Herziene Code in plaats van die van de Code (conform artikel 5 van de Herziene Code). Omdat Nederland alle Delen van de Herziene Code heeft geratificeerd zal Nederland bij de inwerkingtreding van de Herziene Code ook Deel VI daarvan (uitkeringen en verstrekkingen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten) in acht moeten nemen. Deel VI van de Herziene Code staat – anders dan Deel VI van de Code – echter wel toe dat er eigen bijdragen in de zorg worden gevraagd.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), voorzitter, Hamer, M.I. (PvdA), Smeets, P.E. (PvdA), Hijum, Y.J. van (CDA), Omtzigt, P.H. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Ulenbelt, P. (SP), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Dijck, A.P.C. van (PVV), ondervoorzitter, Vermeij, R.A. (PvdA), Karabulut, S. (SP), Lodders, W.J.H. (VVD), Dijkgraaf, E. (SGP), Azmani, M. (VVD), Koolmees, W. (D66), Jong, L.W.E. de (PVV), Klaver, J.F. (GL), Huizing, M.E. (VVD), Besselaar, I.H.C. van den (PVV), Berckmoes-Duindam, Y. (VVD) en Hazekamp, A.A.H. (PvdD).

Plv. leden: Voortman, L.G.J. (GL), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Klijnsma, J. (PvdA), Biskop, J.J.G.M. (CDA), Smilde, M.C.A. (CDA), Dijkstra, P.A. (D66), Kooiman, C.J.E. (SP), Schouten, C.J. (CU), Fritsma, S.R. (PVV), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Neppérus, H. (VVD), Staaij, C.G. van der (SGP), Aptroot, Ch.B. (VVD), Ham, B. van der (D66), Klaveren, J.J. van (PVV), Tongeren, L. van (GL), Straus, K.C.J. (VVD), Mos, R. de (PVV), Harbers, M.G.J. (VVD) en Ouwehand, E. (PvdD).

X Noot
2

Zie http://www.coe.int/t/dg3/socialpolicies/socialsecurity/CSSSmeetings_en.asp.

Het betreft de volgende passage:

«The Committee was informed that The Netherlands had ratified the Revised European Code of Social Security (ETS 139) on 22 December 2009 as the first member State. This instrument would enter into force once it was ratified by two member states. Responding to questions, the Netherlands delegate said that his country had ratified all parts if the Revised Code and that the Code still applied for the Netherlands as long as the Revised Code did not enter into force.»

Naar boven