29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

Nr. 174 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2013

Eerder heb ik uw Kamer een brief gestuurd over de stand van zaken van het overleg met de supermarktbranche over misstanden in de land- en tuinbouw en met name in de champignonsector (Kamerstuk 29 407, nr. 168). We hebben toen afgesproken een gezamenlijke agenda op te stellen voor de aanpak van deze misstanden. In een constructieve samenwerking tussen de supermarkten (vertegenwoordigd door brancheorganisatie CBL), de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) en het kabinet is deze agenda tot stand gekomen. Hieronder licht ik onze afspraken toe.

Situatieschets

De land- en tuinbouwsector is een sector die van groot belang is voor de economie en werkgelegenheid van ons land. Nederland is de tweede exporteur van agrarische producten ter wereld. Hoewel er sprake is van een dalende trend (in 2005 constateerde de arbeidsinspectie bij 17,5% van de controleerde werkgevers een overtreding), is de land- en tuinbouwsector een sector waar relatief gezien vaker problemen zijn met de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden (15% van de gecontroleerde werkgevers in 2012). Eerder is ook gebleken dat met name in de champignonsector wordt gesjoemeld met de arbeidstijden, het wettelijk minimumloon wordt ontdoken door schijnzelfstandigheid en dienstverbanden worden gefingeerd. In de land- en tuinbouw signaleert de Inspectie SZW dat problemen zich relatief gezien vaker voordoen in de glastuinbouw, de aardbeienteelt en de boomkwekerijen. Hier ligt het aantal geconstateerde overtredingen boven het gemiddelde van 15% voor de gehele land- en tuinbouwsector. Onze gezamenlijke aanpak richt zich daarom in eerste instantie op deze sectoren.

Wat gebeurt er al?

Land- en tuinbouwbedrijven, de tussenhandel, de verwerkende industrie, supermarkten en overheid hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze misstanden aan te pakken. Die verantwoordelijkheid willen alle partijen ook nemen. Zo zijn in de champignonsector de misstanden voor LTO Nederland, groenten- en fruit handelsplatform Frugi Venta, FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen aanleiding geweest om het keurmerk Fair Produce te starten. De Inspectie SZW is sinds 2007 actief in de champignonsector, waarbij in het Interventieteam Champignons wordt samengewerkt met de Belastingdienst, UWV, Politie en RCF (Regionaal Coördinatiecentrum Fraudebestrijding). Dat heeft er al toe geleid dat in 2012 bij 23% van de bezoeken door het interventieteam een overtreding is geconstateerd (Jaarverslag 2012, Inspectie SZW). De LTO en het CBL participeren daarnaast in verschillende initiatieven om de keten te verduurzamen.

Acceptabele arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden

Bij de aanpak van problemen heeft elke partij, afhankelijk van zijn rol, zijn eigen verantwoordelijkheid. De ondernemers in de land- en tuinbouw zijn zelf verantwoordelijk voor goed werkgeverschap in hun sector, net zo als de handel en supermarkten dat zijn voor hun sectoren. Dit betekent dat er dient te worden betaald conform de cao- en de contractafspraken, de arbeidstijden niet worden overschreden en de arbeidskosten niet worden gedrukt via schijn- of illegale constructies. De LTO en het CBL zijn het dan ook met mij eens dat schijnconstructies en oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden niet passen binnen goed werkgeverschap. In het actieplan schijnconstructies dat ik in april naar uw Kamer heb gezonden, staat een reeks maatregelen die ik samen met sociale partners neem om misbruik van de regelgeving tegen te gaan. Zo verbeteren we de handhaving van de Wet minimumloon door helder te maken wat er wel en niet onder valt. Hiervoor worden bepalingen in de wet aangepast, waardoor wettelijke normen duidelijker worden. Dit bevordert de naleefbaarheid en handhaafbaarheid. Ook proberen we ontduiking van premieafdracht aan te pakken en worden migratieconstructies bestreden.

In aanvulling op het actieplan schijnconstructies hebben kabinet, LTO en CBL aanvullende afspraken gemaakt. De supermarkten en LTO zijn het met mij eens dat eerlijke concurrentie, onder meer op prijs, een noodzakelijke voorwaarde is voor duurzame productie. Daarom zullen inkopers van supermarkten bij het selecteren van hun leveranciers in bovengenoemde risicogebieden expliciet aandacht besteden aan de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden waaronder wordt gewerkt. Dat kan ofwel door zelf scherper te controleren op de hierboven genoemde criteria van goed werkgeverschap, ofwel door aansluiting te zoeken bij een keurmerk zoals Fair Produce of de module Grasp van GlobalGAP. Verschillende supermarkten verkopen alleen champignons die zijn afgenomen van gecertificeerde telers. Verder hebben we afgesproken dat supermarkten niet meer zullen afnemen van telers die gebruik maken van uitzendbureaus zonder NEN 4400-certificaat. In de glastuinbouw en open teelten is dit reeds afgesproken tussen werkgevers en werknemers en vastgelegd in de cao.

Ik heb u onlangs geïnformeerd over het identificatiesysteem ID12. Dit systeem wordt in de Scandinavische landen (Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland) benut ter voorkoming van illegale arbeid, belasting- en premieontduiking en oneerlijke concurrentie. Op de chip van de identiteitspas worden enkele persoonsgegevens gezet van de werknemer, de gegevens van het bedrijf waarvoor de werknemer werkt, informatie over de eventuele tewerkstellingsvergunning, etc. De informatie is transparant en eenvoudig inzichtelijk te maken voor de daartoe bevoegde partijen. Dit vergemakkelijkt het toezicht. In de champignonsector zal een pilot worden uitgevoerd met deze identificatiepas. CBL en LTO juichen ontwikkelingen als deze toe, omdat het kan bijdragen aan het voorkomen van illegale arbeid, belasting- en premieontduiking en oneerlijke concurrentie.

Informatie-uitwisseling

Het CBL heeft aangegeven behoefte te hebben aan meer informatie-uitwisseling om misstanden te kunnen aanpakken. Het interventieteam werkt nu al nauw samen met alle ketenpartners en beschikt dus over veel kennis en expertise. We hebben afgesproken dat het Interventieteam tijd vrij maakt om voorlichting te geven aan de inkopers, het management en medewerkers van MVO-afdelingen om ervaringen te delen. Ook gaan medewerkers van SZW, de Inspectie SZW en de Belastingdienst samen met leden van het CBL in de praktijk bekijken wat iedere partij kan en mag doen om misstanden uit te bannen.

Daarnaast is het belangrijk dat signalen over misstanden worden gemeld. Dit helpt de Inspectie bij het gericht opsporen van misstanden. Informatie-uitwisseling is daarom belangrijk. Ik onderzoek de mogelijkheden om bedrijven die een boete hebben opgelegd gekregen, bekend te maken. Daarover verwacht ik in het najaar meer duidelijkheid te hebben. Tegelijkertijd zal ik alles in het werk stellen om een bedrijf zo spoedig mogelijk te informeren wanneer er uit het onderzoek van de Inspectie SZW geen overtredingen blijken.

Vervolg en voortgang

Het aanpakken van misstanden gaat niet over een nacht ijs. Ik bekijk met de staatssecretaris van Economische Zaken welk platform, in het kader van het verduurzamen van de voedselketen, benut kan worden voor een continue dialoog met de land- en tuinbouwsector en de supermarktbranche. De staatssecretaris zal het voortouw nemen bij het monitoren van de afspraken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven