Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2022
In de bijlagen bij deze brief doe ik u het rapport «Verkeershandhaving door boa’s:
Eindrapport evaluatie pilot gemeente Utrecht» van bureau Hiemstra en de Vries toekomen.
In de bijlagen treft u eveneens een samenvatting van het rapport aan1. Deze evaluatie is uitgevoerd in opdracht van mijn ministerie.
De evaluatie gaat over de pilot verkeershandhaving in Utrecht die uitvoering geeft
aan een motie van het lid Van Dam.2 Met deze motie ben ik verzocht om, in nauwe samenwerking met de gemeente Utrecht,
te bezien of middels een pilot geëxperimenteerd kan worden met het uitbreiden van
taken van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) op het vlak van de verkeershandhaving.
Sinds februari 2021 mogen boa´s binnen de pilot in Utrecht handhaven op drie lichte
verkeersovertredingen begaan door fietsers. Met de pilot wordt bekeken in hoeverre
de boa’s in staat zijn deze aanvullende taken uit te voeren, tot welke resultaten
dit leidt met betrekking tot de verkeersveiligheid en het nalevingsgedrag en welke
eventuele problemen en risico’s zich daarbij voordoen. De evaluatie die ik u toestuur
gaat in op deze verschillende vragen. Een werkgroep bestaande uit de gemeente Utrecht,
OM, politie, de VNG en JenV begeleidt de pilot. De pilot loopt in huidige vorm tot
en met maart 2022.
Zoals mijn voorganger heeft toegezegd in het commissiedebat verkeersveiligheid van
2 december jl. (Kamerstuk 29 398, nr. 976) zal ik een beleidsreactie op deze pilot en een mogelijk vervolg daarop geven in
de brief die ik dit voorjaar naar uw Kamer stuur over de bredere visie op het beleid
voor de boa’s.
De uitkomsten van deze evaluatie, alsmede de uitkomsten van de verkenning naar het
leefbaarheidscriterium, zal ik hierbij betrekken.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius