Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 augustus 2020
Tijdens de regeling van werkzaamheden van 2 juli jl. heeft het lid Agema verzocht
om een brief over hoe de motie van de leden Agema en Van Aalst (PVV)1 zal worden uitgevoerd (Handelingen II 2019/20, nr. 91, item 60). In deze motie is de regering verzocht in haar verkeerscampagnes ook het tegengaan
van het gebruik van lachgas mee te nemen. Met deze brief kom ik tegemoet aan dit verzoek.
Lachgas is schadelijk voor de gezondheid en het gebruik van lachgas in het verkeer
is volstrekt onverantwoord. Vandaar dat ik het voornemen van de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Minister van Justitie en Veiligheid
(JenV) om lachgas op lijst II van de Opiumwet te plaatsen, heb medeondertekend.2 Op dit moment werken de Staatssecretaris van VWS en de Minister van JenV aan een
wijziging van het Opiumwetbesluit waarin lachgas op lijst II wordt geplaatst en de
oorspronkelijke toepassingen worden uitgezonderd. Deze wijziging creëert een extra
interventiemogelijkheid in aanvulling op de bestaande regelgeving om het gebruik van
lachgas in het verkeer aan te pakken. Indien het daadwerkelijk gebruik van lachgas
in het verkeer straks niet kan worden aangetoond, kan dan wel op het bezit van lachgas
gehandhaafd worden. Het streven is het verbod de eerste helft van 2021 in werking
te laten treden.
Naast de plaatsing van lachgas op lijst II van de Opiumwet wordt ingezet op preventie
en voorlichting. In lijn met het advies van het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring
nieuwe drugs (CAM) acht het Ministerie van IenW het noodzakelijk een campagne tegen
het gebruik van lachgas in het verkeer te laten ontwikkelen en zo in te spelen op
de huidige problematiek.
TeamAlert heeft daarom de opdracht gekregen een specifieke en gerichte campagne tegen
lachgasgebruik in het verkeer voor te bereiden. Om deze campagne te ontwikkelen heeft
TeamAlert eerder dit jaar de gebruiksmotieven van desbetreffende jongeren onderzocht
middels focusgroepen. Het rapport3 van TeamAlert met de onderzoeksbevindingen is als bijlage III bij de voortgangsrapportage
Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 op 25 mei 2020 meegestuurd aan de Kamer.
Inmiddels is TeamAlert gestart met het ontwikkelen van campagneconcepten. Vanwege
de verantwoordelijkheid van het Ministerie van VWS voor een integrale aanpak van lachgas
en de kennis van het Trimbos-instituut zijn zij in de begeleiding van de campagneontwikkeling
nauw betrokken. De lancering van de gerichte campagne door TeamAlert is thans voorzien
eind november 2020. Dit is later dan de bij beantwoording d.d. 2 juli 2020 van de
vragen van het Schriftelijk Overleg Verkeersveiligheid gestelde verwachte planning
van september 2020.4 Deze vertraging is opgelopen doordat de zorgvuldige uitwerking van de campagne meer
tijd verlangt dan was voorzien.
Daarnaast heb ik u eerder op de hoogte gebracht van verdere werkzaamheden in het kader
van drugs in het verkeer, zoals de verkenning die door het Trimbos-instituut wordt
uitgevoerd en de voorbereidende studie op het prevalentieonderzoek die door de SWOV
wordt gedaan, beide in opdracht van het Ministerie van IenW.5
Tevens vindt ook overleg plaats tussen het Ministerie van IenW en diverse stakeholders,
zoals de SWOV, het Trimbos-instituut, TeamAlert, het CBR en Rijkswaterstaat om de
mogelijkheden voor en de koers van publiekscommunicatie over drugs in het verkeer
te bezien.6 Lachgas wordt hierin ook meegenomen. Deze stakeholders leveren hiervoor een belangrijke
bijdrage om doelgroepen onder drugsgebruikers in het verkeer en kennishiaten aan het
licht te brengen. In dat kader is TeamAlert een onderzoek gestart naar welke determinanten
invloed hebben op de beslissing om deel te nemen aan het verkeer onder invloed van
drugs. Dit onderzoek is naar verwachting halverwege december 2020 afgerond.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga