29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 795 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2020

Met de motie van het lid Von Martels1 heeft uw Kamer mij verzocht om zo spoedig mogelijk een ontwerpbesluit voor te leggen waarbij het dragen van een helm verplicht wordt voor snorfietsers. In mijn verzamelbrief verkeersveiligheid van 16 december 20192 heb ik aangekondigd dat de internetconsultatie van deze wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990 kort na het kerstreces van start zou gaan. Middels deze brief meld ik uw Kamer dat de internetconsultatie van het ontwerpbesluit helmplicht snorfiets op 10 februari 2020 start en zeven weken zal gaan duren.

Zoals ook gemeld in de verzamelbrief verkeersveiligheid, zal parallel aan de internetconsultatie een verdiepend onderzoek starten naar de verkeersveiligheids-effecten van een helmplicht voor snorfietsers. Een groot deel van de snorfietsers geeft namelijk aan dat ze door de invoering van een helmplicht zullen overstappen naar andere vervoersmiddelen. De gevolgen van deze overstap voor de verkeersveiligheid wil ik nader laten onderzoeken. Hierbij zal bijvoorbeeld beter in kaart worden gebracht welke leeftijdsgroepen precies zullen overstappen om zo een betere inschatting te maken van de gevolgen voor verkeersveiligheid. Ook zal in kaart worden gebracht of er door het overstappen van snorfietsers naar andere vervoersmiddelen, zoals de (elektrische) fiets, sprake zal zijn van een stijging van het aantal verkeersslachtoffers bij deze voertuigcategorieën.

Ik verwacht dat dit verdiepende onderzoek voor het zomerreces zal zijn afgerond en zal dit, samen met de resultaten van de internetconsultatie, gebruiken in de verdere voorbereiding van het ontwerpbesluit helmplicht snorfiets. Naar verwachting kan het ontwerpbesluit vervolgens na het zomerreces aan uw Kamer worden aangeboden via de gebruikelijke voorhangprocedure.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 29 398, nr. 652.

X Noot
2

Kamerstuk 29 398, nr. 783.

Naar boven