29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 547 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2017

Hierbij reageer ik op de motie van het lid Karabulut c.s. (Kamerstuk 34 550 XV, nr. 27) die de regering verzoekt de regels omtrent het verbod op het doorbrengen van de weekendrust in de vrachtauto actief te handhaven en de Tweede Kamer van de resultaten op de hoogte te stellen.

Omdat er binnen Europa veel discussie was rond de interpretatie van de Europese Verordening 561/2006 die gaat over de rij- en rusttijden is er in eerste instantie een verbod van het verblijf van de weekendrust in de vrachtwagen cabine opgenomen in de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer) 2016 (Stcrt. 2016, nr. 15379). Echter bij nadere juridische analyse bleek dat deze Europese Verordening het verblijf van de weekendrust in de vrachtwagen cabine niet expliciet verbiedt. Ook is er in de Nederlandse regelgeving geen algemeen verbindend voorschrift vastgesteld dat een verbod bevat op een dergelijk verblijf in de cabine. Daarom kan de ILT nu niet handhaven en is de motie van Karabulut c.s. niet uitvoerbaar.

Over de uitleg van Verordening 561/2006 zijn recent prejudiciële vragen gesteld aan het Hof in Luxemburg in de Belgische zaak Vaditrans (C-102/16). Hierbij speelt onder meer de vraag of Verordening 561/2006 niet toch een verbod bevat op het doorbrengen van de normale wekelijkse rusttijd van meer dan 45 uur in de vrachtauto. Zodra mij de uitspraak van het Hof bekend is zal ik deze analyseren en bekijken of aanpassing van de Beleidsregel nodig is.

Zoals ik tijdens het vragenuurtje op 4 oktober jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 7, item 2) aan uw Kamer heb gemeld ben ik geen voorstander van een verbod op het doorbrengen van de weekendrust in de cabine. Eerder is aan uw Kamer gemeld (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 828) dat het Nederlands beleid voor de lange rustperiode erop is gericht om gebruik te maken van beveiligde truckparkings met goede voorzieningen op het onderliggend wegennet. Een verbod op het doorbrengen van de weekendrust in de cabine staat hier haaks op. Ook vanuit oogpunt verkeersveiligheid is een verbod op het verblijf in de cabine niet nodig omdat vrachtwagens tegenwoordig voldoende comfortabel zijn uitgerust om hierin te overnachten en uit te rusten. Bovendien laten chauffeurs hun lading doorgaans liever niet onbeheerd achter.

Verder is niet duidelijk hoe dit praktisch gezien langs de weg gehandhaafd zou moeten worden. Ik zal dit onderwerp meenemen in het kader van de Road Initiatives die de Europese Commissie volgend jaar uitbrengt. Zoals eerder aangegeven zet ik mij in voor een eenduidige interpretatie van de regelgeving en van harmonisatie in de handhaving om een level playing field binnen Europa te bereiken.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven