29 389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

Nr. 90 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2015

Bij brief van 5 maart 2015 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mijn ambtsvoorganger, in vervolg op toezeggingen tijdens het algemeen overleg over civielrechtelijke onderwerpen op 5 februari 2014, verzocht de Kamer een brief te doen toekomen over de wils(on)bekwaamheid van ouderen en de wijze waarop notarissen en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) daarmee omgaan, alsook over de voorlichting aan erfgenamen over het aanvaarden van erfenissen.

In antwoord op uw brief bericht ik u als volgt. U bent over deze onderwerpen eerder geïnformeerd per brief van 20 december 2013 (Kamerstuk 29 389, nr. 62). Hierin staat uiteengezet op welke wijze de KNB de notaris helpt om bij twijfel de wilsbekwaamheid van cliënten vast te stellen. Daartoe dient het «KNB-stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid», waarmee de notaris kan vast stellen of een cliënt in staat is om zelfstandig beslissingen te nemen. In aanvulling daarop is door de vereniging van Estate Planners Notariaat (EPN) en de vereniging voor adviserende en indicerende artsen (VIA) een protocol ontwikkeld, waarin de inschakeling van onafhankelijke artsen door notarissen is geregeld. Inmiddels heb ik van de KNB begrepen dat uit door de KNB uitgevoerde kwaliteitsaudits blijkt dat het stappenplan en het protocol binnen het notariaat algemeen bekend zijn en breed worden gebruikt. Ik deel de visie van de KNB dat verplichtstelling van het stappenplan en het protocol niet nodig is. Los daarvan zou verplichtstelling van het protocol op de nodige bezwaren kunnen stuiten. Zo zou verplichtstelling leiden tot hogere administratieve lasten voor de notaris en hogere kosten voor burgers (alleen al het consult van een VIA-arts bedraagt

€ 250,=). Bovendien kan een dergelijke toetsing door mensen als kwetsend en beledigend worden ervaren. Hierbij zij opgemerkt dat indien er enige aanleiding bestaat om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van een cliënt, de notaris bij een dergelijk vermoeden de geestelijke gesteldheid dient te onderzoeken.

Met betrekking tot uw vraag omtrent de voorlichting aan erfgenamen over het aanvaarden van erfenissen kan ik u mededelen dat de KNB de brochure «een erfenis, wat nu», zoals genoemd in de reeds aangehaalde brief van 20 december 2013 en de website www.notaris.nl heeft aangepast. Duidelijk is beschreven wat de risico’s van aanvaarding zijn en welke mogelijkheden een erfgenaam heeft als de erfenis niet gewild is. Ook de website besteedt aandacht aan dit onderwerp, waarbij meer specifiek wordt ingegaan op de risico’s bij het erven van een huis. Verwezen wordt naar de KNB-brochure «Woning verkopen», waarin deze risico’s duidelijk worden beschreven. Voorts wordt in samenwerking met de uitvaartbranche in diverse uitvaartmedia gewezen op de mogelijkheid van beneficiair aanvaarden. Tenslotte heeft de KNB de medewerkers van de notaristelefoon – de laagdrempelige publieksinformatielijn van de KNB met ongeveer 12.000 inbellers per jaar, waarbij dit onderwerp veelvuldig aan bod komt – nog eens gewezen op het belang van een duidelijke voorlichting. Daarnaast verwacht ik deze maand het wetsvoorstel bescherming erfgenamen tegen schulden naar uw Kamer te kunnen zenden, waarin erfgenamen aanvullende bescherming wordt geboden tegen schulden van de overledene.

Ten aanzien van het levenstestament, zijnde een volmacht, is gedurende de pilots in het kader van het actieplan «Ouderen in veilige handen» van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), waaraan ook de KNB deelnam, een aantal knelpunten aan het licht gekomen. Zo bleek de volmacht voor banken soms onduidelijk of praktisch niet uitvoerbaar. Als gevolg daarvan werd soms de volmacht niet geaccepteerd. De KNB en de Nederlandse Vereniging van Banken hebben hierover overleg gevoerd en overeenstemming bereikt over een werkbare volmacht. Doel is dat het notariaat zoveel mogelijk met dit model gaat werken en dat banken volmachten accepteren die conform dit model zijn opgemaakt. Ook is gebleken dat rechters niet altijd op de hoogte zijn van het bestaan van een levenstestament. Daardoor kan het voorkomen dat rechters een bewindvoerder aanwijzen, zonder dat rekening wordt gehouden met de wensen van de volmachtgever. Ook hiervoor zoekt de KNB een oplossing. Deze twee onderwerpen zijn ook aan de orde geweest in het Algemeen Overleg met uw Kamer over ouderenmishandeling op 1 april jongstleden. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal, zoals toegezegd, de Kamer medio juni van dit jaar door middel van de voortgangsrapportage geweld in afhankelijkheidsrelaties hierover mede namens mij rapporteren. Op 30 maart 2015 heeft een door de KNB georganiseerde expertmeeting plaats gevonden, waarin met alle betrokken partijen is gesproken over de knelpunten bij het levenstestament en de mogelijke oplossingen om deze te verhelpen. Ik streef er naar om uw Kamer voor het zomerreces nader te informeren over de acties die zijn en zullen worden ondernomen om de tijdens deze expertmeeting geïnventariseerde knelpunten te verhelpen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven