29 389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2024

Als Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zetten wij ons gezamenlijk in voor het programma Wonen en Zorg voor ouderen. Dit initiatief maakt deel uit van zowel de Nationale Woon- en Bouwagenda als het programma WOZO (Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen). Aan het begin van de zomer hebben wij u over de voortgang van beide programma’s geïnformeerd1 en tevens toegezegd u aan het einde van het jaar wederom over de voortgang te informeren. Aan die toezegging hebben wij invulling gegeven met het toesturen van de Staat van de volkshuisvesting2 op 17 november 2023 en de voortgangsrapportage WOZO3 op 22 december 2023.

In de Staat van de Volkshuisvesting wordt aandacht besteed aan het programma Wonen en Zorg voor ouderen in zowel hoofdstuk één als hoofdstuk vijf. De voortgangsrapportage van het WOZO-programma richt zich in actielijn 4 op de ontwikkelingen met betrekking tot wonen en zorg voor ouderen. Deze brief behandelt verschillende moties die verband houden met het programma, waarbij we de focus leggen op moties met betrekking tot dementievriendelijk bouwen en stimulering van specifieke woonvormen voor ouderen. De genoemde moties beschouwen wij hiermee als afgehandeld.

Artikel 1. Bovenkant formulier

Sinds de start van het programma ruim een jaar geleden is samen met verschillende betrokken koepelorganisaties en medeoverheden veel in gang gezet.

  • De aantallen benodigde woningen voor ouderen worden via de regionale woondeals doorvertaald naar gemeentelijk niveau.

  • Op regionaal niveau spreken tenminste provincie, gemeenten, zorgkantoren en woningbouwcorporaties over concrete afspraken over aantallen benodigde woningen voor ouderen per gemeente, afspraken over het inpassen van die benodigde aantallen in de bouwprogrammering en de manier waarop zicht wordt gehouden op de planvorming en uitvoering van deze bouwopgave.

  • In de komende periode verrijken de gemeenten en de provincies de regionale woondeals met deze afspraken.

  • Om de bouw van zorggeschikte woningen in het sociale segment te stimuleren is de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen in september 2023 opengesteld. Per 1 februari 2024 zijn er 28 aanvragen voor ruim 1.350 woningen ingediend.

  • De Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderenhuisvesting (SOO) heeft in twee tranches (2022 en 2023) een bijdrage geleverd aan ruim 19.000 geclusterde woningen met een ontmoetingsruimte.

Om doorstroming voor ouderen naar passend aanbod te stimuleren wordt gewerkt aan onder andere een publiekscampagne, informatieverstrekking aan gemeenten en woningbouwcorporaties en onderzoek naar de woonwensen en beweegredenen van ouderen om te verhuizen. Verhuizen naar een toekomstbestendige woning is aantrekkelijk omdat ouderen op die manier anticiperen op (mogelijke) veranderingen in de toekomstige zorgbehoefte en zorgt bovendien voor algehele doorstroming op de woningmarkt, waardoor het aanbod voor bijvoorbeeld gezinnen en starters ook groeit.

We hebben niet alleen aandacht voor de woningen, maar ook voor de omgeving waar die woningen komen te staan. Doel is een omgeving te creëren die een gezonde leefstijl, ontmoeting en méér beweging bij ouderen stimuleert. Met een specifieke uitkering via het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) werken gemeenten aan maatregelen in de fysieke omgeving die dit bevorderen.

Dementievriendelijk bouwen

De gewijzigde motie van de leden Van der Plas en Mohandis4 verzoekt de regering om het bouwen van dementievriendelijke huizen op te nemen als doelstelling en over de invulling hiervan in contact te treden met de patiëntenorganisaties. Ook de motie van het lid Grinwis c.s.5 verzoekt de regering om te bevorderen dat zoveel mogelijk van de nieuw te bouwen seniorenwoningen dementievriendelijk worden gebouwd. Binnen het programma Wonen en Zorg voor ouderen wordt op verschillende manieren invulling gegeven aan het stimuleren van dementievriendelijk bouwen. Met provincies, regio’s en gemeenten worden afspraken gemaakt over benodigde woonvormen voor ouderen, waaronder zorggeschikte woningen. Hierbij wordt benadrukt dat een deel van de mensen met dementie in deze zorggeschikte woningen moeten kunnen wonen. In de «Handreiking geclusterde woonvormen» is onder hoofdstuk 4 («De woning») aandacht voor dementievriendelijkheid binnen de bouw, op het gebied van woonomgeving en woonaanpassing van bestaande bouw.

Daarnaast is een van de voorwaarden in de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen, die in september 2023 gepubliceerd is, dat in de bouw rekening wordt gehouden met dementievriendelijk bouwen. Ook wordt er gewezen op de «Toolbox Dementievriendelijk Bouwen», met concrete tips voor woningen, waarvan Alzheimer Nederland met een hernieuwde versie komt. Hierover is contact met deze organisatie.

De motie van het lid Den Haan c.s.6 verzoekt de regering landelijk te monitoren dat woningbouwcorporaties gezamenlijk zoveel mogelijk dementievriendelijke woningen realiseren. Het is echter zo dat kenmerken die een woning dementievriendelijk maken moeilijk te monitoren zijn, zonder de administratieve lasten voor gemeenten, zorgorganisaties en woningbouwcorporaties onevenredig te verhogen. Het gaat bijvoorbeeld om kenmerken die kunnen helpen bij de oriëntatie voor bewoners, het effect van kleurschakeringen en akoestiek. De zorgorganisaties en woningbouwcorporaties worden middels de subsidieregeling zorggeschikte woningen wel nadrukkelijk gestimuleerd dementievriendelijk te bouwen in het sociale segment. Deze subsidieaanvragen worden gemonitord, waardoor een beeld ontstaat van de gebouwde dementievriendelijke voorraad.

Aandacht voor specifieke woonvormen voor ouderen

De motie van het lid Van der Staaij. c.s.7 verzoekt de regering, er samen met gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders, voor te zorgen dat in kleinere dorpen en kernen in het landelijk gebied voldoende zorggeschikte woningen worden gebouwd. Daarnaast verzoekt de motie van het lid Den Haan c.s.8 de regering om te onderzoeken hoe het bouwen van nieuwe hofjes kan worden versneld en gestimuleerd. Aan de hand van de vijfendertig regionale woondeals wordt per regio in kaart gebracht wat de woningbehoefte voor ouderen is, uitgesplitst naar nultredenwoningen, geclusterde woonvormen en zorggeschikte woningen. Hofjes vallen qua kenmerken onder de geclusterde woonvormen. Aan regionale actietafels wordt de opgave vertaald naar lokale afspraken die concreet weergeven welk type ouderenhuisvesting waar moet worden gebouwd. Dit geldt dus voor alle regio’s in Nederland, ook daar waar kleinere kernen en dorpen liggen. De «handreiking geclusterde woonvormen» biedt extra ondersteuning voor deze plannen met speciale aandacht voor kleine gemeenten en kernen. Tot slot is bij Platform31 reeds het verzoek ingediend extra nadruk te leggen op hofjes in de doorontwikkeling van de «Handreiking geclusterde woonvormen».

De motie van de leden Grinwis en Den Haan9 vraagt om het wegnemen van obstakels en financiële belemmeringen om geclusterde woonvormen voor ouderen gemakkelijker te realiseren. Geclusterde woonvormen voor ouderen hebben vaak een ontmoetingsruimte en onderscheiden zich daarmee van reguliere woningen. De financiering van deze ontmoetingsruimte is echter vaak een knelpunt, zowel voor woonvormen van burgerinitiatieven, woningbouwcorporaties als marktpartijen. Vanuit de Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderenhuisvesting konden initiatiefnemers in 2022 en 2023 subsidie aanvragen voor de financiering van de bouwkosten van de ontmoetingsruimten. De tranches voor 2022 en 2023 zijn volledig beschikt waardoor de komende jaren een groot aantal geclusterde woonvormen voor ouderen zullen worden gerealiseerd. Momenteel wordt onderzocht wat nodig is om de regeling voort te kunnen zetten.

De motie van het lid Grinwis c.s.10 verzoekt de regering te analyseren welke financiële drempels er zijn om gemeenschappelijke woonvormen te realiseren, te verkennen welke maatregelen nodig zijn voor een level playing field voor het middenhuursegment, en de Tweede Kamer hierover voor het zomerreces te informeren. Over de invulling van deze motie bent u reeds op 27 juni 202311 en 11 oktober 2023 geïnformeerd12.

Tot slot

Hoewel de uitdagingen in zowel de ouderenzorg als de bouw niet gering zijn, zijn we blij met de huidige samenwerking op het gebied van wonen en zorg voor ouderen. Het onderwerp staat bij beide ministeries hoog op de agenda en we willen deze gelegenheid dan ook gebruiken om de betrokken partners hartelijk te danken voor hun blijvende betrokkenheid. Medio 2024 informeren we u wederom over de voortgang van het programma.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 29 389, nr. 119 & Kamerstuk 2022/23, 29 389, nr. 117

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/24, 32 847, nr. 112

X Noot
3

Kamerstukken II 2023/24, 29 389, nr. 123

X Noot
4

Kamerstukken II 2022/23, 31 765, nr. 762 (tvv 750)

X Noot
5

Kamerstukken II 2022/23, 32 847, nr. 1006

X Noot
6

Kamerstukken II 2022/23, 32 847, nr. 1002

X Noot
7

Kamerstukken II 2022/23, 31 765, nr. 746

X Noot
8

Kamerstukken II 2022/23, 32 847, nr. 1003

X Noot
9

Kamerstukken II 2022/23, 32 847, nr. 802

X Noot
10

Kamerstukken II 2022/23, 31 765, nr. 741

X Noot
11

Kamerstukken II 2022/23, 29 389, nr. 119

X Noot
12

Kamerstukken II 2023/24, 29 453, nr. 566

Naar boven