29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

28 973 Toekomst veehouderij

Nr. 304 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2018

In mijn brief van 4 juli 20181 heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken van de onafhankelijke Commissie Geurhinder Veehouderij onder voorzitterschap van de heer mr. P.J. Biesheuvel. Deze commissie onderzoekt «welke maatregelen op korte termijn mogelijk zijn ten behoeve van omwonenden in gebieden waar de geurnorm wordt overschreden» en levert een bijdrage aan een robuust geurbeleid op de langere termijn.

De commissie heeft mij per brief geïnformeerd over haar plan van aanpak. Zij geeft aan zorgvuldigheid voorop te stellen vanwege de grote belangen voor veehouders en omwonenden en de complexiteit van de problematiek. De commissie meldt mij daarbij dat dit leidt tot een aangepaste planning. Zij wil de komende weken diverse betrokkenen horen (omwonenden, veehouders, fabrikanten van luchtwassers, natuur- en milieuorganisaties, gemeentelijke en provinciale overheden en rijksoverheid), ieder vanuit diens eigen perspectief. Begin november zal in drie geografisch verspreide case studies met betrokkenen de lokale situatie worden onderzocht, en zullen mogelijke maatregelen worden besproken.

In december/januari zal de commissie haar rapport afronden. In het rapport zal ook ingegaan worden op het robuuster geurbeleid voor de langere termijn. Dit laatste was voorzien in deel 2 van de opdracht. Na verschijnen van het rapport streef ik ernaar in het voorjaar mijn beleidsreactie met u te delen.

Ik waardeer de zorgvuldigheid van de aanpak van de commissie. De brief met het plan van aanpak treft u hierbij aan2.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken 29 383 en 28 973, nr. 302

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven