29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 300 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2021

Op 2 november 2021 (Kamerstuk 31 865, nr. 199) heb ik u een brief gestuurd over de wijze waarop ik opvolging geef aan de moties en toezeggingen uit het verantwoordingsdebat over het financieel jaarverslag van het Rijk op 9 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 86, items 5 en 8) en uit het wetgevingsoverleg over het departementale jaarverslag van Financiën op 24 juni 2021 (Kamerstuk 35 830 IX, nr. 10). In die brief heb ik – vanuit mijn systeemverantwoordelijkheid voor het financieel beheer van het Rijk – toegezegd te zullen zorgen voor tussentijdse informatieverschaffing aan de Kamer over rijksbrede aandachtspunten in de ontwikkeling van het financieel beheer van het Rijk. Daartoe bied ik u bijgaand het tussentijds rijksbreed beeld1 aan dat is opgesteld door de Auditdienst Rijk, de onafhankelijke interne auditfunctie van het Rijk.

In het tussentijds beeld geeft de Auditdienst Rijk ten behoeve van het SG-overleg de rijksbrede rode draden weer van de tussentijdse bevindingen over het eerste halfjaar van 2021. De Auditdienst Rijk rapporteert aan elk ministerie afzonderlijk de specifieke tussentijdse bevindingen over dat departement.

Ik vertrouw erop u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven