De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de
brief van 14 december 2016 over het inspectierapport Webarchivering bij de centrale
overheid van de Erfgoed-inspectie (Kamerstuk 29 362, nr. 257).
De vragen en opmerkingen zijn op 30 januari 2017 aan de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 3 maart 2017 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Wolbert
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic-van Bemmel
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het inspectierapport Webarchivering
bij de centrale overheid van de Erfgoedinspectie. Websites nemen een steeds centralere
rol in bij het contact tussen overheid en burger, en vallen daarom onder de Archiefwet.
Toch wordt deze wet ten aanzien van websites en sociale media momenteel nog niet of
niet voldoende nageleefd. Slechts twee procent van de organisaties binnen de centrale
overheid archiveert deze informatie. Dit is een probleem, omdat burgers op overheidscommunicatie
moeten kunnen vertrouwen, het kan bijvoorbeeld als bewijs dienen in een juridische
procedure. Daarnaast kunnen uitingen op overheidswebsites en sociale media in de toekomst
van belang zijn voor historisch en cultureel onderzoek. De leden beamen daarom het
belang van een verbetering van de webarchivering bij de centrale overheid. Net als
de Minister onderschrijven zij de aanbevelingen uit het rapport. Echter, deze leden
vragen hoe de Minister concreet van plan is deze aanbevelingen te implementeren. Wat
komt er bijvoorbeeld precies in de handreiking en het voorstel te staan en welke prioriteiten
worden gelegd? Hoe is de Minister voornemens een duidelijker beleidskader te scheppen
en hoe denkt de Minister de inherente vluchtigheid van elektronische communicatie
effectief samen te brengen met de duurzaamheid van archivering? Op wat voor termijn
streeft de Minister ernaar dat alle overheidsorganisaties hun webarchivering op orde
hebben en waarom is deze termijn haalbaar? Kortom, wat zijn de doelen en ambities
om de aanbevelingen van het rapport te implementeren, zo vragen de genoemde leden.
II Reactie van de Minister
Onder dankzegging voor uw vragen en opmerkingen bij het inspectierapport Webarchivering
bij de centrale overheid doe ik u hierbij mijn antwoorden toekomen. Hierbij ga ik
eerst in op de vragen over de inhoud en de insteek van de toegezegde handreiking webarchivering
en vervolgens op de vragen over de implementatie ervan.
De leden vragen hoe de inherente vluchtigheid van elektronische communicatie effectief
samengebracht kan worden met de duurzaamheid van archivering en welke prioriteiten
er in de handreiking gelegd zullen worden.
Prioriteit zal in de toegezegde handreiking gelegd worden op het formuleren van een
praktijk van archiveren van websites en sociale media die het vertrouwen van burgers
in overheidscommunicatie voorop stelt. Daartoe zal onderzocht worden hoe een website
en de daarop gepubliceerde overheidsinformatie na archivering haar informatiewaarde
voor de bedrijfsvoering, bewijsvoering en verantwoording kan behouden. Verder dient
de handreiking te leiden tot een effectieve en transparante archiveringspraktijk.
De centrale overheid dient zichzelf niet ten doel te stellen elke versie van elke
webpagina voor altijd te bewaren. Ook voor elektronische communicatie geldt dat deze
op basis van de Archiefwet vernietigd moet kunnen worden. Het is hierbij van belang
dat de gehanteerde archiveringspraktijk voldoende helder is beschreven zodat de centrale
overheid er verantwoording over af kan leggen. Het dient voor burgers inzichtelijk
te zijn welke informatie op een website achteraf nog te raadplegen is.
De leden vragen wat de doelen en ambities zijn om de aanbevelingen van de inspectie
te implementeren; hoe deze implementatie ter hand genomen zal worden; en per wanneer
verwacht wordt dat alle overheden hun webarchivering op orde hebben.
Het is mijn ambitie om organisaties binnen de centrale overheid te ondersteunen met
een beleidskader waaruit blijkt met welke kwaliteitscriteria men rekening moet houden
bij het archiveren van websites en hoe men daar verantwoording over af kan leggen,
onder meer in een selectiebesluit. Deze organisaties zijn zelf verantwoordelijk om
hier invulling aan te geven. Zij zullen hierbij ondersteund worden door de CIO Rijk
en de Algemeen Rijksarchivaris middels een voorstel voor implementatie dat in de tweede
helft van 2017 opgeleverd zal worden, zodat deze organisaties hun eigen planning voor
de inrichting van hun webarchivering kunnen maken. De handreiking zal gepubliceerd
worden zodat alle overheden er gebruik van kunnen maken. De handreiking en het voorstel
voor implementatie zullen aansluiten bij DUTO, het algemene kader van kwaliteitseisen
om de duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie te kunnen verbeteren.