nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2007
Bij brief heeft u mijn ambtsvoorganger verzocht te reageren op een brief
van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers te Den Haag aan de
vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS-06-1545). De brief
gaat over de resultaten van het HARM-onderzoek (Hospital Admission Related
to Medication) over mogelijk vermijdbare ziekenhuisopnames als gevolg van
verkeerd geneesmiddelengebruik. De ziekenhuisapothekers stellen in hun brief
dat de steun van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
nodig is om de medicatieveiligheid te verbeteren. Daarover kan ik u het volgende
laten weten.
Patiëntveiligheid en medicatieveiligheid hebben volop de aandacht
binnen het ministerie van VWS. Er zijn diverse acties in gang gezet om de
patiëntveiligheid en medicatieveiligheid te verbeteren. Ik verwijs u
naar mijn brief hierover (Kamerstuk 29 359/27 529, nr. 91)
d.d. 29 augustus 2006. Samengevat gaat het om de volgende acties:
1. invoeren van een veiligheidsmanagementsysteem in zorginstellingen;
2. invoeren van het electronisch medicatiedossier (EMD);
3. uitvoeren van het onderzoeksprogramma bij ZonMw met betrekking tot
medicatieveiligheid;
4. invoeren van een systeem om bijwerkingen van nieuwe geneesmiddelen
in een vroeg stadium op te laten sporen door Lareb en het College ter Beoordeling
van Geneesmiddelen;
5. uitvoeren van een project door de Inspectie voor de Gezondheidszorg
met betrekking tot het opstellen van normen voor een veilige medicatieoverdracht;
6. uitvoeren van het project Doelmatiger gebruik van geneesmiddelen waarbinnen
aandacht wordt besteed aan polyfarmacie en therapietrouw en
7. patiëntveiligheidskaart uitgegeven met tips voor zorgverlener
en patiënt.
Eind 2006 zijn Kamervragen (Aanhangsel der Handelingen nr. 554, vergaderjaar
2006–2007) gesteld door de afgevaardigde dhr. Voordewind (CU) over het
instellen van een task-force voor het verbeteren van de medicatieveiligheid.
In antwoord daarop heeft mijn ambtsvoorganger laten weten grote winst te verwachten
van het invoeren van een electronisch patiëntendossier en ervan uit te
gaan dat zorgpartijen hieraan prioriteit geven.
Inmiddels heeft de Tweede Kamer tijdens de begrotingsbehandeling van VWS
eind vorig jaar de motie van lid Voordewind aangenomen over het HARM-onderzoek
en medicatieveiligheid (Kamerstuk 30 800-XVI, motie nr. 99). Deze
motie vraagt mij binnen vier maanden, samen met partijen uit de zorg, een
plan van aanpak op te stellen voorzien van meetbare doelstellingen en een
tijdpad ter verbetering van de medicatieveiligheid.
Ik zal de komende tijd daaraan voldoen in overleg met diverse zorgpartijen.
Ook de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers zal hierbij worden
betrokken. Hierbij zal ook worden bezien welke rol het ministerie van VWS
kan spelen en welke verantwoordelijkheden bij de beroepsbeoefenaren liggen.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink