Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2012
Op 23 oktober jl.1 bent u door de toenmalige minister voor Immigratie en Asiel geïnformeerd over de
situatie omtrent het tentenkamp in Amsterdam. In deze brief informeer ik u verder
over de ontwikkelingen rond de tentenkampen in Amsterdam en Den Haag.
Zoals opgemerkt in de brief van 23 oktober 2012 is het aan gemeenten om keuzes te
maken over het voortbestaan van een protestactie vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid
voor het handhaven van de openbare orde en in het kader van de Wet openbare manifestaties.
Het Rijk komt hierin geen rol toe. Dat neemt niet weg dat ik er begrip voor heb dat
de gemeente Amsterdam en Den Haag ook naar het Rijk kijken voor ondersteuning bij
de ontstane situatie.
Daarom heb ik op 15 november jl. de bewoners van beide tentenkampen schriftelijk uiteengezet
welke mogelijkheden er zijn om tijdelijk onderdak te krijgen.
Zoals steeds geldt dat vreemdelingen uit het tentenkamp tijdelijk onderdak kunnen
krijgen in de vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel mits ze bereid zijn om, in samenwerking
met de Dienst Terugkeer en Vertrek, hun terugkeer naar het land van herkomst op te
pakken. Vreemdelingen die terug willen, kunnen immers terug. Uitgangspunt daarbij
is dat vreemdelingen zelf verantwoordelijk zijn voor hun vertrek, maar ze staan er
niet alleen voor. Als vreemdelingen van dit aanbod gebruik maken, zal met hen intensief
worden gesproken over de (financiële) ondersteuningsmogelijkheden zoals we die in
Nederland hebben ontwikkeld, met inbegrip van de faciliteiten die de Internationale
Organisatie voor Migratie (IOM) kan bieden. Hierbij geldt dat met iedereen individueel
zal worden gekeken welke opties er zijn en welke stappen nodig zijn om terug te kunnen
keren. Daarin worden de belanghebbenden zorgvuldig begeleid.
Aanvullend bied ik vreemdelingen uit beide tentenkampen die nog een toelatingsprocedure
hebben lopen bij Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) of de rechter, en voor zover
geen eigen alternatieve opvang beschikbaar is, maximaal 30 dagen opvang in een asielzoekerscentrum.
Voor zover het een procedure bij de IND betreft, zal de IND in de tussentijd lopende
verblijfsaanvragen of bezwaarprocedures met voorrang behandelen.
Met behulp van bovenstaand aanbod span ik mij maximaal in om tot een uitweg te komen
uit de ontstane situatie in Amsterdam en Den Haag zonder afbreuk te doen aan de uitgangspunten
van het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Nederland heeft immers een zorgvuldige asielprocedure
met de nodige kwaliteitswaarborgen en de mogelijkheid tot een rechterlijke toets in
beroep en hoger beroep. Vreemdelingen die bescherming nodig hebben, krijgen deze ook.
Vreemdelingen die niet in aanmerking komen voor bescherming in Nederland, moeten voldoen
aan hun vertrekplicht en Nederland verlaten. Dit uitgangspunt loslaten, zou betekenen
dat ik het vertrouwen in de Nederlandse asielprocedure opzeg.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven