29 344 Terugkeerbeleid

Nr. 153 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 augustus 2023

Met deze brief bied ik u de Jaarbrief terugkeer vreemdelingen 2022 aan, waarmee de Inspectie voor Justitie en Veiligheid (hierna: de Inspectie) rapporteert over het oordeel dat zij heeft gevormd ten aanzien van de voorbereiding en begeleiding van terugkeer van vreemdelingen naar hun herkomstland of een ander land van bestendig verblijf in 2022.

Rapportage

Sinds 2021 hanteert de Inspectie het nationale toezichtsmodel, dat zich richt op thematisch onderzoek (Kamerstuk 29 344, nr. 151). Hierbij richt de Inspectie zich op onderzoek naar individuele terugkeeroperaties (tijdens de uitvoer daarvan), monitoring van het verloop van terugkeeroperaties aan de hand van rapportages van betrokken uitvoeringsorganisaties en thematisch onderzoek op het gebied van terugkeer. Tevens inspecteert zij internationale terugkeeroperaties van de Frontex pool van forced return monitors. Met de jaarlijkse rapportages door de Inspectie, wordt de stand van zaken rondom het terugkeerproces opgemaakt. Aanbevelingen uit deze rapportages kunnen door betrokken uitvoeringsorganisaties worden gebruikt om hun werkprocessen verder te verbeteren.

Conclusies

Ook over 2022 stelt de Inspectie vast dat terugkeer in de regel zorgvuldig wordt voorbereid en uitgevoerd. De Inspectie benoemt twee onderwerpen waar zij eerder over heeft gerapporteerd. Het eerste onderwerp betreft informatie-uitwisseling. De Inspectie signaleert in vergelijking met 2021 een verbetering als het gaat om de overdracht van relevante informatie voorafgaand aan de uitzetting. Wel wordt gewezen op het belang van het delen van informatie over bagage en gezondheid van de vreemdeling voor een rustige en veilige uitzetting. De Inspectie vraagt hiervoor blijvende aandacht. Het tweede onderwerp ziet op het gebruik van hulpmiddelen door DV&O en KMar. De Inspectie is positief dat DV&O ten opzichte van vorig jaar in mindere mate gebruik heeft gemaakt van hulpmiddelen en benoemt verder geen bijzonderheden.

Ten slotte verwijst de Inspectie naar het thematisch onderzoek «Verantwoord vertrek» dat zij op 8 november 2022 heeft gepubliceerd. Hierover heb ik de Tweede Kamer op 11 november 2022 geïnformeerd1.

Ik vraag aandacht bij de betrokken uitvoeringsorganisaties voor de aanbevelingen, om op basis daarvan het terugkeerproces nog verder te verbeteren. Tevens dank ik de Inspectie voor het onderzoek dat zij heeft verricht.

Tot slot merk ik op dat de Inspectie vanaf volgend jaar geen afzonderlijke jaarbrief over uitzettingen meer zal publiceren, maar bevindingen zal meenemen in haar algemene jaarbericht.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 3008

Naar boven