29 344 Terugkeerbeleid

19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 134 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2018

Met deze brief informeer ik uw Kamer over enkele aanpassingen in de ondersteuning aan vreemdelingen bij zelfstandige terugkeer naar het land van herkomst.

Aanleiding

In 2015 en 2016 werd Nederland geconfronteerd met een sterke stijging van de instroom van asielzoekers. Deze stijging werd in eerste instantie veroorzaakt door mensen die het conflict in Syrië ontvluchtten en onder andere in Nederland asiel aanvroegen. In de loop van 2016 bleken ook relatief veel mensen uit de Westelijke Balkan en Noord-Afrika asiel aan te vragen.

In de loop van 2016 zijn verschillende maatregelen getroffen om aanvragen van asielzoekers sneller af te doen, oneigenlijk gebruik van opvangfaciliteiten te beperken en oneigenlijke prikkels om naar Nederland te komen weg te nemen.

Eén van de maatregelen was het beperken van de ondersteuning bij zelfstandig vertrek voor vreemdelingen uit de Westelijke Balkan1, vreemdelingen uit Marokko en Algerije2 en vreemdelingen die zonder visum naar Nederland kunnen reizen3.

Verder is vorig jaar het hele stelsel van terugkeerondersteuning tegen het licht gehouden. Doel was om te komen tot een bestendig stelsel waarbij de effectiviteit en efficiëntie van de terugkeerondersteuning leidend is en de eventuele aanzuigende werking van de financiële ondersteuning zo veel mogelijk wordt beperkt. Grootste wijziging is dat het meegeven van de relatieve hoge financiële bijdrage uit de zogeheten Herintegratieregeling Terugkeer (HRT)4 is afgeschaft.

Onbedoelde effecten

In september 2016 is afgesproken dat na een jaar zou worden gekeken welke effecten deze maatregelen zouden hebben. Binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid is in de zomer van 2017 een cijfermatige analyse uitgevoerd en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) heeft in de vorm van interviews verschillende partijen bevraagd over hun ervaringen.

Hieruit is naar voren gekomen dat de getroffen maatregelen enkele onbedoelde effecten voor de uitvoeringspraktijk hebben gehad met nadelige gevolgen voor de efficiëntie van het uitvoeringsproces.

  • Afschaffing van een beperkte financiële ondersteuningsbijdrage leidt tot minder aantoonbaar vertrek. Na aankomst op de luchthaven in het land van herkomst ontbreekt het vreemdelingen aan middelen om de doorreis binnen dat land mogelijk te maken en de kosten voor levensonderhoud voor de eerste dagen na aankomst te dekken. Het effect is uitstel en soms afstel van een besluit tot terugkeer. Dit maakt het terugkeerproces minder effectief en efficiënt, brengt daarnaast verhoogde opvangkosten met zich mee en zorgt voor minder aantoonbaar vertrek.

  • Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van het vertrek met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) naar vertrek met de DT&V en de KMar. Met name de KMar is veel minder tijd kwijt aan de ondersteuning van vreemdelingen op Schiphol bij vertrek met IOM dan bij vertrek met de DT&V. Verder wendt een deel van de vreemdelingen die Nederland willen verlaten, zich tot de DT&V omdat zij zijn uitgesloten van ondersteuning met IOM. Dit gaat ten koste van de capaciteit die de DT&V kan besteden aan het motiveren van vreemdelingen die (nog) geen terugkeerbereidheid vertonen. Deze extra belasting is onwenselijk.

  • Door de genomen maatregelen is het voor IOM lastiger geworden om een eenduidige boodschap te geven dat (alle) vreemdelingen bij IOM terecht kunnen voor ondersteuning. Hierdoor raakt IOM een deel van het (migranten)netwerk en daarmee een deel van het bereik kwijt en keren minder mensen terug naar het land van herkomst.

Versterken zelfstandige terugkeer

Het versterken van de effectieve en efficiënte terugkeer naar landen van herkomst en het vergroten van het aandeel aantoonbaar vertrek zijn speerpunten van dit Kabinet. Ik vind het dan ook niet wenselijk dat vreemdelingen die geen recht op verblijf (meer) hebben, langer dan noodzakelijk in Nederland verblijven. Belemmeringen die leiden tot uitstel of zelfs afstel van vertrek wil ik zoveel mogelijk wegnemen. Om die reden neem ik een aantal maatregelen om de zelfstandige terugkeer te versterken.

In dit kader heb ik besloten om aan vreemdelingen die in aanmerking komen voor vertrek met IOM, afkomstig uit de Westelijke Balkan en de ring rondom Europa, een beperkte ondersteuningsbijdrage te bieden van ten hoogste honderd euro per persoon. Deze beperkte bijdrage in cash is alleen beschikbaar voor vreemdelingen die onvoldoende middelen hebben om na aankomst door te reizen. Zo wordt een belemmering om terug te keren weggenomen.

Ik verwacht met deze beperkte financiële bijdrage meer zelfstandig vertrek te realiseren en daarmee de kosten voor gedwongen vertrek of verblijf in de illegaliteit te besparen.

Verder heb ik besloten dat vreemdelingen, ook uit visumvrije landen, die zich tot IOM wenden voor ondersteuning bij terugkeer, in beginsel door IOM geholpen moeten kunnen worden bij het realiseren van het daadwerkelijke vertrek. Voor vreemdelingen uit de Westelijke Balkan, Moldavië, Oekraïne en Georgië geldt dat deze vreemdelingen in de caseload van de DT&V moeten zitten om voor ondersteuning in aanmerking te komen.

Voor alle vreemdelingen die een beroep doen op ondersteuning door IOM geldt dat voldaan moet worden aan de gestelde criteria voor deelname aan het REAN-programma5. IOM toetst of een vreemdeling de terugkeer zelf kan financieren en wanneer dit het geval is, ondersteunt IOM deze vreemdeling niet. Ook komen vreemdelingen die de afgelopen 5 jaar al eerder uit Nederland zijn vertrokken, niet meer in aanmerking voor vertrek via het REAN-programma. De aanpassingen worden gefinancierd uit de reeds beschikbare middelen voor IOM en een kleine verhoging van de BHOS-uitgaven. Door met deze maatregel voor een grotere groep de belemmering voor zelfstandig vertrek weg te nemen verwacht ik voor deze groep een toename van het zelfstandig vertrek waarmee illegaal verblijf kan worden voorkomen.

Met de voorgestelde aanpassingen heeft de ondersteuning een optimale balans tussen het bijdragen aan de uitvoering van het terugkeerbeleid en het voorkomen van oneigenlijk gebruik.

Vanzelfsprekend worden de effecten van de maatregelen op de instroom en het vertrek nauwlettend in de gaten gehouden. Indien oneigenlijk gebruik van de terugkeerondersteuning wordt geconstateerd, zal daar direct gepaste actie op worden ondernomen. Sowieso zal ik een jaar na invoering bekijken of de aanpassingen het gewenste effect hebben gehad en uw Kamer hierover informeren.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Per 28 september 2016 geen ondersteuning meer door IOM alleen nog een ticket via de DT&V.

X Noot
2

Per 1 december 2016 geen aanvullende ondersteuning, enkel nog een vliegticket via IOM.

X Noot
3

Per 1 januari 2017 geen ondersteuning enkel voor kwetsbare vreemdelingen.

X Noot
4

Via de HRT konden vreemdelingen een bedrag van € 1.750 per persoon ontvangen.

X Noot
5

Return and Emmigration Assistance from the Netherlands.

Naar boven