Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2016
In het VAO van 3 maart jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 60, VAO Vreemdelingen- en
asielbeleid) heb ik uw Kamer toegezegd het vermeende oneigenlijk gebruik van de terugkeervergoeding
door vreemdelingen afkomstig uit een specifieke regio in Oekraïne na te gaan. Mede
namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bericht ik
u hierover.
Om de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers te stimuleren en hen te helpen bij
herintegratie in de landen van herkomst kent Nederland verschillende vormen van terugkeerondersteuning.
Het is uiteraard niet de bedoeling dat vreemdelingen in Nederland asiel aanvragen
enkel om voor deze ondersteuning in aanmerking te kunnen komen. Vandaar dat de asielinstroom
en het aantal verzoeken voor terugkeerondersteuning nauwlettend wordt gevolgd.
Sinds de zomer van 2015 ziet de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een gestage
stijging van het aantal asielaanvragen uit Oekraïne. Tegelijkertijd constateren de
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Internationale Organisatie voor Migratie
(IOM) een stijging in de aanvragen voor terugkeerondersteuning door Oekraïners.
Deze signalen zijn voor deze organisaties aanleiding geweest om een en ander nader
in kaart te brengen. Uit deze analyse komt naar voren dat:
-
• het overgrote deel van de asielzoekers uit Oekraïne afkomstig is uit één bepaalde
regio die als veilig bekend staat (Ivano-Frankivsk in West-Oekraïne);
-
• de meesten Nederland inreizen met een (veelal Pools) Schengenvisum;
-
• zij kort na de start van de asielprocedure stappen ondernemen voor zelfstandig vertrek;
-
• ondanks dat er in het oosten van Oekraïne sprake is van een gewapend conflict, de
meeste asielaanvragen door de IND afgewezen worden of dat de aanvragen door de Oekraïners
zelf werden ingetrokken.
Op grond van bovenstaande hebben de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en ik besloten om vreemdelingen afkomstig uit Oekraïne per direct uit te sluiten van
aanvullende financiële en in natura terugkeerondersteuning. Om te voorkomen dat praktische
belemmeringen hun terugkeer in de weg staat, kunnen zij nog wel gebruik maken van
het REAN1-programma waarbinnen zij onder andere in aanmerking kunnen komen voor een vliegticket,
vervangende reisdocumenten, voorlichting over terugkeer en een vaste financiële bijdrage
van € 200 per volwassene of alleenstaande minderjarige vreemdeling en € 40 voor iedere
minderjarig meereizend kind om zo in de eerste behoeften na vertrek uit Nederland
te voorzien. Daarnaast wordt beoordeeld of Oekraïne kan worden toegevoegd aan de lijst
met veilige landen. Hierover wordt uw Kamer separaat nog bericht.
Zoals gebruikelijk zal het Ministerie van Buitenlandse Zaken de Oekraïense autoriteiten
inlichten over dit besluit en via de Nederlandse ambassade in Polen de afgifte van
Poolse visa aan deze doelgroep onder de aandacht brengen bij de Poolse autoriteiten
en verzoeken om extra toezicht hierop.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff