Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2022
De niet-invasieve prenatale test (NIPT) wordt op dit moment in onderzoeksverband TRIDENT-2
aangeboden aan zwangere vrouwen als eerste screeningstest op down-, edwards- en patausyndroom.
Dit onderzoeksverband loopt op 1 april 2023 af. In het onderzoeksverband geldt voor
de zwangere vrouw een eigen betaling van € 175,–. In het Coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is opgenomen dat de NIPT voor alle vrouwen zonder kosten beschikbaar wordt gesteld.
Dit betekent dat vanaf 1 april 2023 de NIPT definitief onderdeel wordt van de prenatale
screening en tevens de eigen betaling van € 175,– voor zwangere vrouwen komt te vervallen.
Hiermee is een toegankelijk aanbod van de NIPT voor de lange termijn gewaarborgd.
Binnen het onderzoeksverband TRIDENT-2 is de afgelopen jaren gekeken naar de hele
keten van de NIPT: de counseling aan de zwangere vrouwen, de test die wordt uitgevoerd
in het laboratorium en de zwangerschapsuitkomsten. Hierbij is onder meer onderzocht
hoe betrouwbaar de test is, welke keuzes zwangere vrouwen maken en waarom, en wat
hun ervaringen zijn met de NIPT. Het grootste deel van de onderzoeksvragen zijn inmiddels
beantwoord. Als bijlage1 bij deze brief zend ik uw Kamer de bevindingen uit de TRIDENT-2-studie.
Met het definitief onderbrengen van de NIPT in de prenatale screening zal het RIVM
de landelijke regie gaan voeren. Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer op 7 juli 2020
geïnformeerd dat het RIVM opdracht is verleend om alle voorbereidingen te treffen
om de definitieve implementatie van de NIPT na aflopen van het onderzoeksverband mogelijk
te maken (Kamerstuk 32 793, nr. 488). Deze voorbereidingen zijn in volle gang. Zo heeft het RIVM de aanbesteding afgerond
voor de laboratoria die vanaf 1 april 2023 de NIPT gaan uitvoeren. Op dit moment wordt
de aanbesteding voor de zogenaamde totaaloplossing (apparatuur en aanverwante diensten
en verbruiksartikelen) voorbereid en uitgevoerd door de laboratoria en worden bloedafnameorganisaties
gecontracteerd. Verder wordt gewerkt aan benodigde aanpassingen in ICT-systemen, worden
kwaliteitsrichtlijnen opgesteld en worden beschikbare informatiematerialen geactualiseerd.
Tot slot wordt ook gewerkt aan een vergunningaanvraag op grond van de Wet op het bevolkingsonderzoek.
Indien een zwangere vrouw dat wenst, kan zij ook terugkoppeling krijgen van eventueel
gevonden nevenbevindingen. Beroepsgroepen werken aan een richtlijn hierover waarbij
het Gezondheidsraadadvies van 7 juli 2020 als uitgangspunt geldt (bijlage bij Kamerstuk
32 793, nr. 488). De Gezondheidsraad adviseert in het rapport om alleen de nevenbevindingen terug
te koppelen die naar oordeel van de beroepsgroepen en andere relevante veldpartijen
klinisch relevant en ernstig zijn.
De komende periode zal nog gewerkt worden aan het inrichten van de juiste bekostigingsstructuur
en zal gekeken worden hoe de NIPT ook voor vrouwen met een medische indicatie kosteloos
kan worden aangeboden. De NIPT voor vrouwen met een medische indicatie valt namelijk
onder het basispakket van de Zorgverzekeringswet, waarbij op dit moment nog het eigen
risico geldt. Conform het coalitieakkoord is het streven dat de NIPT voor alle vrouwen
kosteloos zal worden aangeboden, dus ook voor vrouwen met een medische indicatie.
Hierop zal ik terugkomen in mijn brief over het basispakket van de Zorgverzekeringswet
voor de zomer. Daarin zal ik tevens ingaan op de stand van zaken ten aanzien van de
alternatieve bekostigingsstructuur voor prenatale screening (via de regionale centra
prenatale screening).
Ik verwacht uw Kamer eind dit jaar opnieuw te kunnen informeren over de stand van
zaken rond de voorbereidingen voor de definitieve implementatie van de NIPT per 1 april
2023.
Ik hoop uw Kamer zo voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers