Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2023
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van de procedurevergadering van de Vaste Kamercommissie
voor Justitie en Veiligheid op 17 mei jl. is gevraagd om een brief naar aanleiding
van het artikel in het Parool van 15 mei «Advocaten Marengo-proces die met kroongetuigenzaken
stoppen en de alarmklok luiden». Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
Tijdens een zitting in het Marengo-proces hebben enkele advocaten aangegeven in de
toekomst geen verdachten te willen bijstaan in zaken waar ook een kroongetuige aan
deelneemt, omdat de inzet van kroongetuigen volgens hen niet langer verantwoord is.
Het is aan advocaten zelf om de afweging te maken of zij bepaalde zaken willen (blijven)
doen. Daar ga ik niet over. Advocaten vervullen een onmisbare rol in onze rechtsstaat.
Als partijdige belangenbehartiger komen zij op voor de rechten en belangen van hun
cliënten. De zorgen die zij uiten over het niet meer adequaat kunnen verlenen van
rechtsbijstand neem ik dan ook serieus. Tegelijkertijd onderstrepen de opmerkingen
van de advocaten zoals verwoord in het bovengenoemde artikel voor mij opnieuw het
belang van het heel goed organiseren van de veiligheid van betrokkenen bij de inzet
van een kroongetuige. Hier ben ik in de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid over de beveiliging rond en de moord op de broer, advocaat en vertrouwenspersoon
van een kroongetuige1 op ingegaan en op 20 april jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 77, Debat over het rapport
van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de beveiliging rond en de moord op de broer,
advocaat en vertrouwenspersoon van een kroongetuige) heb ik hierover met uw Kamer
gedebatteerd. Er lopen verschillende verbetertrajecten waar ik uw Kamer in verschillende
brieven over zal informeren; allereerst zoals toegezegd in een eerste update voor
de zomer.
Bij de verbeteringen betrek ik ook het onderzoek dat de Nederlandse Orde van Advocaten
(NOvA) op dit moment laat uitvoeren naar de kroongetuigenregeling en het risico dat
de advocaat (en zijn omgeving) loopt. Dit onderzoek is naar verwachting na de zomer
gereed.
Ik hecht eraan nogmaals te benadrukken dat de inzet van een kroongetuige in uitzonderlijke
gevallen een cruciaal opsporingsinstrument is om de afscherming te doorbreken waarmee
de meest zware criminelen of criminele netwerken zich omringen. Door gebruik te maken
van informatie van binnenuit worden unieke inzichten verzameld die kunnen leiden tot
de succesvolle opsporing en vervolging van sleutelfiguren. Een kroongetuige wordt
dan ook alleen ingezet als er met traditionele opsporingsmiddelen onvoldoende bewijsmateriaal
kan worden verzameld.
Met de inzet van kroongetuigen zijn de afgelopen jaren dan ook belangrijke doorbraken
geforceerd in grote opsporingsonderzoeken naar georganiseerde criminaliteit, met name
in liquidatiezaken. De veiligheid van kroongetuigen, hun naasten en de functionarissen
die hen bijstaan is daarbij van essentieel belang. Inmiddels kunnen en mogen afspraken
met kroongetuigen alleen worden gemaakt als dat verantwoord is met het oog op hun
veiligheid, die van hun directe naasten en functionarissen. Tot slot wil ik daarbij
benadrukken dat ik eerst de verbeteringen zoals aangekondigd in de kabinetsreactie
op het OvV-rapport op orde wil hebben voordat de verbreding van de kroongetuigeregeling
kan ingaan.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yesilgöz-Zegerius