Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2023
De afschuwelijke moorden op de broer, advocaat en vertrouwenspersoon van de kroongetuige
in het Marengo-proces staan in ons geheugen gegrift. Nederland werd opgeschrikt door
de daden van nietsontziende criminelen.
Mijn voorganger heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2021 gevraagd in een onderzoek
na te gaan welke lessen getrokken kunnen worden uit de beveiligingssituaties van de
broer, de toenmalig advocaat en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces.1 Het is belangrijk dat er genoegdoening komt voor de nabestaanden door de daders strafrechtelijk
te vervolgen en via dit onderzoek duidelijkheid te scheppen over de periode in aanloop
naar de drie moorden.
Afgelopen jaren heeft het kabinet al stevige verbeteringen ingezet en investeringen
gedaan om het stelsel van bewaken en beveiligen te verstevigen en toekomstbestendig
te maken.2 De toegenomen dreiging, specifiek uit de georganiseerde criminaliteit, maakt dat
het aantal personen en objecten dat langdurig – soms zelfs vele jaren – intensief
bewaakt en beveiligd wordt fors toegenomen is. Daarom zijn er sinds 2021 miljoenen
extra geïnvesteerd zodat er meer capaciteit komt om mensen te bewaken en beveiligen,
staat de te beveiligen persoon nu meer centraal en wordt er gewerkt aan beveiligingsmaatregelen
op maat.3
Vandaag op 1 maart heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid het onderzoek «Bewaken
en beveiligen, lessen uit drie beveiligingssituaties» gepubliceerd. Hierbij bied ik
uw Kamer het onderzoeksrapport aan. Het kabinet bedankt de Onderzoeksraad voor Veiligheid
voor de grondige analyse en aanbevelingen en onderschrijft de urgentie die het onderzoeksrapport
uitdraagt. De toegenomen dreiging, permanente druk op het stelsel bewaken en beveiligen
en de aanbevelingen van de Onderzoeksraad zullen gezamenlijk moeten leiden tot verdere
hervorming van het stelsel.
Conform het verzoek van uw Kamer, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van
7 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 49, Regeling van Werkzaamheden), zal
ik binnen maximaal zes tot acht weken de kabinetsreactie aan uw Kamer doen toekomen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius