29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 786 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2023

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden d.d. 7 maart 2023 heeft het lid Mutluer haar zorgen geuit over de veiligheid van personen die momenteel ernstig worden bedreigd (Handelingen II 2022/23, nr. 58, item 19). De zorgen die leven begrijp ik heel goed. Helaas is de realiteit dat er in Nederland nietsontziende georganiseerde criminele netwerken een blijvende dreiging vormen, waardoor diverse mensen dagelijks moeten worden bewaakt en beveiligd. Deze dreiging is reëel en wordt uiterst serieus genomen.

Dag en nacht werken de vrouwen en mannen binnen het stelsel bewaken en beveiligen keihard om deze dreiging het hoofd te bieden. Zij zetten zich voortdurend, soms met gevaar voor eigen leven, in om waar nodig passende beveiligingsmaatregelen te treffen die weerstand bieden tegen dreiging. Deze beveiligingsmaatregelen worden gebaseerd op de doorlopende verstrekking, zowel gevraagd als ongevraagd, van dreigingsinformatie door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politie. Tegelijkertijd is het ook realistisch om op te merken dat deze beveiligingsmaatregelen zien op risicobeheersing. Risico’s zijn helaas niet volledig uit te sluiten en maatregelen zullen altijd impact hebben op het dagelijkse leven van een te beveiligen persoon. Bij het adviseren en nemen van beveiligingsmaatregelen staat het voorkomen van ernstige schending van de fysieke integriteit centraal.

De toegenomen dreiging, specifiek vanuit de georganiseerde criminaliteit, maakt dat personen vaak langdurig – soms zelfs vele jaren – intensief bewaakt en beveiligd moeten worden. Met deze toegenomen dreiging staat het stelsel van bewaken en beveiligen onder grote druk. Dit is voelbaar bij de diensten die maatregelen moeten uitvoeren en het gezag dat hierin continu steeds moeilijkere afwegingen moeten maken. Dit laat mede de noodzaak zien dat het stelsel verder hervormd moet worden. De afgelopen jaren heeft het kabinet al stevige verbeteringen ingezet en investeringen gedaan om het stelsel van bewaken en beveiligen te verstevigen en toekomstbestendig te maken. Sinds 2021 zijn miljoenen extra geïnvesteerd zodat er meer capaciteit komt om mensen te bewaken en beveiligen, staat de te beveiligen persoon nu meer centraal en wordt er gewerkt aan meer flexibiliteit in de aanpak van de beveiliging. De aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid geven nieuwe handvaten om het stelsel verder te hervormen.

Zoals vermeld in de Kamerbrief van 1 maart 2023 (Kamerstuk 29 911, nr. 390) onderschrijf ik het belang en de urgentie van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Uit het onderzoek naar de beveiligingssituaties van de broer, de toenmalig advocaat en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces wordt pijnlijk duidelijk dat er rondom de inzet van deze kroongetuige fouten zijn gemaakt. In de kabinetsreactie op het rapport zal ik uitvoerig ingegaan op de aanbevelingen en welke lessen er getrokken moeten worden. Conform het verzoek van uw Kamer, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 7 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 49, item 28), zal ik zo snel al mogelijk de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid aan uw Kamer doen toekomen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven