Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2023
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden d.d. 7 maart 2023 heeft het lid Mutluer haar
zorgen geuit over de veiligheid van personen die momenteel ernstig worden bedreigd
(Handelingen II 2022/23, nr. 58, item 19). De zorgen die leven begrijp ik heel goed. Helaas is de realiteit dat er in Nederland
nietsontziende georganiseerde criminele netwerken een blijvende dreiging vormen, waardoor
diverse mensen dagelijks moeten worden bewaakt en beveiligd. Deze dreiging is reëel
en wordt uiterst serieus genomen.
Dag en nacht werken de vrouwen en mannen binnen het stelsel bewaken en beveiligen
keihard om deze dreiging het hoofd te bieden. Zij zetten zich voortdurend, soms met
gevaar voor eigen leven, in om waar nodig passende beveiligingsmaatregelen te treffen
die weerstand bieden tegen dreiging. Deze beveiligingsmaatregelen worden gebaseerd
op de doorlopende verstrekking, zowel gevraagd als ongevraagd, van dreigingsinformatie
door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politie. Tegelijkertijd is het
ook realistisch om op te merken dat deze beveiligingsmaatregelen zien op risicobeheersing.
Risico’s zijn helaas niet volledig uit te sluiten en maatregelen zullen altijd impact
hebben op het dagelijkse leven van een te beveiligen persoon. Bij het adviseren en
nemen van beveiligingsmaatregelen staat het voorkomen van ernstige schending van de
fysieke integriteit centraal.
De toegenomen dreiging, specifiek vanuit de georganiseerde criminaliteit, maakt dat
personen vaak langdurig – soms zelfs vele jaren – intensief bewaakt en beveiligd moeten
worden. Met deze toegenomen dreiging staat het stelsel van bewaken en beveiligen onder
grote druk. Dit is voelbaar bij de diensten die maatregelen moeten uitvoeren en het
gezag dat hierin continu steeds moeilijkere afwegingen moeten maken. Dit laat mede
de noodzaak zien dat het stelsel verder hervormd moet worden. De afgelopen jaren heeft
het kabinet al stevige verbeteringen ingezet en investeringen gedaan om het stelsel
van bewaken en beveiligen te verstevigen en toekomstbestendig te maken. Sinds 2021
zijn miljoenen extra geïnvesteerd zodat er meer capaciteit komt om mensen te bewaken
en beveiligen, staat de te beveiligen persoon nu meer centraal en wordt er gewerkt
aan meer flexibiliteit in de aanpak van de beveiliging. De aanbevelingen van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid geven nieuwe handvaten om het stelsel verder te hervormen.
Zoals vermeld in de Kamerbrief van 1 maart 2023 (Kamerstuk 29 911, nr. 390) onderschrijf ik het belang en de urgentie van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid. Uit het onderzoek naar de beveiligingssituaties van de broer, de
toenmalig advocaat en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces
wordt pijnlijk duidelijk dat er rondom de inzet van deze kroongetuige fouten zijn
gemaakt. In de kabinetsreactie op het rapport zal ik uitvoerig ingegaan op de aanbevelingen
en welke lessen er getrokken moeten worden. Conform het verzoek van uw Kamer, gedaan
tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 7 februari 2023 (Handelingen II 2022/23,
nr. 49, item 28), zal ik zo snel al mogelijk de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid aan uw Kamer doen toekomen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius