29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 329 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2016

Met deze brief beantwoord ik het verzoek van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van 9 september 2015, uw Kamer nader te informeren over de kosten NRG. Aanleiding voor het verzoek vormt mijn brief van 9 april 2015 bij de aanbieding van het evaluatierapport (Kamerstuk 29 279, nr. 230). Hierin heb toegezegd nog eens kritisch te zullen kijken naar het kostenaspect.

Met deze brief informeer ik uw Kamer over een aantal kostenaspecten langs de lijnen van een aantal in voorbereiding zijnde of binnenkort te implementeren maatregelen.

Registratie van ad hoc deskundigen

Een van de conclusies in het evaluatierapport was dat weinig voorkomende, zeer gespecialiseerde en hoogwaardig-academische deskundigheden, buiten de werking van het register zullen blijven. Omdat ik dit niet wenselijk acht heb ik NRGD verzocht een oplossing te vinden voor de borging van de kwaliteit en vindbaarheid van deze groep zogeheten «ad hoc deskundigen».

Begin 2017 zal een pilot starten om een voorgenomen werkwijze te beproeven gericht op de borging van de kwaliteit van de rapporten van ad hoc deskundigen. Voorts wordt gewerkt aan de totstandkoming van een aantal korte e-learning modules waarmee de ad hoc deskundige zich snel op de hoogte kan stellen van de rol en taak van een rapporterende deskundige, de relevante strafwetgeving, de gedragscode en de rapportage-eisen.

Uitbreiding nieuwe deskundigheidsgebieden

De komende jaren zal nog een aantal nieuwe deskundigheidsgebieden onder de werking van het register worden gebracht. Dit leidt tot extra kosten voor de toetsingen voor zowel de registratie als herregistratie van deskundigen. Naar schatting gaat het om ongeveer acht tot tien nieuwe gebieden waarmee de omvang van het totaal aantal geregistreerde deskundigen naar verwachting met ongeveer 15 procent zal stijgen.

Verlenging registratietermijn

Met de wijziging van het Besluit deskundigen in strafzaken wordt de registratietermijn verlengd van vier naar vijf jaar. Dit zal resulteren in een bestendige vermindering van de toetsingslast en kostenreductie voor herregistraties.

Getrapte toetsing

Een andere maatregel waarvan de verwachting is dat daarmee wordt bereikt dat zuiniger wordt omgegaan met de beschikbare toetsingscapaciteit, is het waar mogelijk getrapt toetsen ten behoeve van de registratie van deskundigen. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van een herregistratie hoeven de deskundigen in plaats van vier rapporten, twee rapporten te overleggen en worden zij in plaats van door drie, door twee toetsers beoordeeld. Enkel in geval van twijfel wordt opgeschaald.

Erkenning opleidingen

Verder werkt het NRGD aan een beleidskader waardoor instituten die nieuwe deskundigen opleiden, hun opleiding kunnen laten erkennen. Hierdoor kan de NRGD-toets verdergaand verlicht worden.

Digitaal indienen

Het aanvraagproces bij NRGD wordt volledig gedigitaliseerd. Daardoor zal het aanvraagproces voor de deskundige gemakkelijker en overzichtelijker worden en beter zijn te volgen. Ook kunnen daardoor vertragingen die nu het gevolg zijn van verzendingen per post worden voorkomen.

Ten slotte

De investeringen die nodig zijn voor de borging van de kwaliteit en vindbaarheid van ad hoc deskundigen en de uitbreiding naar nieuwe deskundigheidsgebieden kunnen en zullen gespreid over de komende jaren binnen het door de taakstelling krimpende bestedingskader van NRGD worden opgevangen. Dit kan omdat besparingen worden gerealiseerd door de vermindering van toetsingslasten mede als gevolg van de getrapte toetsing en een wetswijziging die ziet op de verlenging van de registratietermijn. Daarbij komt dat naar verwachting nog besparingen zijn te realiseren als de instituten die nieuwe deskundigen opleiden zijn erkend. Alsdan hoeft NRGD de deskundigen die een erkende opleiding met goed gevolg hebben afgerond en daarmee blijk hebben gegeven te beschikken over de vereiste vaardigheden, nog slechts marginaal te toetsen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur