29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 298 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2016

De strafrechtspleging digitaliseert

Met deze brief kom ik mwijn toezegging na om u een visie voor te leggen op de informatievoorziening van de strafrechtsketen1. Deze visie is ontwikkeld samen met alle betrokken partijen in de keten. De digitalisering begon in de jaren ’60 van de vorige eeuw, toen de computer zijn intrede deed. Organisaties begonnen hun activiteiten te automatiseren. Dat leidde in de strafrechtspleging, net als bij alle andere (overheids-)organisaties, tot een onoverzienbare veelheid aan informatiesystemen. Dat paste ook bij de stand van de techniek van dat moment. Vele van die systemen werden ontwikkeld voor een specifiek probleem of een specifieke activiteit. Van samenhang was nog weinig sprake. Later gingen organisaties ertoe over hun bedrijfsprocessen te automatiseren. De focus was daarbij nog in belangrijke mate de eigen organisatie.

De ketenbenadering komt op

Nu zijn we toe aan een volgende fase. De keten als proces dat dóór de verschillende organisaties heen loopt en hen zo verbindt, wint aan betekenis. Regelgeving, organisatie, processen en ICT worden aangepast om de samenwerking over de grenzen van de eigen organisatie heen te ondersteunen. Wij zien dit in de brede context van maatschappelijke dienstverlening en dienstverlening door de overheid. Voor de strafrechtspleging is een belangrijke aanzet tot deze omslag gegeven door het rapport van de Algemene Rekenkamer over prestaties in de strafrechtsketen. In antwoord daarop heeft mijn ambtsvoorganger het programma Versterking prestaties strafrechtsketen in gang gezet. De visie op de digitalisering is onder de vlag van dat programma tot stand gekomen.

Al stappen gezet

Wij zijn al de weg ingeslagen naar digitaal werken in de strafrechtsketen. In de afgelopen jaren zijn er standaarden voor de berichtuitwisseling, datamodellen en gegevenswoordenboeken opgesteld. In het kader van het programma Digitaal Werken in de Strafrechtsketen zijn portalen tot stand gebracht voor de uitwisseling van informatie met de burger en de advocatuur. In het kader van datzelfde programma zijn en worden in proeftuinen noodzakelijke systeemaanpassingen getest en nieuwe werkprocessen voor het digitaal werken ontwikkeld. Doel is de overdracht van processtukken tussen politie, openbaar ministerie en Rechtspraak geheel digitaal te laten verlopen. De verwachting is dat de landelijke implementatie in de loop van dit jaar start. Voorts wordt er gewerkt aan verhoging van de kwaliteit van gegevens, aan regelgeving voor het digitaal werken en aan een ketenbrede architectuur van de informatiehuishouding.

Visiedocument schetst samenhang en richting

De hierbij gepresenteerde visie schetst een ketenbreed beeld van de richting waarin de ontwikkeling verder moet, en van de samenhang tussen de afzonderlijke acties. Wat mij voor ogen staat, is níet één alomvattend informatiesysteem voor de hele strafrechtspleging, wel een digitaal «informatie-ecosysteem» waarin alle bestaande en nieuw te ontwikkelen systemen hun plek vinden. Doel is zowel de professional als de justitiabele en andere belanghebbenden tijdig en veilig te voorzien van alle informatie die zij nodig hebben om hun taken uit te oefenen en/of hun bevoegdheden te effectueren. Het «informatiehuis» van het strafrechtelijk systeem moet om zo te zeggen onder architectuur worden gebracht.

Digitalisering verbetert de werkprocessen

Digitalisering houdt in dat verwerkingen van informatie (kunnen) worden uitgevoerd met behulp van computers. Dit gaat verder dan het vervangen van een papieren dossier door een dossier op een computerscherm. Digitalisering faciliteert het «informatiegestuurd» werken. Zij raakt het primaire proces zelf. De digitalisering zal daarom gevolgen hebben. Hóe dat eruit gaat zien, is niet precies te voorspellen. Duidelijk is wel dat digitalisering niet enkel een kwestie is van technologie; zij raakt de organisatie en de processen in het hart. Gezien deze ingrijpende hervorming benadruk ik nogmaals het belang dat deze visie tot stand is gekomen in samenwerking met alle betrokken organisaties in de strafrechtsketen.

Rechtsstatelijke waarden blijven overeind

De aard van de informatie die wordt verwerkt, verandert niet door de komst van ICT; de wijze waarop taken worden uitgevoerd en bevoegdheden worden uitgeoefend en de wijze waarop gegevens worden verzameld en verwerkt, wel. In de hier gepresenteerde visie zijn de bestaande strafvorderlijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden als uitgangspunt genomen. Kern van de visie is dat de rechtsstatelijke waarden en de «checks and balances» die in het rechtssysteem zijn ingebouwd, ook in de toekomstige digitale werkelijkheid overeind blijven en versterkt worden.

Strafrecht is onderdeel van netwerken

Tegelijkertijd verandert de omgeving waarin de strafrechtelijke handhaving plaats vindt. Strafrecht wordt meer onderdeel van een breder palet van interventies op strafbaar gedrag. Tot dat palet behoren onder meer interventies op het gebied van zorg, onderwijs en opleiding, identiteit, werk en inkomen, huisvesting. Strafrechtelijke functionarissen gaan samenwerken in netwerken die de grenzen van de strafrechtspleging overschrijden. Van de wijkagent, de rechercheur, de officier van justitie, medewerkers van penitentiaire inrichtingen en de reclassering wordt verwacht dat zij niet alleen buiten de grenzen van hun eigen organisatie maar zelfs buiten die van het strafrecht informatie uitwisselen. Ook dit stelt eisen aan de organisatie, de bedrijfsprocessen en de ICT. Daarbij moeten de authenticiteit, integriteit, beschikbaarheid, rechtmatigheid, veiligheid en vertrouwelijkheid van de gegevens en de informatiestromen gewaarborgd blijven.

Digitalisering bestrijkt het keten-proces als geheel

De twee genoemde ontwikkelingen – digitalisering en de veranderende plaats en rol van de strafrechtspleging – samen nemend, ontstaat het beeld van een transformatie naar «informatie-gestuurde netwerkorganisaties». Die transformatie vereist een meerjarige, integrale, consistente, samenhangende aanpak. De hier gepresenteerde visie markeert de omslag van digitalisering binnen onderdelen van de keten naar volledig gedigitaliseerd informatiegestuurd werken in de hele strafrechtsketen én naar een andere relatie met partijen buiten die keten. Keten-werkprocessen worden in die visie als één doorlopend geheel ondersteund. Naar het voorbeeld van andere organisaties zullen stappen worden gezet om beter gebruik te maken van informatie door deze te ontsluiten uit de ICT-systemen en effectiever te benutten. Een proef met een «broedkamer» zal hiertoe worden voorbereid.

Digitalisering moet beheerst verlopen

Een visie als deze is principieel nooit «af». De ontwikkelingen op technologisch gebied en de maatschappelijke ontwikkelingen gaan in hun eigen tempo door. De adoptie daarvan binnen organisaties moet daarmee gelijke tred zien te houden. Die ontwikkelingen zullen blijven leiden tot nieuwe inzichten. In dat besef formuleert de visie een aantal toekomstbestendige uitgangspunten en overwegingen. De technologie moet ons niet «overkomen». We moeten nu de voorwaarden stellen aan het nieuwe informatie-ecosysteem. Wie heeft de regie? Hoe waarborgen we datakwaliteit? Wie mag wat onder welke voorwaarden? In de verdere doordenking en uitwerking van deze vragen zal ik ook de advocatuur betrekken.

Digitalisering moet zorgvuldig verlopen

De praktische invulling zal, zeker op het niveau van de werkprocessen en de techniek, ons nog voor vele keuzes plaatsen. In het domein van Veiligheid en Justitie worden op basis van informatie ingrijpende beslissingen genomen over burgers. De transformatie naar informatiegestuurd werken zal daarom beheerst en voorspelbaar, stap voor stap, verlopen. De nieuwe voorzieningen die worden bedacht en ontwikkeld, zullen zich in kleinschalige proeftuinen moeten bewijzen. Daarna kunnen zij breder worden toegepast.

Het visiedocument geeft de richting aan

Ik kies dus voor een stap-voor-stap benadering. Er wordt niet een groot en ambitieus nieuw programma gestart. Deze benadering brengt mee dat de financiële gevolgen pas gaandeweg duidelijk worden. Er zijn binnen VenJ ook geen middelen beschikbaar voor een snelle ontwikkeling van nieuwe ICT. Binnen de reeds beschikbare middelen moet ruimte worden gemaakt voor de noodzakelijke investeringen. Bestaande informatiesystemen worden permanent onderhouden, vernieuwd en/of vervangen. Daarbij moeten de ketenorganisaties de uitgangspunten die in deze visie zijn geformuleerd en waarover met hen overeenstemming is bereikt, in acht nemen als «bestemmingsplan voor de informatiehuishouding».

Er wordt een passende besturing ingericht

Om deze veeleisende en ingewikkelde operatie in goede banen te leiden, wordt er een passende besturing ingericht. Zoals ik in mijn voortgangsbrief VPS2 heb toegelicht, hebben het OM, de Rechtspraak en de Politie, samen met de betrokken DG's van het Departement, een Bestuurlijk Strafrechtketenberaad ingericht. Dit beraad start dit voorjaar en gaat leiding geven aan de transformatie. Er is inmiddels een ketendirecteur aangesteld, die dit Beraad gaat ondersteunen. Zo'n opzet is vergelijkbaar met besturingsconcepten die elders, bijvoorbeeld in de loonaangifteketen, met succes zijn toegepast. De besturing zal de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de betrokken organisaties respecteren en tegelijkertijd niet vrijblijvend zijn.

Over de wijze waarop deze visie invulling krijgt, zal ik uw Kamer rapporteren door middel van de voortgangsrapportages over de prestaties van de strafrechtketen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Brief van 21 december 2015, Kamerstukken II, 2015–2016, 29 279, nr. 295.

Naar boven