29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 224 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2015

Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doe ik u, zoals aangekondigd in mijn brief over de Staat van de Rechtshandhaving 2014 van de Raad voor de Rechtshandhaving (Kamerstuk 29 279, nr. 222), mijn reactie op de rapporten omtrent de «Sturing van het Openbaar Ministerie BES» en het «Review-onderzoek aangifteproces»1 toekomen.

Conform artikel 3 van de rijkswet Raad voor de Rechtshandhaving heeft de Raad een onderzoek verricht naar de sturing van het Openbaar Ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (OM BES), op de opsporing, de executie van strafrechtelijke vonnissen door het OM en naar het aangifteproces bij het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN).

Sturing van het Openbaar Ministerie BES

De Raad constateert dat het sturingsproces van het OM op de BES de afgelopen jaren de nodige ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Van een situatie waarin er geen sturingsstructuur was en het OM heel dicht op het operationele opsporingsproces zat, werd een proces ingezet en een omslagpunt bereikt waarbij het OM meer op afstand staat en feitelijk zaken aanstuurt met behulp van twee vaste sturingsinstrumenten.

Ik onderschrijf deze conclusie van de Raad en constateer dat er de afgelopen jaren de nodige progressie is geboekt in de kwaliteit en effectiviteit van het Openbaar Ministerie. Dit is ook terug te zien in de conclusie die de Raad trekt ten aanzien van de executie van strafvonnissen. Zo heeft het OM een flinke inhaalslag gemaakt om de voorraad openstaande gevangenisstraffen weg te werken. Daarnaast wordt gekeken naar de informatiesystemen. Zo werkt het Parket van de Procureur-Generaal van Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de ontwikkeling van een executie module die bijdraagt aan de informatievoorziening binnen het OM. Ook weten het OM en de ketenpartners SRCN, JICN en de Voogdrijraad elkaar goed te vinden bij de uitvoering van de vonnissen, aldus de Raad. Daar waar men tegen knelpunten aanloopt, gaat men gezamenlijk op zoek naar creatieve oplossingen binnen de wettelijke, juridische en budgettaire kaders.

Dit alles betekent echter niet dat men er al is. Het proces blijft, onder andere door de stijgende werklast en de kleinschaligheid, kwetsbaar. De door de Raad gesignaleerde kwetsbaarheden rond het jeugdstrafrecht en het proces van de executie van strafvonnissen hebben mijn aandacht en die van het OM. Zo wordt er momenteel hard gewerkt aan een ICT voorziening die behulpzaam is bij de executie van strafvonnissen.

Review-onderzoek aangifteproces

De Raad constateert dat er sinds 2012 forse stappen zijn gezet in het verbeteren van het aangifteproces. Voor vrijwel elk onderzocht onderwerp hebben het KPCN en het OM aan een groot aantal van de door de Raad geformuleerde aanbevelingen zichtbaar invulling gegeven.

Ik onderschrijf de conclusies van de Raad in haar review-onderzoek en constateer dat er veel is verbeterd.

Het politiekorps heeft, in overleg met het OM, het aangifteproces beschreven waardoor meer sturing en controle op het aangifteproces is gerealiseerd evenals het prioriteren van aangiftes. Er is geïnvesteerd in een adequaat registratiesysteem en in de professionalisering van medewerkers. Ook is geïnvesteerd in de renovatie van diverse politiebureaus waaronder het recent in 2014 heropend hoofdbureau te Bonaire met geschikte aangifteruimten. Op Saba wordt, naast het hoofdbureau in The Bottom, gezocht naar een kleine, geschikte locatie te Windward waar aangiftes laagdrempelig kunnen worden opgenomen.

De Raad benoemt als belangrijk aandachtspunt de terugkoppeling aan de aangever. Ik geef u mee dat dit onderwerp de aandacht heeft van de korpschef en dat zij streeft naar een structurele verbetering. Zo wordt de aangever per brief geïnformeerd over de te verwachte terugkoppeling alsmede over het Bureau Slachtofferhulp en wat dit kan betekenen voor de betrokkene. Vervolgens wordt de aangever op de Bovenwindse eilanden per email geïnformeerd over het verdere verloop van de aangifte en sinds kort wordt ook de aangever op Bonaire op gelijke wijze geïnformeerd.

Tot slot geef ik u mee dat de organisatie van het politiekorps nog volop in ontwikkeling is met een actuele bezetting van ruim 140 fte waarvan een inzet van de KMar van 18 fte. In 2014 startte het KPCN, met de Kustwacht en de KMar, een volgende gezamenlijke aspirantenopleiding waarvan 9 fte van het KPCN die in 2016 de opleiding zullen afronden.

Conclusie

Binnen de mogelijkheden en beperkingen die de infrastructuur van de eilanden bieden, leveren het OM, het KPCN en de andere partners in de strafrechtketen goed werk. Ondanks de aandachtspunten die leven en de beperkingen die de infrastructuur van de eilanden met zich meebrengen, hebben zij door goede onderlinge samenwerking een strafrechtketen weten neer te zetten die goed is gepositioneerd en waarin de partijen elkaar versterken.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven