29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 219 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2014

Tijdens het wetgevingsoverleg van 26 juni 2014 over het jaarverslag 2013 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft uw Kamer verzocht deals tussen het Openbaar Ministerie (OM) en criminelen langdurig te archiveren. Ik heb vervolgens uw Kamer toegezegd ontnemingsschikkingen langdurig te archiveren en u te informeren over de wijze waarop daarin zal worden voorzien (Kamerstuk 33 930 VI, nr. 10).

In mijn brief van 3 oktober 2014 (Kamerstuk 29 279, nr. 207) heb ik uw Kamer laten weten dat ik het OM de opdracht had gegeven om te onderzoeken op welke wijze aan de toezegging uitvoering kan worden gegeven en dat ik uw Kamer naar verwachting voor het einde van dit jaar over de stand van zaken kan informeren.

Het OM heeft dit onderzoek inmiddels afgerond en heeft mij het volgende laten weten. Het College van procureurs-generaal (het College) heeft een brief verzonden aan de hoofden van de parketten, waarin wordt verzocht om alle documenten die betrekking hebben op ontnemingsschikkingen en de definitieve schikkingsovereenkomsten als bedoeld in artikel 511c van het Wetboek van Strafvordering langdurig te archiveren. Daarnaast heeft het College bij de Mandaatgroep archieven Rechterlijke macht het verzoek ingediend om het Basisselectiedocument (BSD) Rechtelijke macht aan te passen. Deze Mandaatgroep is onder meer bevoegd tot het opstellen en onderhouden van diverse Basisselectiedocumenten.

Het BSD Rechterlijke macht vindt zijn grondslag in de Archiefwet 1995 en stelt regels voor de bewaring en vernietiging van gegevens van zowel de zittende als de staande magistratuur. Met betrekking tot ontnemingen is in het huidige BSD Rechtelijke macht slechts opgenomen dat ontnemingsvorderingen, processen-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting en (eind)vonnissen van de rechtbank dienen te worden bewaard.

Verder bepaalt het BSD Rechterlijke macht dat aantekeningen en correspondentie met betrekking tot het tenuitvoerleggen van ontnemingsvonnissen na 10 jaar mogen worden vernietigd, maar bepaalt niets ten aanzien van het tenuitvoerleggen van definitieve schikkingsovereenkomsten, waarmee het CJIB tegenwoordig is belast. Het CJIB registreert welke bedragen in het kader van die inning zijn ontvangen.

Het College is van oordeel dat voor de uitvoering van de hierboven genoemde toezegging het BSD Rechterlijke macht dient te worden aangepast. De hiervoor genoemde Mandaatgroep zal hiervoor zorgdragen. Dit maakt onderdeel uit van een algehele actualisatie van het BSD Rechterlijke macht. Na aanpassing van het BSD Rechtelijke macht informeert het College mij hierover. Met de genoemde brief van het College aan de hoofden van de parketten loopt het OM reeds op de aanpassing vooruit.

Met deze maatregelen geef ik uitvoering aan de toezegging aan uw Kamer. Ik ga er vanuit uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven