29 259
Wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten ten behoeve van de archeologische monumentenzorg mede in verband met de implementatie van het Verdrag van Valletta (Wet op de archeologische monumentenzorg)

nr. 28
MOTIE VAN DE LEDEN ROEFS EN NIJS

Voorgesteld 30 maart 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat bij gemeentelijke archeologische bureaus die beschikken over een eigen opgravingsvergunning de handhavende en uitvoerende taken niet altijd gescheiden zijn;

van mening, dat dit leidt tot veel onduidelijkheid bij zowel de opdrachtgevers die de archeologische werkzaamheden uitgevoerd moeten krijgen als bij de archeologische bedrijven die hun diensten willen aanbieden;

verzoekt de regering erop toe te zien dat gemeentelijke archeologische bureaus die over een eigen opgravingsvergunning beschikken een heldere scheiding maken tussen uitvoering en handhaving,

en gaat over tot de orde van de dag.

Roefs

Nijs

Naar boven