29 259
Wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten ten behoeve van de archeologische monumentenzorg mede in verband met de implementatie van het Verdrag van Valletta (Wet op de archeologische monumentenzorg)

nr. 21
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2006

In het kader van de aanstaande behandeling van het voorstel tot wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten ten behoeve van de archeologische monumentenzorg mede in verband met de implementatie van het Verdrag van Valletta (Wet op de archeologische monumentenzorg) deel ik de leden van uw Kamer het volgende mee.

Ingevolge de artikelen 108 van de Gemeentewet en 105 van de Provinciewet is de regering gehouden bestuurslasten als gevolg van genoemd wetsvoorstel te compenseren. Deze uitvoeringslasten voor provincies en gemeenten zijn door onderzoeksbureau ESO Managementpartners B.V. in kaart gebracht. In december van het vorige jaar heb ik overleg gevoerd met bestuurders van IPO en VNG en overeenstemming bereikt over de hoogte van het bedrag dat jaarlijks door mij beschikbaar zal worden gesteld ter vergoeding van de gemeentelijke en provinciale uitvoeringslasten.

Als de wet in werking treedt zal ik jaarlijks een bedrag van € 2.65 miljoen storten in het provinciefonds en € 6.35 miljoen in het gemeentefonds. Het onderzoek inventariseerde naast structurele ook incidentele lasten als gevolg van de aanstaande inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Met betrekking tot deze kosten zal ik aan gemeenten éénmalig een bedrag beschikbaar stellen van € 4.5 miljoen en aan provincies éénmalig een bedrag van € 3.5 miljoen. Ook deze bedragen zullen worden toegevoegd aan het gemeentefonds en het provinciefonds.

Met IPO en VNG heb ik tenslotte afgesproken de uitwerking van deze bestuurslastenvergoeding, inclusief de positie van de gemeentelijke bodemvondstendepots, te evalueren. Een dergelijke afspraak met IPO en VNG bestond al voor het evalueren van de werking van de Algemene Maatregel van Bestuur excessieve opgravingskosten.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

Naar boven