nr. 20
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 25 november 2005
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel II wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 november 2005 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Ontgrondingenwet (Kamerstukken II 2005/06,
30 346, nr. 2) tot wet wordt verheven en eerder dan artikel II van deze
wet in werking treedt, komt artikel II van deze wet te luiden:
ARTIKEL II
Aan artikel 3, derde lid, van de Ontgrondingenwet worden, onder vervanging
van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, de volgende onderdelen
toegevoegd, luidende:
h. dat de vergunninghouder verplicht is technische maatregelen te
treffen waardoor monumenten als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de
Monumentenwet 1988 in de bodem kunnen worden behouden;
i. dat de vergunninghouder verplicht is opgravingen te doen als bedoeld
in artikel 1, onderdeel h, van de Monumentenwet 1988;
j. dat de vergunninghouder verplicht is de ontgronding te laten begeleiden
door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die
voldoet aan door het vergunningverlenende bestuursorgaan te stellen kwalificaties.
B
Na artikel III wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
Indien het bij koninklijke boodschap van 28 september 2004 ingediende
voorstel van wet tot Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering
van richtlijn nr. 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de
Europese Unie van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen
voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PbEG L 197) (milieu-effectrapportage
plannen) (Kamerstukken II 2004/05, 29 811, nr. 2) tot wet wordt verheven
en artikel I, onderdeel B, van die wet eerder dan artikel III, onderdeel D,
van deze wet in werking treedt, wordt in artikel III, onderdeel D, «Natuurbeheer
en Visserij» telkens vervangen door: Natuur en Voedselkwaliteit.
Toelichting
Onderdeel A
Artikel II van het wetsvoorstel bevat twee wijzigingen van de Ontgrondingenwet.
De eerste wijziging betreft artikel 3 van de Ontgrondingenwet, waarin expliciet
wordt bepaald dat een ontgrondingenvergunning ook voorschriften kan bevatten
om het archeologische belang te waarborgen. Aangezien ook het voorstel tot
wijziging van de Ontgrondingenwet (Kamerstukken II 2005/06, 30 346, nr.
2) artikel 3 wijzigt, is het nodig een wetstechnische voorziening te treffen
voor het geval het voorstel tot wijziging van de Ontgrondingenwet, nadat het
tot wet is verheven, eerder dan voorliggend wetsvoorstel in werking treedt.
De tweede wijziging in artikel II van onderhavig wetsvoorstel betreft
een nieuw artikel 3a van de Ontgrondingenwet waarin wordt bepaald dat van
de aanvrager van een ontgrondingenvergunning een rapport kan worden verlangd
om inzicht te krijgen in de archeologische waarde van een gebied. Met het
voorstel tot wijziging van de Ontgrondingenwet wordt echter in artikel 5 expliciet
bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur of bij provinciale verordening
regels kunnen worden gesteld betreffende gegevens die door de aanvrager moeten
worden verstrekt. Artikel 3a is dan niet meer nodig en komt dus niet terug
in artikel V.
Onderdeel B
Onderdeel D van artikel III van onderhavig wetsvoorstel wijzigt artikel
7.1 van de Wet milieubeheer. Ingevolge deze wijziging valt de Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ook onder het begrip «Onze Ministers»
en kan ook de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een bestuursorgaan
aanwijzen als adviseur in de zin van de Wet milieubeheer. Verder wordt in
dit onderdeel «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij»
gewijzigd in: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Artikel I, onderdeel B, van het voorstel van wet tot Wijziging van de
Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2001/42/EG
van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni
2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde
plannen en programma’s (PbEG L 197) (milieu-effectrapportage plannen)
(Kamerstukken II 2004/05, 29 811, nr. 2) wijzigt echter ook «Natuurbeheer
en Visserij» in «Natuur en Voedselkwaliteit» in artikel
7.1 van de Wet milieubeheer. Omdat de samenloopbepaling uit artikel VI van
dit voorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer hier niet op ziet, is op
het moment dat laatstgenoemde voorstel eerder tot wet wordt verheven en artikel
I, onderdeel B, eerder dan artikel III, onderdeel D, van onderhavig wetsvoorstel
in werking treedt, de wijzigingsopdracht uit artikel III, onderdeel D, deels
niet meer uitvoerbaar. Deze wijziging herstelt dat.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. C. van der Laan