nr. 12
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN RIJPSTRA EN VAN VROONHOVEN-KOK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
Ontvangen 31 januari 2005
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt «Subsidies» vervangen door:
Subsidies, fondsen.
II
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
A. De aanhef wordt vervangen door:
Na artikel 34 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
B. Vóór artikel 34a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 34aA
1. Het provincie- of gemeentebestuur dat een bijdrage voor een archeologiefonds
heft als bedoeld in artikel 222d van de Provinciewet onderscheidenlijk artikel
228a van de Gemeentewet, stelt een fonds in waaruit de kosten van het doen
van opgravingen in de desbetreffende provincie onderscheidenlijk de desbetreffende
gemeente worden gefinancierd.
2. Een fonds als bedoeld in het eerste lid wordt gevoed met de opbrengsten
van de bijdrage, bedoeld in het eerste lid.
3. Bij verordening worden regels gesteld omtrent de inrichting van een
fonds als bedoeld in het eerste lid.
C. In artikel 34a, eerste lid, wordt «voor zover die kosten in redelijkheid
niet volledig ten laste dienen te komen van» vervangen door: voor zover
de middelen van het fonds, bedoeld in artikel 34aA, eerste lid, ontoereikend
zijn en de resterende kosten in redelijkheid niet volledig ten laste dienen
te komen van.
III
In artikel I, onderdeel G, wordt na artikel 38 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 38a
1. In geval het gemeentebestuur bijdragen heft als bedoeld in artikel
228a van de Gemeentewet, wordt een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning
als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Woningwet dan wel een aanlegvergunning
als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening pas in behandeling
genomen nadat de bedoelde bijdrage is voldaan.
2. Bij een afwijzende beslissing op een aanvraag voor een vergunning als
bedoeld in het eerste lid, wordt de bijdrage terugbetaald aan de aanvrager
van de vergunning.
IV
Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
A. In de aanhef wordt de zinsnede «wordt een nieuw artikel 3a ingevoegd»
vervangen door: worden twee nieuwe artikelen ingevoegd.
B. Toegevoegd wordt een artikel, luidende:
Artikel 3b
1. In geval het provinciebestuur een bijdrage voor een archeologiefonds
heft als bedoeld in artikel 222d van de Provinciewet, wordt een aanvraag voor
een vergunning als bedoeld in artikel 3 pas in behandeling genomen, nadat
de bedoelde bijdrage is voldaan.
2. Bij een afwijzende beslissing op een aanvraag voor een vergunning wordt
de bijdrage terugbetaald aan de aanvrager van de vergunning.
V
Na artikel IV worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVA
In de Provinciewet wordt na artikel 222c een nieuw artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 222d
1. Ter zake van het indienen van een aanvraag om een ontgrondingenvergunning
als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet kan een bijdrage voor een
archeologiefonds worden geheven .
2. Provinciale staten stellen de hoogte van de bijdrage jaarlijks vast.
3. De bijdrage bedraagt een promillage van de geraamde ontgrondingensom
bij de vergunningaanvragen, bedoeld in het eerste lid.
4. De hoogte van het promillage kan door provinciale staten per in de
verordening aan te geven gebied verschillend worden vastgesteld.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over
de maximale hoogte van de bijdrage.
ARTIKEL IVB
In de Gemeentewet wordt na artikel 228 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 228a
1. Ter zake van het indienen van een aanvraag om een reguliere bouwvergunning
als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Woningwet, dan wel een aanlegvergunning
als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan een bijdrage
voor een archeologiefonds worden geheven.
2. Van de bijdrage voor een archeologiefonds is uitgezonderd de aanvrager
van een bouwvergunning voor een bouwwerk dat de grond niet raakt.
3. De raad stelt de hoogte van de bijdrage jaarlijks vast.
4. De bijdrage bedraagt een promillage van de geraamde bouwsom bij de
vergunningaanvragen, bedoeld in het eerste lid.
5. De hoogte van het promillage kan door de raad per in de verordening
aan te geven gebied verschillend worden vastgesteld.
6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over
de maximale hoogte van de bijdrage.
Toelichting
Het amendement voorziet in de oprichting van een lokaal archeologiefonds
op wettelijke basis met bijdragen van iedere bodemverstoorder. Op deze wijze
is het nog steeds de verstoorder die het bodemonderzoek financiert, conform
het verdrag van Valletta, maar worden de kosten door meerdere schouders gedragen.
Dit is een rechtvaardiger verdeling van de kosten; archeologie, immers nationaal
erfgoed, is een zaak van iedereen. Met behulp van de gelden uit dit fonds
kan de bodem systematisch door de gemeente in kaart worden gebracht. Door
deze systematische werkwijze zal de projectontwikkelaar zeer snel aan de benodigde
informatie over de bodemgesteldheid kunnen komen, anders dan wanneer er steeds
opnieuw een apart bodemonderzoek voor kleine, afzonderlijke projecten moet
worden gedaan, waardoor er een lappendeken aan bodeminformatie ontstaat. De
kosten zijn dus van tevoren bekend, wat een stimulerende werking heeft op
het bouwklimaat. De gelden komen op grond van een promillage op de bouwsom
van alle door particulieren, corporaties en overheden uit te voeren werken
ter plekke.
Rijpstra
Van Vroonhoven-Kok