29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs)

Nr. 305 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 4 juli 2017.

Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op 4 augustus 2017.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2017

Deze brief bevat de zakelijke inhoud van een aanwijzing die ik voornemens ben op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven, inzake het voornemen om voor diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen (als onderdeel van oogheelkundige zorg) een maximum tarief vast te stellen. Overeenkomstig artikel 8 van de Wmg ga ik tot het geven van deze aanwijzing niet eerder over dan nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending van deze brief. Ik licht dit voornemen hieronder nader toe.

Wettelijk Kader

De NZa heeft op grond van de Wmg de exclusieve bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen voor medisch specialistische zorg. Het vaststellen en wijzigen van een tariefsoort van het geheel of gedeelte van die zorg valt echter buiten de bevoegdheid van de NZa. Dat is vanwege mogelijke markteffecten een bevoegdheid van de Minister. De hoogte van een tarief of maximumtarief voor een prestatie wordt bepaald door de NZa. Met een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg geeft de Minister aan welke tariefsoort op de desbetreffende zorg of gedeelte van die zorg van toepassing is.

Aanleiding

In de brief van 13 mei 2014 ben ik ingegaan op de bekostiging van de zorg voor zintuiglijk gehandicapten in de Zorgverzekeringswet per 1 januari 20151. Met de aanwijzing van 14 juli 2014 heb ik de NZa opdracht gegeven prestaties en maximumtarieven vast te stellen voor de zintuiglijke gehandicaptenzorg in de Zorgverzekeringswet2. De NZa is voornemens met ingang van 1 januari 2019 een nieuwe prestatiestructuur voor deze zorg vast te stellen. Momenteel wordt diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen als onderdeel van visueel gehandicaptenzorg bekostigd.

In de verkenning3 van het Zorginstituut is deze vorm van diagnostiek echter als medisch specialistische zorg gekwalificeerd. Dit betekent dat deze zorg dan ook als medisch specialistische zorg bekostigd moet worden. De diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen is geconcentreerd binnen slechts enkele zorgaanbieders, als Bartiméus en Visio. Dit is zo gegroeid omdat voor diagnosticeren van zeldzame visuele aandoeningen zeer specifieke kennis en ervaring, specifieke diagnostische instrumenten of multidisciplinaire diagnostiek nodig is.

Bepaling tariefsoort

De diagnostiek van oogheelkundige aandoeningen is – omdat het medisch specialistische zorg betreft – nu onderdeel van de oogheelkundige DBC. Deze DBC’s vallen onder het vrije tariefsegment. De algemene indeling naar segmenten dateert uit 2011 als onderdeel van de invoering van prestatiebekostiging voor de dbc-systematiek. Diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen is destijds niet apart benoemd en beoordeeld aan de hand van de gehanteerde criteria. De nu voorliggende vraag is of de diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen ook tot dat segment moet blijven behoren. Bij het beantwoorden van die vraag is getoetst aan twee criteria die ook bij andere adviezen over tarieven zijn gebruikt4:

  • Is er voldoende dynamiek tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars zodat er een reëel en aanvaardbaar tarief afgesproken kan worden?

  • Is er voldoende transparantie over de wijze waarop de zorg wordt geleverd en in rekening gebracht aan de verzekerde?

Ik kom tot de conclusie dat er op dit moment onvoldoende dynamiek en transparantie is om een vrij tarief voor diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen te rechtvaardigen. Er zijn slechts een zeer beperkt aantal aanbieders dat deze zorg levert. Het is wenselijk om zodanige prestatie(s) voor diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen vast te stellen dat onnodige administratieve en financiële lasten worden voorkomen. Dit met het oog op een voor instellingen werkbare oplossing.

Afsluiting

Gelet op bovenstaande ben ik voornemens een aanwijzing te geven aan de NZa om voor diagnostiek van zeldzame visuele aandoeningen een maximumtarief vast te stellen. De bevoegdheid om de prestaties vast te stellen berust bij de NZa.

Ik vertrouw erop u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 30 597, nr. 439

X Noot
3

Advies College voor Zorgverzekeringen van 25 juni 2013 «Kan de zorg aan zintuiglijk gehandicapten onder de Zvw vallen?»

X Noot
4

Kamerstuk 29 248, nr. 293

Naar boven