Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2024
Op 8 maart heb ik het advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ontvangen over
de bekostiging van zorgcoördinatie. Met deze brief stuur ik u, mede namens de Minister
voor Medische Zorg, dit advies en licht ik toe hoe ik dit meeneem in de ontwikkeling
van zorgcoördinatie. Dit advies is een aanvulling op het advies van de NZa over de
bekostiging van de acute zorg, waar ik u op 16 januari1 over heb geïnformeerd.
De acute zorgketen staat onder toenemende druk. Zorgcoördinatie is een belangrijk
middel om bij te dragen aan de toegankelijkheid van de acute zorg. Het zorgt ervoor
dat de zorgvrager op het juiste moment de juiste zorg van de juiste zorgverlener ontvangt.
Op 14 februari2 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang en implementatie van zorgcoördinatie.
Adviesaanvraag en belangrijkste uitwerkingsvraagstukken
Mijn ambtsvoorganger heeft de NZa om advies gevraagd over enerzijds de bekostiging
van zorgcoördinatie op de korte termijn en anderzijds een toekomstbestendige bekostiging
op de lange termijn.
Voor de korte termijn heeft de NZa in september vorig jaar een document3 opgesteld om zorgaanbieders en zorgverzekeraars handvatten te bieden bij het gezamenlijk
financieren van zorgcoördinatie, binnen de huidige bekostigingsstructuur. Hiermee
zijn partijen aan de slag gegaan.
Het huidig bijgevoegd advies richt zich op de lange termijn. Voor het toekomstbestendig
bekostigen van zorgcoördinatie heeft mijn ambtsvoorganger aan de NZa gevraagd om in
kaart te brengen hoe een bekostiging op basis van budgetten vorm zou kunnen krijgen.
Specifieke aandachtspunten richten zich hierbij op inkoop in representatie door zorgverzekeraars
en de gevolgen voor de administratieve lasten voor zorgaanbieders.
De NZa adviseert dat budgetbekostiging goed mogelijk is en brengt een aantal belangrijke
uitwerkingsvraagstukken naar voren. Voor bijvoorbeeld de omvang van het budget is
meer duidelijkheid nodig over de invulling van de functies van zorgcoördinatie en
wat dit vraagt van het type faciliteiten en personeel. Ook vragen rondom de variatie
tussen regio’s en de verwachte kosten per patiënt, zijn belangrijk voor de verdere
technische uitwerking van budgetbekostiging voor zorgcoördinatie. Als laatste heeft
de NZa ook nog gekeken naar alternatieve vormen van bekostiging voor zorgcoördinatie,
zoals Algemene diensten ten behoeve van verzekerde zorg (ADZ), Bekostiging Domein-
en Sectoroverstijgende Samenwerking (BDSS) en de beschikbaarheidbijdrage. De NZa concludeert
dat een beschikbaarheidbijdrage niet geschikt is voor de bekostiging van zorgcoördinatie,
omdat zorgcoördinatie kan worden bekostigd via reguliere inkoop en niet aan de wettelijke
criteria voor een beschikbaarheidbijdrage wordt voldaan. Beide andere opties lijken
in eerste instantie minder geschikt voor de bekostiging van de functies van zorgcoördinatie.
Deze komen pas in beeld als in het kader van zorgcoördinatie alleen sprake is van
ondersteunende diensten die niet terug te rekenen zijn naar individuele zorgverlening.
In dat geval adviseert de NZa de voor- en nadelen van deze opties eerst grondig te
onderzoeken.
Reflectie & vervolg
Gezien de status van de implementatie van zorgcoördinatie, spelen vanzelfsprekend
nog diverse inhoudelijke uitwerkingsvraagstukken. De NZa zet in haar advies uiteen
welke mogelijkheden en beperkingen er zijn voor de bekostiging en welke vragen eerst
beantwoord zullen moeten worden voor hier verder, meer technisch, advies over kan
worden gegeven. Het advies biedt ook een goede basis om het gesprek over de bekostiging
te voeren met de betrokken partijen.
De komende maanden staan in het teken van de verdere implementatie van zorgcoördinatie
in de regio’s en zullen inzicht geven in de vraagstukken die de NZa schetst. Daarnaast
ga ik met partijen in gesprek over dit advies en de verdere ontwikkeling van zorgcoördinatie,
zodat er in het najaar een vervolgopdracht aan de NZa kan worden gegeven voor een
nadere, technische invulling van budgetbekostiging. Op basis van dit vervolgadvies
kan mogelijk volgend jaar besluitvorming plaatsvinden over de structurele bekostiging
van zorgcoördinatie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder