29 247 Acute zorg

Nr. 430 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2023

Langs meerdere lijnen werkt het kabinet aan de toegankelijkheid en continuïteit van publieke diensten die voor elke burger beschikbaar moeten zijn als daar noodzaak voor is, zowel binnen het zorg- en veiligheidsdomein als ook binnen andere domeinen.

Zo is uw Kamer op 12 mei 2023 geïnformeerd over de structurele inrichting van zorgcoördinatie en welke stappen hier nog voor moeten worden genomen1. Zorgcoördinatie is een belangrijk middel om de toegankelijkheid van de acute zorg voor elke patiënt die dat nodig heeft te borgen en de samenwerking tussen zorgpartijen te intensiveren. In die brief staat onder andere dat tussen de betrokken zorg- en meldkamerpartijen afspraken moeten worden gemaakt over de eenduidige aansluiting tussen zorgcoördinatie en meldkamers. In de pilots zorgcoördinatie die tussen 2019 en 2022 hebben plaatsgevonden, is het niet mogelijk geweest om ervaring op te doen met het doorschakelen of elders aannemen van 112-meldingen. Dit omdat de meldkamerfunctie ambulancezorg conform de Politiewet2 moet worden uitgevoerd op de meldkamer, om de stabiliteit van de aanname en uitgifte van 112-meldingen te garanderen en opschaalbaarheid bij crisissituaties te verzekeren. Nu duidelijk is dat zorgcoördinatie landelijk gaat worden geïmplementeerd, is het nodig dat experimenteerruimte wordt gecreëerd om te onderzoeken hoe de toekomstige aansluiting tussen meldkamer en zorgcoördinatie vorm moet krijgen.

Meerdere ontwikkelingen binnen het meldkamerdomein maken bovenstaande verkenning wenselijk. Zo speelt er meldkamerbreed personeelskrapte die steeds vaker tot ingewikkelde vraagstukken leidt. Om voldoende, gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden moeten werkgevers op tijd inspelen op een veranderende wereld, waar andere manieren van werken steeds meer mogelijkheden bieden en die voor sommigen al vanzelfsprekend zijn. De eerste prioriteit blijft altijd de burger in nood die snel en goed moet worden geholpen.

Dat vraagt wel dat we bij (dreigende) personele krapte creatieve oplossingen moeten inzetten om dit te kunnen realiseren en concessies moeten doen op andere vlakken.

Een dergelijke situatie heeft zich onlangs voorgedaan bij de Regionale Ambulancevoorziening Utrecht (RAVU). Door personele tekorten gedurende de zomermaanden werd het niet haalbaar geacht de meldkamerfunctie ambulancezorg in de meldkamer in Utrecht uit te voeren. Door de samenwerking binnen het Zorgcoördinatie Centrum Midden-Nederland in Zeist, met onder andere huisartsenposten uit de regio, kon de aanname en uitgifte van 112-meldingen op die locatie worden ondervangen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft deze afweging vanuit haar toezichthoudende rol navolgbaar geacht. Er werden door de partijen binnen het meldkamerdomein, waaronder beide ministeries, echter wel kritische noten geplaatst bij het gevoerde proces en bij de operationele risico’s die hiermee voor de aanname en uitgifte van 112-meldingen werden gecreëerd. De zorgcoördinatielocatie had namelijk niet dezelfde waarborgen op het gebied van continuïteit en veiligheid als de meldkamerlocatie te Utrecht. Hoewel deze periode is afgelopen, blijft er sprake van personele krapte en onzekerheid over hoe de meldkamerfunctie in de (nabije) toekomst ingevuld kan blijven worden. In het Strategisch en Bestuurlijk Meldkamerberaad zijn afspraken gemaakt over volgens welk proces een tijdelijke wijziging in werkwijze wordt doorlopen.

De continuïteit van de 112-meldingen en daaropvolgende inzet van spoedzorg zijn van groot belang en vormen de basis voor de huidige samenwerking en huisvesting op tien meldkamers (co-locatie) van de verschillende meldkamerpartijen in 2025. We vinden het nodig om in het kader van zorgcoördinatie te verkennen of het mogelijk is om onder dezelfde continuïteitswaarborgen, de meldkamerfunctie ambulancezorg, geheel of gedeeltelijk, buiten de meldkamer uit te voeren. Daarom willen wij aan de partijen in het meldkamerveld de mogelijkheid bieden dit te onderzoeken door middel van pilots. Om die reden worden momenteel kaders en randvoorwaarden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de pilots ordentelijk verlopen, werkbaar zijn voor de partijen in het meldkamerveld, beheersbaar zijn voor de Landelijke Meldkamer Samenwerking, die verantwoordelijk is voor het beheer van het meldkamernetwerk en bovenal bewaakt wordt dat de burger in nood altijd snel en goed geholpen wordt. Daarnaast is er in het meldkamerveld een wens te onderzoeken hoe de ontwikkelingen bij de hulpdiensten een plek krijgen in de toekomstige meldkamersamenwerking. Hiervoor wordt een separaat traject opgestart.

De kaders en randvoorwaarden voor pilots zullen voor het einde van dit jaar worden vastgesteld in de multi-governance van het meldkamerdomein, waarna op basis hiervan pilotaanvragen kunnen worden ingediend. Om tijdig te kunnen signaleren en in te grijpen als de continuïteit van 112-meldingen, de opschaalbaarheid bij crisissituaties of de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg in het gedrang lijkt te komen, worden zowel de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, als de Inspectie Justitie en Veiligheid betrokken bij de pilots. Momenteel is de exacte looptijd van de pilots nog niet duidelijk, maar wij verwachten uw Kamer voor de zomer van 2024 een terugkoppeling te kunnen geven van de eerste ervaringen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 29 247, nr. 389

X Noot
2

Artikel 25b, eerste lid, van de Politiewet 2012

Naar boven