Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2023
Hierbij reageer ik op het verzoek van uw commissie om uw Kamer vóór het debat over
«opnamestops en lange wachttijden bij en het sluiten van spoedeisende hulpposten»
d.d. 22 juni 2023 te informeren over de uitvoering van de motie om het definitieve
besluit van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) tot erkenning van spoedeisende
hulpartsen als medisch specialist over te nemen, en zo spoedig als mogelijk wettelijk
erkend te laten zijn op grond van de Wet BIG.1
Allereerst spreek ik hierbij mijn waardering uit voor de inzet van de Spoedeisendehulp
arts (SEH-arts) en de manier hoe zij hun vakgebied vormgeven. De aanvraag die het
CGS bij mij heeft ingediend om de specialistentitel SEH-arts wettelijk te erkennen,
heb ik op dit moment nog in behandeling. Op grond van de Wet BIG is erkenning een
bevoegdheid en uitsluitend aan de orde indien dat wenselijk is ter bevordering van
de goede uitoefening van de gezondheidszorg.2 Voor de beoordeling hiervan zijn beleidsregels opgesteld waarin deze bevoegdheid
nader wordt uitgewerkt door middel van criteria waaraan een aanvraag wordt getoetst.3 Gelet hierop ben ik, naar aanleiding van het positieve besluit van het CGS, met
de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) en de Federatie van
Medisch Specialisten (FMS) in gesprek gegaan ter verheldering van een aantal punten
die onder andere gaan over de toekomstige inrichting van de acute zorg en financiële
middelen. Dit gesprek toonde dat het onderwerp nog verdere doordenking vraagt, in
onderling overleg tussen de FMS en NVSHA. Hiervan ontvang ik nog een terugkoppeling.
Voordat ik verdere stappen kan ondernemen zal ik dan ook de reactie van deze partijen
afwachten.
Eén van de beleidscriteria waaraan de aanvraag getoetst wordt, is of de wettelijke
erkenning past binnen de beleidsvisie van het Ministerie van VWS. Dit houdt onder
andere in, dat de erkenning niet mag leiden tot negatieve effecten, zoals bijvoorbeeld
een ongewenste verhoging van de zorgvraag of ongewenste macro-economische effecten.
Bij deze integrale toets wordt gekeken naar de inbedding in het systeem, de gevolgen
ten aanzien van opleidingsduur, financiële middelen en de verhouding met andere specialismen.
Gelet op genoemde beleidsregels, de toekomst van de acute zorg, en de rol van de SEH-arts
daarin, hecht ik eraan om aan de voorkant volstrekt helder te zijn over de beleidscondities
voor wettelijke erkenning en de betekenis daarvan voor de rol en inzet van de SEH-arts
in de acute zorg. Het is belangrijk dat voor iedereen duidelijk is dat een mogelijke
wettelijke erkenning geen aanzet mag zijn tot nadere kwaliteitseisen die niet passen
binnen de toekomst van de acute zorg.
Onderhavig traject dient zorgvuldig te worden doorlopen. Ik zal uw Kamer hierover
zo snel als mogelijk informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers