Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2023
Hierbij bied ik u het advies aan dat ik heb ontvangen over zorgcoördinatie. Zorgcoördinatie
moet een belangrijke bijdrage leveren aan de toegankelijkheid van de acute zorg. Door
een multidisciplinaire triage van de acute zorgvraag van de patiënt, krijgt de patiënt
de juiste zorg, op het juiste moment, op de juiste plaats, van de juiste zorgaanbieder.
Zorgverleners die een plek zoeken voor een patiënt kunnen op basis van inzicht in
actuele capaciteit van verschillende zorgaanbieders direct zien waar de patiënt het
beste terecht kan.
Op 10 mei 2022 heb ik, vooruitlopend op de eindrapportage over de pilots zorgcoördinatie
die zijn ontstaan uit het Actieplan Ambulancezorg uit 2018, aan vijf partijen gevraagd
om samen met andere partijen scenario’s op te stellen voor zorgcoördinatie. Deze scenario’s
zouden moeten dienen als basis voor besluitvorming over zorgcoördinatie. Ik heb gevraagd
te verkennen onder welke voorwaarden het mogelijk is vanaf het derde kwartaal van
2023 landsdekkende zorgcoördinatie in te richten.
Op 14 maart 2023 heb ik het advies ontvangen. Het is opgesteld door Ambulancezorg
Nederland (AZN), het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ), InEen, Actiz en Zorgverzekeraars
Nederland (ZN). Deze vijf partijen hebben ondersteuning gehad van bureau IG&H en hebben
vele andere partijen bij het opstellen van het advies betrokken. Voor deze inspanningen
dank ik hen. De aanbiedingsbrief bij het advies is mede-ondertekend door De Nederlandse
ggz, de Patiëntenfederatie Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen.
Het advies wordt onderschreven door de Nederlandse Federatie van Universitair Medische
Centra en de Landelijke Huisartsen Vereniging.
Het advies geeft goed aan waarom zorgcoördinatie nodig is, welke functies onder zorgcoördinatie
vallen en dat het tijd is voor actie. Partijen geven aan dat alle regio’s in 2024
starten met het inrichten van zorgcoördinatie met als doel landelijk dekkende zorgcoördinatie
vanaf 2025. Alle partijen staan achter de inrichting van zorgcoördinatie.
Ik ben blij met dit ambitieniveau en de urgentie die eruit spreekt, evenals de toezegging
dat alle regio’s aan de slag gaan met het inrichten van zorgcoördinatie. Uit de lopende
pilots blijkt dat er ook al veel mogelijk en gaande is in de praktijk. Ik vertrouw
erop dat partijen hierop voortbouwen, ook in 2023 (blijven of gaan) doen wat er al
mogelijk is en met ingang van 1 januari 2025 zorgcoördinatie landsdekkend hebben ingericht
zodat vanaf dan overal werkende centra voor zorgcoördinatie zijn.
Hoewel ik de richting van het advies grotendeels kan volgen, laat het advies tegelijkertijd
nog het nodige open en zijn de partijen het niet over alle onderwerpen eens. Om een
concreet totaalbeeld te krijgen van hoe zorgcoördinatie eruit komt te zien, heb ik
in een bestuurlijk overleg op 28 maart jl. met partijen overlegd over de mogelijkheid
om in gezamenlijkheid tot aanscherpingen te komen, met name waar het gaat over het
samenhangende geheel van de schaalgrootte, de governance en de bekostiging van zorgcoördinatie.
Zo’n totaalbeeld is nodig om te zorgen dat de Regionale Overleggen Acute Zorgketen
(ROAZ-en) een helder kader hebben om in de tweede helft van 2023 goede afspraken te
maken over de inrichting van zorgcoördinatie in de regio.
Partijen hebben samen gewerkt aan dit advies en op veel punten een gezamenlijk advies
kunnen uitbrengen, dat waardeer ik. Ze zijn ook allemaal voorstander van zorgcoördinatie.
Zij geven aan dat ze over een aantal organisatorische punten, zoals de schaalgrootte,
de governance en de bekostiging van zorgcoördinatie, nog lang zouden kunnen spreken,
maar ze verwachten niet daar onderling uit te komen. En gezien de noodzaak die zij
alle zien om snel een doorstart te maken met zorgcoördinatie, kiezen zij ervoor dat
ik de keuze maak voor het totaal-concept van zorgcoördinatie, inclusief de punten
waarop het rapport geen duidelijkheid geeft. Deze keuze respecteer ik en ik ben voornemens
om snel tot dit concrete totaalbeeld van zorgcoördinatie te komen om het momentum
dat er is en de bewegingen die al zijn ontstaan, te benutten. Op korte termijn zal
ik nog spreken met alle partijen afzonderlijk zodat zij mij nog aandachtspunten kunnen
meegeven. Vervolgens zal ik mijn keuzes teruggeven aan de bestuurders en uw Kamer
informeren. Ik hoop dit vóór het meireces te doen. Ik zal daarna ook de regie nemen
op het vervolgproces en uw Kamer daarover in het najaar in het kader van de uitvoering
van de Beleidsagenda toekomstbestendige acute zorg informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers