Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2023
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft verzocht een reactie
te ontvangen op de brief die zij hebben ontvangen van een aantal verpleegkundig centralisten
van de meldkamer ambulancezorg (MKA) van de Meldkamer Oost Nederland (MON). Door middel
van deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
In de betreffende brief vragen de centralisten zich af of de randvoorwaarden voor
het goed kunnen functioneren van de zorgcoördinatiecentra (ZCC) op tijd worden gerealiseerd
in het integrale proces van de samenvoeging van vijf Regionale Ambulancevoorzieningen
(RAV’s) in één meldkamer in het kader van de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS).
Zij stellen daarbij een tweetal vragen over de wetgeving aangaande 112-meldkamers
en zorgcoördinatie waarop ik hieronder reageer.
Is het conform wetgeving wanneer een melding met potentiële levensbedreigende triage
noodzaak aangenomen wordt binnen het ZCC (dus buiten LMS)?
Deze vraag betreft een hypothetische situatie, omdat er nog geen besluitvorming heeft
plaatsgevonden over zorgcoördinatie en de huidige centra op pilotbasis functioneren.
In mei 2022 heb ik aan vijf partijen1 gevraagd scenario’s uit te werken op basis waarvan besluitvorming over zorgcoördinatie
kan plaatsvinden. In die opdrachtbrief alsmede in de Beleidsagenda Toekomstbestendige
acute zorg2 die ik op 4 oktober 2022 aan uw Kamer heb verstuurd, heb ik expliciet opgenomen dat
zorgcoördinatie gaat over spoedzorgvragen die een patiënt of een zorgverlener als
acuut ervaart, maar niet om levensbedreigende situaties, daarvoor is 112 het aangewezen
loket. Op dit moment wordt door partijen de laatste hand gelegd aan het adviesrapport,
waarna besluitvorming kan plaatsvinden. Hierover zal ik uw Kamer uiterlijk in het
tweede kwartaal van 2023 informeren.
Is het wettelijk mogelijk de uitgifte van ambulance-eenheden in acute levensbedreigende
situaties los te koppelen van de meldkamers politie en brandweer?
In de Wet Ambulancezorgvoorzieningen wordt waar het de meldkamerfunctie ambulancezorg
betreft, verwezen naar artikel 25b, eerste lid, van de Politiewet 2012 die luidt:
«De meldkamerfunctie bestaat uit het ontvangen, registreren en beoordelen van meldingen
waarbij wordt gevraagd om acute inzet van politie, ambulancezorg, brandweer of Koninklijke
marechaussee, het bieden van een adequaat hulpaanbod en het begeleiden en coördineren
van de hulpdiensten.» Het begrip «uitgifte» wordt in deze tekst niet gebruikt of gespecificeerd.
Bij de uitwerking van de scenario’s van zorgcoördinatie zal specifiek worden gekeken
hoe de gewenste functies in zorgcoördinatiecentra, waaronder mogelijk de uitgifte,
aansluiten bij de meldkamerfunctie ambulancezorg, in nauw overleg met het meldkamerveld.
Zoals de centralisten zelf in hun brief ook aangeven is de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) de aangewezen instantie om toezicht te houden op de kwaliteit en veiligheid
van zorg, ook in de specifieke situatie die zij omschrijven in hun brief. De IGJ is
momenteel bezig met een onderzoek naar de inrichting van het 112-meldkamerproces bij
de samenvoeging van de landelijke meldkamer in Apeldoorn, waar gesprekken met zowel
de centralisten als de bestuurders van de betreffende RAV’s onderdeel van zijn. Ik
heb daarom de IGJ geïnformeerd over de brief en ga ervan uit dat zij hier vanuit hun
toezichthoudende rol op acteren indien nodig.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers