29 247 Acute zorg

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 318 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2020

In reactie op het verzoek van de commissie VWS d.d. 26 oktober 2020 over het bericht inzake corona-tsunami bij Haagse ziekenhuizen, deel ik u het volgende mede. De afgelopen periode ben ik geregeld geïnformeerd over de situatie in Den Haag en omstreken, en overigens ook op andere plekken in het land, over de grote toename van het aantal coronapatiënten die kan leiden tot stops op de spoedeisende hulp. Ik begrijp dat het voor de betrokkenen zeer intens is om de grote toeloop van coronapatiënten naast de reguliere zorgverlening goed te laten plaatsvinden.

Onder andere signalen als deze hebben mij ertoe gezet het tijdelijk beleidskader waarborgen acute zorg in de COVID-19 pandemie te vormen. Hierover heb ik uw Kamer bij brief van 23 oktober jl. geïnformeerd.1 Zoals ik daarin heb aangegeven, leidt de huidige situatie in de gezondheidszorgsector ertoe dat er in deze fase van de crisis scherpere keuzes en nadere acties op basis van de urgentie moeten worden genomen.

In het Tijdelijk beleidskader staan vijf maatregelen die ik samen met betrokken partijen heb genomen om gedurende deze COVID-19 pandemie de kwaliteit en toegankelijkheid van de acute zorg te waarborgen, zowel voor COVID als non-COVID patiënten, alsook de kritieke planbare zorg. Met deze maatregelen borgen we dat de toegang die patiënten hebben tot de zorg overal in Nederland gelijk blijft, ongeacht de regionale situatie betreft het aantal COVID-19 besmettingen. Naast een evenwichtige verdeling van de zorgdruk in Nederland die door middel van dit Tijdelijk beleidskader wordt beoogd, lopen ook nog steeds de inspanningen om de zorgcapaciteit van zowel IC- als klinische bedden te verhogen.

Specifiek voor de situatie in de Haagse ziekenhuizen, is de verwachting dat een betere spreiding van coronapatiënten helpt de druk op de acute zorg in die regio te doen afnemen. Daarnaast wil ik u nog melden dat ondanks de drukte in de betreffende regio er op dit moment geen meldingen zijn gedaan bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) met betrekking tot onveilige situaties voor patiënten. Dat neemt niet weg dat hier sprake was van situaties die we willen voorkomen, zowel voor de patiënten zelf, hun familie alsook de zorgorganisaties.

Ik zal u via de stand van zakenbrieven op de hoogte houden over de voortgang. Tevens wil ik het belang benadrukken dat iedereen zich aan de maatregelen van het kabinet houdt om zo met elkaar het virus terug te dringen en het aantal besmettingen een halt toe te roepen.

Hoogachtend,

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstukken 29 247 en 25 295, nr. 317

Naar boven