Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2010
In het Algemeen Overleg op 16 maart jl. met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heb ik toegezegd de
vragen rond ambulancezorg op Walcheren met deze brief te beantwoorden. De heer Van der Vlies vroeg expliciet naar de financiering
van de (extra) ambulance voor de Regionale Ambulancevoorziening Zeeland (RAVZ) die in de kop van Walcheren gestationeerd is.
Het financieel kader voor de ambulancezorg is gebaseerd op de berekeningen die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu periodiek uitvoert. Dit referentiekader spreiding en beschikbaarheid is in 2008 vastgesteld. Op basis van deze berekingen
heeft de RAVZ er in 2009 ruim 900 000 euro toegevoegd gekregen. De ambulance dit in februari 2009 in de kop van Walcheren
gestationeerd is wordt uit het algemene budget van de RAVZ betaald. Zowel de Provincie Zeeland (subsidie in 2009 van 100 000
euro) als mijn departement (subsidie in 2009 van 440 000 euro) hebben extra financiële bijgedragen om de ambulance in de kop
van Walcheren zeer snel te kunnen realiseren. De dagelijkse kosten komen uit het budget van de RAVZ.
De heer Van der Vlies stelt dat daarmee geld onttrokken wordt aan de oorspronkelijke doelstelling. Daar ben ik het niet mee
eens. Het budget voor ambulancezorg van de RAVZ is ervoor om ambulancezorg in het hele verzorgingsgebied te realiseren. Wel
is het zo dat er met de stationering van een ambulance in de kop van Walcheren geen optimale inzet voor het verzorgingsgebied
bereikt kan worden gezien het geringe aantal bewoners in dit gebied. De RAVZ heeft eerder plannen gepresenteerd waarmee er
in haar verzorgingsgebied, in het algemeen, betere prestaties bereikt kunnen worden (een lager percentage overschrijdingen
van de 15 minuten aanrijdtijdnorm), maar deze plannen hebben een negatieve invloed op de aanrijdtijden vanuit de kop van Walcheren.
In het Algemeen Overleg op 11 maart jl. met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de Wet ambulancezorg,
is toegezegd dat de opbouw van de 45 minuten norm voor de bereikbaarheid van ziekenhuizen nader bekeken moet worden. Gekeken
wordt of de opbouw van deze norm, 15 minuten aanrijdtijd voor de ambulance, 5 minuten stabiliseren patiënt en 25 minuten rijdtijd
naar het ziekenhuis in relatie tot de hoogstaande kwaliteit van de Nederlandse ambulancezorg aanleiding vormt voor mogelijk
nieuw inzicht. Juist voor rurale gebieden in Nederland kan een meer flexibele opbouw van deze norm met mogelijk meer tijd
voor stabilisatie van de patiënt, ruimte geven voor een op maat gesneden acute zorgketen.
De complexe situatie waarin de acute zorg zich in Zeeland bevindt, zal door het regionaal overleg acute zorg (ROAZ) opgepakt
moeten worden. Juist dit overleg, waarin alle acute zorgpartners uit de regio aan tafel zitten, zullen de mogelijkheden om
witte vlekken in de acute zorg adequaat in te vullen aangepakt moeten worden. De plannen met betrekking tot acute zorgverlening
door het Adminraal De Ruyterziekenhuis moeten hierin meegenomen worden. Het ROAZ heeft deze casus dan ook op haar agenda staan.
Later dit jaar verwacht ik dan ook een analyse van de situatie en aanbevelingen hoe deze situatie aangepakt kan worden.
In het convenant dat vorige week door de koepelorganisatie Ambulancezorg Nederland (AZN) en mij is ondertekend is vastgelegd
dat aan de zittende ambulancevervoerder een vergunning voor onbepaalde tijd wordt verleend, onder de voorwaarde dat aan een
stevige set van kwaliteitscriteria wordt voldaan. Een 10% efficiëntieverbetering is een van de andere onderdelen van het convenant
en moet gerealiseerd worden met behoud van kwaliteit. Bereikbaarheid van ambulancezorg is een belangrijk bestandsdeel van
deze kwaliteit. AZN heeft aangegeven dat deze voorwaarde haalbaar is.
Ik vertrouw erop dat de ambulancezorg in Zeeland met het bestaande budget tot een kwalitatieve invulling komt om de bewoners
te verzekeren van de juiste hulp op het juiste moment op de juiste plaats. Ik verwacht dat ik met deze brief de ongerustheid
over lacunes in de acute zorg, met name ambulancezorg, in Zeeland weggenomen hebt.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A. Klink