29 247
Acute zorg

nr. 121
MOTIE VAN HET LID VAN DER VLIES

Voorgesteld 16 maart 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat in februari 2009 door de minister besloten is wegens het wegvallen van de tweedelijnsverloskunde in het ziekenhuis te Vlissingen met behulp van regionale partijen een extra ambulance te stationeren op de Kop van Walcheren;

overwegende, dat de noodzaak van de aanwezigheid van deze ambulance sterker wordt als in de toekomst klinische opvang van alle acute medische zorg in het ziekenhuis in Goes geconcentreerd wordt;

overwegende, dat de financiering van deze ambulance onttrokken wordt aan de middelen die beschikbaar zijn gesteld uit de gelden die destijds zijn vrijgemaakt voor het Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Ambulancezorg 2008 (de zogenaamde S en B III-gelden);

constaterende, dat deze gelden primair bedoeld waren voor een verdere reductie van de overschrijding van de 15 minutennorm, maar niet voor oplossing van problematiek in het kader van de 45 minutennorm bereikbaarheid acute ziekenhuiszorg;

van mening, dat deze middelen derhalve beschikbaar dienen te zijn voor heel de regio Zeeland, maar nu specifiek worden aangewend voor de Kop van Walcheren, waarbij slechts een marginale bijdrage aan de 15 minutennorm geleverd wordt;

overwegende, dat bij het doorvoeren van efficiencykortingen op de ambulancezorg in de nabije toekomst, deze standplaats mogelijk dreigt te verdwijnen, dan wel beperkter wordt ingevuld, vanwege het geringe aantal ritten;

overwegende, dat hiermee de bereikbaarheid van de acute zorg voor de Kop van Walcheren verder in het geding komt;

verzoekt de regering alsnog extra geoormerkte financiële middelen beschikbaar te stellen waarmee een 24 uurs ambulancepost op de Kop van Walcheren in stand gehouden kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Vlies

Naar boven